Deel dit artikel:

5 mei 2021

|

Economie

Een integrale aanpak is noodzakelijk voor de cyberweerbaarheid van Nederland

Journalist: Féline van der Linde

Nederland is voorloper met haar digitale infrastructuur, maar moet er voor waken niet achter te gaan lopen wat betreft cyberweerbaarheid. Nog altijd krijgen cybercriminelen en statelijke actoren de kans om via de digitale wegen toegang te krijgen tot politiek gevoelige en commercieel waardevolle informatie. Door het thuiswerken in verband met COVID-19 is de digitalisering in een ongekende versnelling gekomen waarbij de informatiebeveiliging geen gelijke tred hield. 

“Geen één partij kan dit probleem alleen oplossen, overheid, bedrijfsleven en wetenschap zullen moeten samenwerken”, vertelt Lokke Moerel, lid van de Cyber Security Raad namens de wetenschap. “En iemand moet daarbij duidelijk de regie in handen hebben. Wat ik nu vaak zie is dat het ministerie van Justitie en Veiligheid aandacht besteedt aan cyberveiligheid en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat kijkt naar digitale innovatie. Het een kan niet zonder het ander. Regie op samenwerking is noodzakelijk om de uitdagingen aan te kunnen en wel op het hoogste niveau. Cyberweerbaarheid moet chefsache zijn. 


“En dat is hard nodig”, vertelt Claudia de Andrade-de Wit, lid van de Cyber Security Raad namens de private sector. “De cyberdreigingen nemen alleen maar toe en dat zullen steeds meer hele gerichte aanvallen zijn op vitale ketens om ons land te destabiliseren, een voorbeeld hiervan is de haven van Rotterdam. De landen om ons heen hebben investeringen in cyberweerbaarheid de afgelopen jaren versneld, zo hebben de Britten de afgelopen vier jaar twee miljard geïnvesteerd. Daar loopt Nederland echt op achter. Hierdoor neemt ons relatieve risico toe, omdat cybercriminaliteit de weg van de minste weerstand kiest. We willen met z’n allen goed uit de coronacrisis komen en ik denk dat dit dan ook een heel goed moment is om ervoor te zorgen dat onze digitale infrastructuur goed bestand is tegen cyberdreigingen.”


Het adviesrapport dat we hebben uitgebracht, is opgesteld in opdracht van de (nu demissionair) minister van Justitie en Veiligheid, gaat Moerel verder. “Hij vroeg ons nu eens echt te berekenen hoeveel die cyberweerbaarheid moet gaan kosten. Dat was een hele klus, maar met deze doorberekening kunnen we de komende vier jaar echt de stappen gaan zetten die het hardst nodig zijn, zoals acht miljard euro voor verbetering van informatiedeling en 25 miljoen euro voor veilige hard- en software met Europese certificeringen. In totaal voorzien we een investering van 833 miljoen euro. We zijn al ontzettend ver in onze digitalisering, maar het vervolgens beschermen van onze digitale middelen kost nu eenmaal geld. Nemen we dat niet serieus dat zullen we uiteindelijk ook geen internationale betrouwbare partner zijn.”


Er zijn verschillende redenen aan te wijzen voor de achterstand wat betreft onze cyberweerbaarheid, aldus Moerel. “Allereerst de onbekendheid. Als bedrijf kun je zelf je digitale middelen goed beveiligd hebben, maar hebben je partners dat ook gedaan? En aan de lopende band worden er nieuwe smart producten op de markt gebracht die verbonden zijn aan het internet. Op dit moment nemen veel leveranciers onvoldoende verantwoordelijkheid voor de cyberveiligheid van deze producten. Dat moet echt anders.” 


De digitale kennis en kunde moet op alle niveaus opgeschaald gaan worden. Alles wordt digitaal of zal een digitale component hebben. De Andrade-de Wit: “Dit vergt een andere mindset. Momenteel zijn er negentien verschillende strategieën voor cyberweerbaarheid. Het is de wens van de raad dit terug te brengen naar één strategie onder regie van de overheid die hiervoor serieus geld reserveert. Naast het geld van de overheid moet ook het DNA van de overheid cyberweerbaarheid gaan bevatten. Niet alleen het blijven praten over meer cyberweerbaarheid, maar het ook echt begrijpen en de noodzaak voelen. Hierin kunnen grote stappen worden gezet voor een sterker en beter beschermd digitaal Nederland.”

Gesponsord