6 mei 2022
|
Levensstijl
Journalist: Jerry Huinder
|
Foto: Wesley de Wit
Jezelf zijn. Dat is het belangrijkste streven voor topman Peter Lubbers van Banijay Benelux, maker van onder meer Op1, Ik Vertrek, Big Brother, Expeditie Robinson, Race Café en verschillende sportdocumentaires. “Als ik lekker in mijn vel zit, dicht bij mijn eigen kern, heb ik niet eens het idee dat ik aan het werk ben.”
Hoe beweeg je je als CEO van de Benelux-tak van het grootste onafhankelijke productiehuis ter wereld in de mediascene, berucht om de feestjes gecombineerd met een topsportmentaliteit waar regelmatig een extreme werkdruk bij komt kijken? “Ergens in het midden”, is het antwoord op deze vraag van Peter Lubbers, de man om wie het hier gaat. Volgens Lubbers is de mediawereld een dynamische, creatieve en gezellige branche waar met grote focus wordt gewerkt, zeker als je kijkt naar live programma’s, maar ook bij andere producties. En dat vereist volledige commitment. “Er wordt heel intensief samengewerkt in grote groepen, zeker bij televisie, daar gaat het echt om teamwork waar elk radertje telt. Binnen de mediawereld werk je vaak in een snelkookpan, waarin je toewerkt naar het hoogtepunt: de opnames. Daar hoort ook bij dat je de successen viert, de druk moet er soms af. Maar: in dat hele spel moet je wel je grenzen bewaken, zelfdiscipline hebben. Daarom zeg ik: in het midden. Het is topsport, maar het is de kunst om dat te verenigen met plezier en ontspanning en een balans daarin te vinden.”
Waar ligt die balans voor u?
“Die ligt in het feit dat je iets doet waar je jezelf kan zijn en waar je onderaan de streep energie van krijgt. Dat je ruimte krijgt om je eigen ding te doen, dat je fouten mag maken, vertrouwen krijgt en dat je iets doet waar je je talent in kwijt kan. Als je dat koppelt aan doen wat je leuk vindt, dan is het stukken makkelijker om je grenzen te bewaken en de balans te vinden. Daarnaast is er een fysieke component die je in de gaten moet houden. Het is moeilijk om mentaal in balans te zijn als je fysiek niet in orde bent. Die balans is door de jaren heen natuurlijk wel verschoven, als je jong bent, kan je lichaam wat meer aan. Nu houd ik de regelmaat en structuur veel meer in de gaten.”
Hoe bent u als leidinggevende?
“Het is de kunst om onvoorwaardelijk aanwezig te zijn en achter je mensen te staan, niet ervoor. Mensen moeten hun pad kunnen bewandelen binnen een bepaalde bandbreedte en mogen hun kop stoten. Maar als ze heel diep vallen, moet je er als leidinggevende staan om ze op te vangen. Dat lukt natuurlijk niet altijd, maar dat is het ideaal, de denkrichting die ik probeer te hanteren. En natuurlijk streef je naar een optimaal resultaat en moet je als leidinggevende een richting aangeven en kaders uitzetten, maar daarbinnen krijg je mensen alleen in optimale flow als je ze dat vertrouwen en die autonomie kan geven. Dan ontstaat de creativiteit, de energie, de dialoog die je nodig hebt voor het goede resultaat.”
Hoe zit het met de werk-privébalans?
“Die is verschoven naarmate ik ouder ben geworden. In het begin van mijn carrière stond werk heel erg centraal, als je bij het nieuws werkt, dan slokt dat je op. Met de komst van kinderen verandert dat. En ook toen heb ik echt nog weleens gehad dat ik met mijn kinderen in de speeltuin stond met mijn telefoon aan mijn oor om te vergaderen. Dan kwam ik niet uit de actiestand, die zo bij de mediawereld hoort. Die grenzen hanteer ik nu strakker, als ik thuis ben, probeer ik ook echt thuis te zijn. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Dat heb ik wel echt moeten leren, met vallen en opstaan. Ik wandel regelmatig, zonder muziek en telefoon, ik heb die stilte nodig om bij mijn eigen kern te blijven.”
Praat u daarover met uw collega’s?
“Zeker. En begrijp me niet verkeerd, er moet hier hard gewerkt worden, maar ik wil ook dat mensen hun rust pakken. Dat is zo belangrijk om te presteren. Een van mijn collega’s gaat komende zomer twee maanden op reis om zijn hoofd vrij te maken, dat moedig ik van harte aan. Maar het blijft een lastig evenwicht. Zo werd ik er laatst op aangesproken dat ik op zondagochtend mailtjes stuurde. Voor mij werkt dat prettig, ik bereid dan mijn week voor, maar voor andere mensen was dat belastend, want die hadden het idee dat ze moesten antwoorden op zondag. Totaal niet mijn intentie om zo druk op mensen te leggen. Een goede les, ik moet als leidinggevende voorleven. Ik ben voorwaardenscheppend als leider, daar moet ik me bewust van zijn.”
En wat leeft u dan voor?
“Belangrijk is dat je jezelf goed moet kennen. Wie ben je, wat wil je, hoe sta je in het leven, wat zijn je waarden? Vanuit daar kan je leven, werken, alles doen. De weg van het leven is om uiteindelijk weer jezelf te worden. Pas dan kom je in een flow, in een gezonde balans, waar mooie dingen kunnen ontstaan. Als ik het bij mezelf houd: als ik lekker in mijn vel zit, heb ik niet eens het idee dat ik aan het werk ben. Maar dat is ook iets dat komt met de leeftijd, ik kan me heus herinneren dat ik vroeger in een redactievergadering zat bij RTL Nieuws en ik helemaal niet wist wat ik met mezelf en mijn collega’s aan moest. Ik durfde amper mijn vinger op te steken, dat kostte al heel veel energie. Punt is dat ik daarvan heb geleerd en zodoende steeds meer ben gegroeid. Alle stappen hebben nut gehad in het ontwikkelen naar mezelf toe. Dat is het mooie van ouder worden. Ik leef nu veel meer vanuit mijn eigen waarachtigheid, zonder masker.”
Tot slot: hoe krijgt u het voor elkaar dat uw werknemers dit begrijpen? Er zullen er aardig wat rondlopen die ‘jong zijn en wat willen’ met allerlei maskers van dien.
“Dat is ook best wel ingewikkeld. Het is goed om je vakmatig te blijven ontwikkelen, maar persoonlijke ontwikkeling is daarbij ook cruciaal. Ik zal dat altijd stimuleren en wil daarin zelf ook het goede voorbeeld geven, want ik heb aan den lijve ondervonden dat het DNA van een bedrijf bepaald wordt door de CEO. Vanuit dat perspectief hoop ik heel erg dat de waarden waar ik voor sta, zoals in waarheid leven, moedig en vrij durven te zijn, altijd de dialoog opzoeken, doorleven in het bedrijf. En ik ben zeker niet Mister Perfect daarin hoor, maar ik doe wel mijn best.”