14 mrt 2025
|
Gesponsord
De energietransitie en circulaire economie staan hoog op de Europese agenda, maar het blijft een weg met hindernissen. Terwijl critici wijzen naar afvalverbranding als obstakel, laten sommige bedrijven zien dat het een onmisbare schakel kan zijn in de verduurzaming van de industrie.
In Delfzijl bevindt zich een installatie die kan dienen als voorbeeld voor toekomstige ontwikkelingen in Europa, met technologieën die verder reiken dan traditionele afvalverwerking. In het Groningse industriegebied werkt EEW Energy from Waste Delfzijl b.v. aan een fundamenteel andere benadering. “Wij zijn geen eindstation, maar één grote bron van terugwinning”, zegt algemeen directeur Wilfred de Jager, die deze transformatie sinds 2000 leidt.
Met de recente ingebruikname van een vierde verbrandingslijn en een nieuwe scheidingsinstallatie zet het bedrijf concrete stappen richting grootschalige grondstofrecycling. Er zijn tientallen miljoenen geïnvesteerd in nieuwe stroomaansluitingen, een compleet nieuwe weegbrug en moderne besturingssystemen. Een compleet nieuwe controlekamer is ingericht om alle toekomstige installaties te kunnen monitoren en besturen.
Lokale oplossingen De innovaties reiken verder dan alleen verbranding. Een vergunde CO2-afvanginstallatie met een capaciteit van 200.000 ton per jaar staat in de startblokken. “We hebben de vergunning al twee jaar: we willen bouwen, maar kunnen onze CO2 nog niet kwijt”, legt De Jager uit. De oplossing zoekt hij het liefst in lokale toepassingen: “We kijken samen met de chemische industrie naar zo goed mogelijke toepassingen in de waardeketens.” Dit jaar wordt een pilotinstallatie opgestart om de kwaliteit van de afgevangen CO2 te demonstreren aan potentiële afnemers, zoals bedrijven die er mierenzuur of biomethanol van kunnen maken.
Deze lokale aanpak kenmerkt de strategie. De huidige installatie verwerkt afval, terwijl de nieuwe vierde lijn het zuiveringsslib van drie noordelijke waterschappen verwerkt. EEW levert samen met andere duurzame energiebedrijven stroom en warmte aan het industriegebied. Dit heeft bijgedragen aan een CO2-reductie van 55% in de regio. “We voorzien het gehele industriegebied van alternatieve energie”, aldus De Jager. De samenwerking met lokale partners, waaronder de Rijksuniversiteit Groningen en het Chemport Innovation Center, versterkt de regionale focus en stimuleert verdere innovatie.
Wij zijn geen eindstation, maar één grote bron van terugwinning
Pilot Dit jaar start ook een pilot voor de afvang van stikstofoxiden (NOx), waarbij deze worden omgezet in herbruikbaar salpeterzuur. NOx-afvang is een technologie om stikstofoxiden uit uitlaatgassen of industriële emissies te verwijderen. Ook wordt gewerkt aan waterrecycling uit het verbrandingsproces en fosforterugwinning uit verbrandingsassen van de slibverwerkingsinstallatie. Een samenwerking met een Duits bedrijf moet de fosforrecycling opschalen van 1.500 ton naar 15.000 ton per jaar. “De schaal waarop wij recycling, grondstofterugwinning en de energietransitie toepassen, is aanzienlijk.”
Toekomstvisie De toekomstvisie is helder: van pure afvalverbrander naar een industrieel complex dat grondstoffen terugwint. “Tegen 2050 heb je van de huidige twaalf installaties in Nederland er hopelijk nog maar één of twee nodig, omdat we allemaal recyclen”, schetst De Jager. Maar deze transitie moet volgens hem niet worden geforceerd door overheidsmaatregelen die afvalverbranding simpelweg uitfaseren, gebaseerd op het hardnekkig misverstand dat afvalverbranders ‘alleen maar’ recyclebare kunststoffen verbranden. “Recycling komt onder andere niet op gang omdat er onvoldoende vraag is, omdat de producten die eruit voortkomen niet kunnen wedijveren met ‘virgin’ materiaal. Daarnaast blijft er bij veel recyclebedrijven een afvalstroom over die alsnog verbrand moet worden.
De Jager pleit voor een Europese aanpak. “Als wij de installatie hier uitzetten, dan gaan ze in Polen, Italië of waar dan ook bouwen wat we hier al hadden, tegen slechtere condities. Het afval is immers niet ineens weg. Afval, circulariteit en duurzaamheid zijn een wereldwijd probleem. Maar laten we het dan in ieder geval voor ons op Europese schaal bekijken. Maak bijvoorbeeld biomethanol met je CO2 en waterstof, daar kun je schepen op laten varen die afval van Italië naar Nederland brengen. Dan heb je duurzaam transport, goede verwerking en grondstofterugwinning.”
Forse investeringen De investeringen zijn fors: zo’n 200 miljoen euro voor de huidige projecten, met nog eens 300 miljoen aan geplande investeringen voor CO2-afvang, bicarbonaatrecycling en fosforterugwinning. Maar ze zijn noodzakelijk voor de transitie. “Die moet je niet proberen af te dwingen door afvalverbranding uit te zetten”, benadrukt De Jager. “Deze transitie kun je stimuleren door de vraag naar gerecyclede grondstoffen en hergebruik tot stand te brengen.”
We voorzien het gehele industriegebied van alternatieve energie
De aanpak in Delfzijl laat zien dat afvalverwerking en circulariteit elkaar kunnen versterken. Door restwarmte te leveren aan de industrie, CO2 om te zetten in grondstoffen en innovatieve recyclingtechnologieën te ontwikkelen, ontstaat een model dat verder kijkt dan alleen verbranding. Het is een transitie die tijd nodig heeft, maar wel één met een duidelijk eindpunt: een circulaire economie waarin afval niet langer bestaat, maar dient als grondstof voor nieuwe producten.