Deel dit artikel:

8 dec 2018

|

Industrie

Groene waterstof gaat woningbouw duurzame impuls geven

Onze gebouwde omgeving moet, zo snel mogelijk, zonder fossiele brandstoffen in zijn energiebehoefte voorzien. Duurzaam opgewekte elektriciteit en duurzame warmte zijn belangrijke alternatieven. Maar er ligt ook een kansrijke en voorname rol voor duurzaam opgewekt waterstof. De mogelijkheden worden op dit moment onderzocht en de kansen zijn mogelijk groter dan we nu kunnen voorzien.

Waterstof is als energiedrager in de industrie al jaren in gebruik. Maar nog niet of nauwelijks in de gebouwde omgeving. Daar willen verschillende marktpartijen de komende jaren verandering in aanbrengen. Om die reden zullen in 2019 in de Rotterdamse deelgemeente Rozenburg de eerste woningen met pure waterstof worden verwarmd. Daarnaast ontwikkelt ook Deltawind, de energiecoöperatie in de gemeente Goeree-Overflakkee, concrete plannen om uiteindelijk een compleet dorp op waterstof in plaats van aardgas aan te sluiten. Dergelijke pilots moeten uitwijzen of duurzaam opgewekte waterstof een serieus alternatief vormt voor aardgas, en daarmee de verduurzaming van de gebouwde omgeving een impuls geven. Bedrijven als netbeheerder Stedin participeren hierin om deze pilots tot serieuze projecten uit te bouwen.


 “Wij willen in de Rotterdamse deelgemeente Rozenburg ervaring opdoen met het verwarmen van woningen met 100% waterstof”, vertelt Koen de Lange, woordvoerder van Stedin. “Het is voor het eerst dat er in ons land woningen met pure waterstof worden verwarmd en dat daarvoor hr-ketels worden gebruikt. Wij leggen nu een aparte aanvoerleiding aan waarmee we duurzame waterstof naar het ketelhuis van het appartementencomplex transporteren. In het ketelhuis hangen ketels met aangepaste branders die straks de pure waterstof kunnen verbranden en omzetten in warmte.” 

“Belangrijkste is dat we, samen met de bewoners, gaan ervaren of een dergelijke energievoorziening probleemloos werkt. Daarom behouden we in de stookruimte ook de bestaande, aardgas gestookte cv-ketels. Voor het piekverbruik of voor als er een storing is met de ketels op waterstof, kunnen we terugvallen op de conventionele ketels”, zegt De Lange. “Het ultieme doel is om te ervaren of deze technologie een bijdrage kan leveren aan de klimaatdoelstellingen. Bij de verbranding van waterstof komt, in tegenstelling tot aardgas, geen CO2 vrij.”


De reden dat Stedin een aparte leiding voor waterstof aanlegt, ligt in het feit dat niet alle ketels in de stookruimte op waterstof overstappen. Toch is het mogelijk om waterstof door bestaande aardgasleidingen te transporteren, zo blijkt uit onderzoek dat Kiwa voor de gezamenlijke, Nederlandse netbeheerders uitvoerde. In het rapport Toekomstbestendige gasdistributienetten schrijft Kiwa als belangrijkste conclusie “dat het bestaande gasnetwerk met de juiste maatregelen prima kan worden ingezet om duurzame gassen zoals (100%) waterstof en biomethaan te distribueren.” Ook zijn er volgens de onderzoekers van Kiwa geen problemen met de veiligheid te verwachten, mits we aan een aantal aandachtspunten voldoen.


Voor deze pilot werkt Stedin samen met verschillende marktpartijen die deze ontwikkelingen ook als reële mogelijkheden zien. Marco Bijkerk, manager innovatieve technieken van een grote ketelfabrikant, vindt het belangrijk dat we binnen de energietransitie het speelveld verbreden. “Bij de huidige tendens, waarbij we vooral inzetten op nul-op-de-meter en ‘all-electric’ vergeten we voor het gemak dat de meeste tijd alle elektriciteit voor die concepten door gas- en kolencentrales wordt opgewekt. De salderingsregeling is eigenlijk een stimulering voor carboniseren. Wij hebben het rekenwerk gedaan en slechts 20 procent van de elektriciteitsbehoefte van een warmtepomp per jaar kun je uit eigen pv-panelen halen, ongeacht hoeveel je er op je dak legt. 80 procent van de stroom heb je nodig als er geen of onvoldoende zon is, en komt dus uit gas- of kolencentrales.”


“De grote uitdaging bij elektriciteit zit hem in de opslag. Zijn we in staat om energie een seizoen of een half jaar op te slaan? Zo’n lange periode kan alleen met moleculen. Dat kan waterstof zijn, maar ook synthetisch gas. Zowel waterstof als synthetisch gas kunnen we best eenvoudig – met relatief eenvoudige, technische aanpassingen – verbranden in onze huidige gastoestellen. Het grote voordeel daarbij is dat wij een zeer efficiënte gasinfrastructuur hebben liggen. Deze is zo omvangrijk dat het zonde is om hem af te danken”, vindt Bijkerk. “Zeker als we daarvoor in de plaats hele grote bedragen gaan investeren in het verzwaren van ons elektriciteitsnet. Bovendien is transport van energie via het elektriciteitsnet tien keer zo duur dan energie transporteren via het gasnet. Het gasnet is dus ons grootste asset. En daarom moeten we zorgen dat we gas uit duurzame bronnen gaan gebruiken. Met windmolens, op land maar vooral ook op zee, kunnen we synthetisch gas en waterstof produceren en dit via het bestaande aardgasnetwerk naar de verschillende afnemers transporteren.”




Gesponsord