24 feb 2021
|
Economie
Journalist: Féline van der Linde
Nederland kent een van de beste rechtssystemen ter wereld, maar dat neemt niet weg dat er nog altijd bepaalde zaken in het Nederlands strafrecht zijn met haken en ogen. Zo wordt het advocaten geregeld moeilijk gemaakt bij de verdediging van cliënten wanneer zij getuigen willen laten horen. Een goed moment om de huidige stand van zaken van de Nederlandse rechtsspraak onder de loep te nemen met Gerard Spong, bekend advocaat, opiniemaker en schrijver van juridische thrillers.
Waarom besloot u rechten te gaan studeren?
“Rechten vond ik veel interessanter dan de eerste studie die ik volgde, politicologie. Al snel bleken er een aantal hoogleraren te zijn die me inspireerden en die mij in bepaalde mate hebben gevormd. Zoals professor Pitlo (burgerlijk recht) en Enschedé (strafrecht). Naast het juridische vak zijn er ook een aantal schrijvers door wie ik in een bepaalde mate ben beïnvloed.”
Met meer dan veertig jaar ervaring moet u vele veranderingen in de rechtsspraak hebben meegemaakt.
“Dat klopt. Ik heb meerdere belangrijke veranderingen op het gebied van rechtsvordering meegemaakt. Een belangrijke daarvan is dat bijvoorbeeld vormverzuimen niet zonder meer tot bewijsuitsluiting of strafvermindering kunnen leiden. Daarnaast zijn de rechten van de slachtoffers enorm uitgebreid. En is er veel meer aandacht gekomen voor de vereisten van een eerlijk proces. Deze ontwikkelingen hebben zich op strafvorderlijk gebied voltrokken. Maar ook op strafrechtelijk gebied zijn er aantal ontwikkelingen die ik graag zou willen uitlichten. Zo heeft zich rond 1985 een enorme ontwikkeling voorgedaan rondom euthanasie. En de rechtsspraak die is ontwikkeld tegen criminele organisaties is enorm ontwikkeld. Uiteindelijk is de strafrechtelijke aansprakelijkheid toch nog altijd vrij ruim. Dat zou wat mij betreft een tandje minder mogen.”
Wat bedoelt u daar precies mee?
“Zo heb ik bijvoorbeeld veel moeite met het feit dat de liefjes van criminelen tamelijk hard wegens witwassen worden gestraft, terwijl zij in feite alleen maar af en toe een gouden collier krijgen of af en toe een kopje thee klaarzetten. Zij worden in feite ook gezien als criminelen, terwijl ik hen meer zie als schuldhelers of schuldwitwassers.”
Waar hekelt u zich nog meer aan in de Nederlandse rechtsspraak?
“We hebben door de jaren heen een enorme slinger gemaakt naar het crime control model, naar Amerikaans voorbeeld. En graag zou ik weer meer terug gaan naar een due-proces. In Nederland hebben we een enorme focus op het voorkomen en beheersen van criminaliteit door procedures af te slanken en het de verdediging zo moeilijk mogelijk te maken. In Nederland is het nog altijd een struggle voor advocaten om getuigen te laten horen. Maar de laatste uitspraak van het Europees Hof laat een fundamentele verschuiving zien, in het voordeel van de verdediging.”
Waarom was deze uitspraak zo belangrijk?
“In de Nederlandse rechtsspraak worden onderzoekswensen van de verdediging aan zeer strenge eisen onderworpen. Om technisch onderzoek te kunnen aanvragen in een zaak is het eerder het geval dat zo’n verzoek wordt afgewezen dan toegewezen. En dat brengt ongelijkheid met zich mee. Advocaten moeten nu op hun knieën smeken voor een onderzoek en dat zorgt voor onevenwichtigheid in het proces en daarmee reden voor gerechtelijke dwalingen. Dat moet dus veranderen.”
Een andere ontwikkeling die zich al een aantal jaren voltrekt is de digitalisering in de advocatuur. Hoe staat u daar tegenover?
“Ik kan mij daar natuurlijk niet aan onttrekken. Ik volg de ontwikkelingen dan ook op de voet. Zo ben ik de trotse bezitter van een laptop en is mijn hele kantoor gedigitaliseerd. Ik ben wel echt een absolute digibeet, maar je ontkomt niet meer aan de digitalisering. Alle literatuur moet nu ook digitaal kunnen worden aangereikt. En eigenlijk vind ik dat ontzettend jammer. Een aantal belangrijke handboeken worden nu ook niet meer aangevuld en zijn alleen maar digitaal te verkrijgen. Dat vind ik jammer, want nog altijd streep, kras en kleur ik graag in losbladige uitgaven. En dat gaat in digitale toestand toch lastiger. Natuurlijk is het voor advocaten ook gemakkelijk. Zij kunnen nu snel aan informatie komen voor de verdediging. “
Maar...
“Digitalisering zorgt ook voor een hoop rompslomp. En dan bedoel ik met name de administratieve rompslomp. En dat werkt eerder verlammend dan versterkend. Advocaten zijn bijvoorbeeld veel tijd kwijt aan het invullen van volstrekt niet noodzakelijke formulieren. Dat moet dan weer verwerkt worden, ergens goed worden opgeslagen en ga zo maar door.”
Zou u advocaten in de dop iets willen meegeven?
“Werk hard. En blijf vooral creatief en jezelf. Dat heeft mij behoorlijk goed geholpen.”
Wat zou u zelf nog graag willen bereiken?
“Ik ben volkomen ambitieloos. En ik denk dat dat een goede eigenschap is, zeker in de tijd waarin we nu leven. Iedereen is altijd maar druk en gestresst, maar zonder of met minder ambities leid je geen gestresst leven. Dat zouden wat mij betreft meer mensen moeten doen.”