26 okt 2021
|
Levensstijl
Journalist: Féline van der Linde
Klimaatverandering is een van de grootste wereldwijde uitdagingen van dit moment. Om de wereld leefbaar te houden is het cruciaal om klimaatverandering te beperken, niet in 2050, maar nu. Door de uitstoot van broeikasgassen fors terug te dringen en de natuur in te zetten als bondgenoot. Een natuurlijk landschap levert een onmisbare bijdrage aan het klimaatprobleem. Moerassen, venen, kustecosystemen en bossen leggen enorme hoeveelheden koolstof vast. Met de natuur als basis voor het tegengaan van klimaatverandering werken we tegelijkertijd aan een ander, misschien nog wel veel groter, probleem: de biodiversiteitscrisis. Van de oorspronkelijke biodiversiteit in Nederland is nog maar vijftien procent over. Wat betreft natuurkwaliteit bungelt Nederland onder aan de Europese lijstjes. Het lijkt wel of we ons niet beseffen dat we voor onze gezondheid, voedselvoorziening, grondstoffen en zoetwater van de natuur afhankelijk zijn.
Dat het klimaat gaat veranderen, is niet meer te voorkomen. De aarde is aan het opwarmen en de gevolgen daarvan voor Nederland zijn extra groot. Nederland is de delta van West Europa. De grote rivieren Rijn, Maas, Schelde en Eems komen in ons land samen en monden hier uit in de Noordzee en Waddenzee. Een groot deel van Nederland ligt onder zeespiegelniveau en in het overstromingsgebied van de grote rivieren. In Nederland komt het water dus van twee kanten: door klimaatverandering stijgt de zeespiegel en worden de rivierafvoeren grilliger. We krijgen vaker te maken met extreem weer, dat ook nog eens onvoorspelbaarder wordt. De watersnood in Limburg laat zien dat we alle zeilen moeten bijzetten om droge voeten te houden. Daarnaast krijgen we te maken met langere periodes van droogte. Na afgelopen zomer zijn we bijna vergeten dat we daarvoor drie uitzonderlijke droge zomers op een rij hadden met grote gevolgen voor de beschikbaarheid van zoetwater voor drinkwater, industrie, landbouw en natuur. Ons land is een internationaal knooppunt voor water, maar ook voor de natuur. Bijzondere vissen zoals de zalm en fint trekken hier van de rivieren naar zee en terug. Miljoenen vogels zijn afhankelijk van onze natuur als tussenstop in hun jaarlijkse trek van noord naar zuid (en vice versa). Voor een klimaatbestendig Nederland moeten we water en natuur veel meer ruimte geven.
Een landschap met natuur als basis is de meest veerkrachtige en duurzame manier om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen en tegelijkertijd de biodiversiteitscrisis te bestrijden. Bossen zijn de thuisbasis van 80 procent van de biodiversiteit op land, ze zorgen voor schone lucht en water, beschermen tegen erosie en aardverschuivingen en helpen het klimaat te reguleren door CO2 uit de atmosfeer te verwijderen. Natuurlijk ingerichte uiterwaarden kunnen hoog water opvangen en golven dempen. Mangrovebossen kunnen CO2 opslaan en vormen een natuurlijke kustbescherming bij een stijgende zeespiegel. Langs de bovenlopen van rivieren en beken werkt natuur als een spons: bij stortbuien wordt het regenwater opgenomen in de bodem en stroomt het minder snel naar beneden. Hierdoor worden hoogwaterpieken voorkomen en is er langer water beschikbaar in droge perioden. Nederland heeft al veel ervaring met deze ‘nature based solutions’. Zonder de programma’s Ruimte voor de Rivier langs de Rijn en Maaswerken langs de Maas hadden we een nog veel groter probleem gehad deze zomer na het extreme weer in Duitsland en België. Een voorbeeld van een ‘ nature based solution’ die meteen tot de verbeelding spreekt is de Millingerwaard bij Nijmegen. In de jaren tachtig was de Waal hier compleet vastgelegd met dijken en kribben en werden de uiterwaarden intensief agrarisch gebruikt. De Millingerwaard was een van de eerste gebieden in Nederland waar de rivier weer meer ruimte kreeg. Intensieve landbouw maakte plaats voor nevengeulen, rietmoerassen, ooibossen en struinpaden. Dit leverde niet alleen unieke rivierwildernis op, maar ook een hogere waterveiligheid en een flinke impuls voor de regionale toeristisch-recreatieve economie.
Regeringsleiders wereldwijd beginnen allemaal de urgentie in te zien en zeggen vele miljarden toe voor de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitcrisis. Maar Nederland blijft vooralsnog stil. Het is hoog tijd dat onze overheid de vele toespraken en beloften omzet in actie. Niet alleen tijdens de aankomende klimaatconferentie, maar ook op de internationale conferenties over biodiversiteit en klimaatadaptatie die daarop volgen zijn bindende afspraken nodig. Door in te zetten op natuurlijke oplossingen voor het klimaatprobleem dragen we tegelijkertijd bij aan het tegengaan van het enorme verlies aan biodiversiteit: twee vliegen in één klap. Als Nederland zijn we trots op onze internationaal bekende watersector, maar we staan ook bekend om onze eeuwige strijd tegen het water. Laten we dit voor eens en voor altijd beter doen en de natuur als onze bondgenoot omarmen. Meer ruimte voor natuur, betere natuurkwaliteit en goede verbindingen tussen natuurgebieden is niet alleen essentieel om de negatieve biodiversiteittrend om te buigen naar een positieve trend, maar ook om ons land aantrekkelijk, veilig en welvarend te houden. We leven toch veel liever in een natuurpositief land?