Deel dit artikel:

9 feb 2018

|

Industrie

Lupine: een historisch gewas met potentie

Journalist: Marc van der Sterren

Lupine is een historisch gewas met grote potentie. Gezonder dan andere peulvruchten, past uitstekend in een modern dieet en is duurzaam bovendien. Het wachten is op een plusje.

Akkers vol statige bloemen in aren. Geel, blauw of wit. Het zou Udo Prins, onderzoeker Duurzame Teelt bij het Louis Bolk Instituut dat werkt aan ras- teelt- en marktverbeteringen, een lief ding waard zijn als het Nederlandse landschap verrijkt zou worden met dit soort percelen. Niet dat hij in de eerste plaats een bloemenliefhebber is; het zou vooral een mooie aanvulling zijn voor de akkerbouw, waar al zoveel gewassen zijn weggevallen. En belangrijker nog: de lupine, de statige bloem waar Prins aan denkt, zou een gezonde impuls betekenen voor het huidige voedingspatroon.


Lupine is een historisch gewas dat begin vorige eeuw als groenbemester in het Noordwesten van Europa opdook. Inmiddels is ze verdrongen door de soja die massaal wordt geïmporteerd voor veevoer en humane consumptie. Erg jammer, vindt Prins, want de lupine past volgens hem uitstekend binnen een modern dieet. “Het zit hoog in eiwit, maar heeft weinig zetmeel. In plaats van de gemakkelijke koolhydraten bevat het vooral vezels, wat gunstig is voor de darmgezondheid. Het heeft gunstige invloeden op het voorkomen van welvaartsziekten als diabetes en obesitas.”


Vergeleken met andere voedingsmiddelen mag het dan gunstiger zijn voor de consument, de voedingsmiddelenindustrie er nog niet op is ingesteld. Plantaardige eiwitten in vleesvervangers komen voornamelijk uit soja, geïmporteerd uit met name Zuid-Amerika. Terwijl Lupine ook voor de akkerbouw grote pluspunten heeft. De vlinderbloemige bindt stikstof uit de lucht. Er zijn tal van soorten voor zowel de schralere gronden, de zandgronden en de kalkrijke gronden.


Toch moet er wel nog wat veranderen. Het historische gewas heeft decennia stilgestaan, er heeft nauwelijks veredeling plaatsgevonden. Het Louis Bolk Instituut werkt daarom, samen met andere partijen, aan rasverbetering voor een hogere en stabielere productie. Maar ook aan teeltoptimalisatie. Prins: “Er ligt al een teelhandleiding voor de akkerbouwer”.


In Flevoland en Drenthe loopt een project met innovatiesteun. “Wij maken ons sterk om er een commercieel gewas van te maken”, legt Prins uit. “Wat we nodig hebben is een plusje. Zodat de akkerbouwer een opbrengst naar waarde kan ontvangen.” Prins denkt aan een saldo hoger dan dat van tarwe. Zijn hoop is gevestigd op de levensmiddelenindustrie. “We hebben partijen nodig met een visie van drie tot vijf jaar. Partijen die een duurzame, regionale innovatie willen ondersteunen. “


Zo’n partij kan functioneren als vliegwiel voor de Nederlandse lupineteelt. Als dat plusje eenmaal geleverd kan worden, komt de teelt van de beoogde duizend hectare in de buurt. “Duizend hectare is ons streven. Bij die omvang wordt het echt een commercieel gewas.” Het Nederlandse platteland krijgt dan een heel ander aanzien. Misschien al binnen vijf jaar.

Gesponsord