Deel dit artikel:

23 apr 2019

|

Economie

Franchisewet slecht voor innovatie

Succesvol businessmodel
Al decennia lang blijkt franchise één van de succesvolste businessmodellen te zijn. Franchise laat vanaf 1985 een continue groei zien. Zo werd in 2017 met 825 formules vanuit 31.000 franchisevestigingen met 326.000 medewerkers een omzet gerealiseerd van 33 miljard euro in Nederland. Tel daarbij de 18 miljard euro omzet van de eigen vestigingen van franchisegevers en er is sprake van een totale omzet van ruim 50 miljard euro: rond 3.5% van het BBP. Met dit cijfer scoort Nederland iets beter dan de VS en net iets minder dan Australië.

Franchise, motor van innovatie 

Het succes van franchising is te danken aan het samenspel tussen de zelfstandig ondernemer, de franchisenemer en de franchisegever. Fundamenteel voor franchise is een bewezen succesvol concept van de franchisegever. Naast groei via eigen vestigingen, wat vanwege de benodigde investeringen vaak een langduriger proces is, kan de formule groeien met franchisenemers. Deze laatsten zijn “local heros” die met hun kennis van de plaatselijke markt en hun eigen ondernemerschap uitstekend kunnen presteren met een bewezen succesvol concept. Met het innovatievermogen van de franchisegever en het ondernemerschap van de franchisenemers kan de formule voortdurend veranderende marktomstandigheden bijhouden. De franchisenemer kan doen waar hij goed in is: lokaal ondernemerschap en de franchisegever zorgt voor een sterke formule en neemt de franchisenemer dagelijkse (administratieve) zorgen uit handen.  


Gaat alles goed bij franchise?

Franchising komt regelmatig negatief in het nieuws. Er zou sprake zijn van een onevenwichtige relatie tussen franchisegever en -nemer. Een gedegen analyse of cijfermatige onderbouwing ontbreekt. Uit het ECLI systeem (European Case Law Indicator) blijkt dat in Nederland in 2016 slechts 30 juridische procedures zijn gevoerd. Op 30.000 franchisenemers betekent dat 0.1%. Het meest recente (!) onderzoek hierover is van onderzoeksbureau Panteia dat in 2009 concludeerde dat er geen sprake is van structurele misstanden. Wel van asymmetrische kwetsbaarheden. Dat is hetzelfde onderzoek dat in de Memorie van Toelichting wordt aangehaald bij het voorstel voor een nieuwe Franchisewet die eind 2018 is gepubliceerd. Het wetsvoorstel bevat regels voor samenwerking tussen franchisegevers en –nemers vóór, tijdens en na de franchisesamenwerking. Het regelen van een precontractuele informatieplicht is een goede zaak. De wederzijdse verwachtingen over de samenwerking moeten zo helder mogelijk zijn vóór partijen met elkaar in zee gaan. Echter, de verplichting om handboeken aan een aspirant franchisenemer af te staan vóór ondertekening van het contract gaat te ver. Handboeken bevatten immers concurrentiegevoelige beschrijvingen van knowhow, bedrijfsmatige processen, receptuur etc. In andere Europese landen en in de VS heeft de franchisewetgeving uitsluitend betrekking op de precontractuele fase.


Voorstel Franchisewet belemmert innovatie 

Door vast te leggen dat alle wijzigingen die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor franchisenemers alleen kunnen worden doorgevoerd als 2/3 van de franchisenemers daarmee instemt, worden innovatie en het doorontwikkelen van de formule geremd. De slagkracht van de franchisegever en zijn formule wordt in een snel veranderende markt beperkt door de vergaande wettelijke instemmingsrechten van franchisenemers. Dat werkt niet voor de franchisegever, maar is ook niet goed voor de franchisenemer. Formules die met franchise werken worden immers minder wendbaar en kunnen minder snel innoveren en inspelen op veranderende marktomstandigheden dan formules zonder franchise.    

Ook miskent het dwingend rechterlijk karakter van de wet de grote diversiteit in de franchisewereld. Regel in de Franchisewet wat moet worden geregeld, maar slacht de kip met de gouden eieren niet!

 

Jos Burgers, directeur NFV

Gesponsord