11 apr 2018
|
Levensstijl
Journalist: Bram Zeldenrijk
Baby’s maken vanaf de geboorte een enorme ontwikkeling door als het gaat om hun voorkeur voor en behoefte aan bepaald voedsel. Waarom kiezen moeders voor fles- of borstvoeding, wanneer vinden er veranderingen plaats in de eetgewoonten van een kind en wat kan je je kind aanbieden?
Moeders staan voor de keuze om borst- of flesvoeding te geven, aldus Astrid Postma, expert voeding en gezondheid bij het Voedingscentrum. “Tachtig procent van de moeders begint met borstvoeding, maar na één maand is dat percentage al flink geslonken”, aldus Postma. De redenen om te stoppen met borstvoeding lopen uiteen. Postma: “Moeders kunnen overstappen naar flesvoeding vanwege redenen als twijfels over voldoende melk, pijn bij het voeden en problemen met aanleggen. Ook hebben sommige moeders medicatie, waardoor de moedermelk ongeschikt is voor het kind. Daarnaast is het geven van borstvoeding vaak zwaarder dan gedacht. Het heeft zelden te maken met een tekort aan melkproductie.”
Er zijn de nodige oplossingen om borstvoeding te blijven of te kunnen geven. Een goede voorbereiding, met ondersteuning van de kraamhulp, kan de moeder helpen de borstvoeding langer vol te houden. Ook kunnen moeders een lactatiedeskundige inschakelen om tips te geven, zoals bijvoorbeeld een andere manier van aanleggen.
Kinderen moeten niet alleen oefenen met praten, schrijven en fietsen, maar ook met het eten van vast voedsel. Na vier maanden zijn sommige baby’s al klaar om vast voedsel te proberen. Er zijn verschillende tekenen waaraan je kan zien dat kinderen klaar zijn om te beginnen met vast voedsel. Postma: “Het opvallendste teken is dat het kind interesse toont in het voedsel dat de ouder eet. Het kind moet ook rechtop kunnen zitten en goed kunnen slikken.” Het kind is tot dan toe nog niets anders gewend dan melkvoeding, waardoor het moet wennen aan de nieuwe structuren die in de mond komen. Wanneer het kind het ‘nieuwe’ voedsel meteen weer naar buiten werkt, heeft dat niets te maken met de smaak van het eten. “Het kind moet nog controle ontwikkelen. Zie het dus echt als oefenen. Twee tot drie lepeltjes van een oefenhapje zijn aan het begin echt voldoende. Het kind haalt namelijk nog genoeg voedingsstoffen uit de melkvoeding die het krijgt”, zegt Postma.
Na zeven maanden moet een kind zelfstandig kunnen sabbelen en kauwen op een broodkorst en na tien maanden kan een kind voedsel eten dat niet helemaal glad gepureerd is. Na 12 maanden eet een kind net zoals jij en ik eten.
De Schijf van Vijf is een goede graadmeter voor de juiste voedingsmiddelen voor een kind. Naast gewenning aan structuren, moet een kind ook wennen aan smaken. Voornamelijk groente moet een kind echt leren waarderen. “Houd het palet breed, maar prefereer moedermelk of flesvoeding boven koemelk tot de leeftijd van 1 jaar. Geef je kind groente, fruit, brood met wat margarine en goed doorbakken vlees. Wees ook niet bang om het kind pinda en ei te laten eten, dit vermindert namelijk de kans op voedselallergieën”, stelt Postma.