21 nov 2025
|
Industrie
De Nederlandse maakindustrie staat onder druk. Technisch personeel is schaars en de concurrentie uit landen als China groeit snel. Daar wordt vaak goedkoper én sneller geproduceerd. Door de vergrijzing verdwijnt veel ervaring. Tegelijkertijd zijn er te weinig jonge vakmensen. Daardoor dreigt onmisbare kennis verloren te gaan. Bedrijven hebben moeite om hun productie op niveau te houden.
De uitstroom van ervaren krachten in de maakindustrie zorgt niet alleen voor gaten op de werkvloer, maar ook voor het verdwijnen van cruciale kennis. Dit probleem speelt bijvoorbeeld bij werkvoorbereiding en productiemanagement. “Het opleidingsaanbod is ontoereikend”, stelt Tim van de Zandt, landelijk programmamanager bij Stichting Smart Industry. “Ondernemers die medewerkers zoals werkvoorbereiders binnenkort met pensioen zien gaan, zitten met de handen in het haar.”
Stichting Smart Industry is een publiek-privaat initiatief van onder meer FME, TNO, Metaalunie en het ministerie van Economische Zaken. Deze stichting helpt bedrijven bij hun digitale transformatie en werkt onder andere via fieldlabs en assessments aan het behoud van industriële kennis.
Digitalisering hapert Ondanks de mogelijkheden van digitalisering stokt de vooruitgang. Veel bedrijven worden geleid door ondernemers die zich voorbereiden op verkoop of moeite hebben met digitale vernieuwing. Daardoor blijft verandering uit. Nieuwe bestuurders zijn nodig om de omslag te maken. Tegelijkertijd missen medewerkers vaak digitale vaardigheden. “Een elektrotechnicus van mijn leeftijd heeft nooit informatica gehad in de opleiding”, aldus Van de Zandt. “Zonder bij- en omscholing blijft veel potentieel onbenut.” Financiering is een tweede struikelblok. Banken zijn terughoudend, waardoor vooral mkb’ers grote investeringen zelf moeten dragen. Voor veel eigenaren leidt dat tot uitstel en verlies aan concurrentiekracht. De stichting ondersteunt ondernemers die hun bedrijf productiever willen maken. Via een breed netwerk van Smart Industry technologiepartners worden faalkosten gereduceerd en de omzet verhoogd.
Internationale druk groeit snel De kloof met China is zichtbaar op het gebied van precisietechnologie. Chinese fabrikanten beheersen inmiddels high-precision tooling en productie op micronniveau. Hun kwaliteit én lage kosten kunnen Nederlandse maakbedrijven nauwelijks evenaren. “We dachten dat China kopieerde; nu lopen ze al voor. Elke extra robot in China levert bovendien weer betere robotdata op, en dat vliegwiel missen wij.”
Grote spelers zoals ASML dwingen toeleveranciers tot kostenreductie. Wie niet meebeweegt, dreigt marktaandeel te verliezen. “ASML wil 30% goedkoper inkopen. Daarvoor moeten zelfs tier-3 toeleveranciers hun processen herzien”, stelt Van de Zandt.
Praktische stappen en kansen Toch zijn er ook kansen. Kleine, goedkope sensoren en eenvoudige AI-toepassingen maken het mogelijk om machines lokaal te monitoren en energieverbruik te verlagen. “De technologie is er, de knowhow om te implementeren ook”, aldus Van de Zandt. Smart Industry vertaalt elke interventie naar rendement, vaak in de vorm van 10 à 20% productiviteitswinst, precies het soort ademruimte waarmee bedrijven kunnen blijven investeren.
Ondernemers die willen beginnen, kunnen terecht bij een van de vijf regionale Digital Innovation Hubs. “Maak eerst een foto van je bedrijf via een assessment”, adviseert Van de Zandt. “Dan weet je waar de winst te halen is.”