24 mrt 2021
|
Economie
Journalist: Féline van der Linde
Van de ene op de andere dag zag de mobiliteitswereld er anders uit door het coronavirus. Scholen gingen dicht, veel Nederlanders moesten noodgedwongen thuiswerken, het openbaar vervoer verkleinde haar capaciteit en dienstregeling en nog veel meer.
“Ook bedrijven en overheden kwamen in een compleet andere realiteit, vertelt Jan van Delft, voorzitter van Vereniging Zakelijke Rijders. “Waar voorheen geacht werd dat we op kantoor werken en reizen met de auto te doen bleek dit ineens niet meer zo normaal. Het kon namelijk ook anders. Op het gebied van zakelijke mobiliteit had dit tot gevolg dat er veel minder zakelijke kilometers werden gereden. Lange tijd was er geen sprake van files, binnensteden waren stil en de luchtkwaliteit ging met sprongen vooruit.”
Langzaam maar zeker lijkt het erop dat we in een fase terechtkomen waarin de overheid en werkgevers opgelegde beperkingen aan de mobiliteit gaan versoepelen, gaat Van Delft verder. “Maar wat gaat er gebeuren met de zakelijke mobiliteit? Door het thuiswerken is de kennis en bereidheid om door middel van e-working het werk doorgang te laten vinden vergroot. Voor de coronacrisis werkte 5 procent van de beroepsbevolking regelmatig of altijd thuis. Tijdens de piekmomenten van de coronacrisis liep dit aantal op tot wel 60 procent. Uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid naar de effecten van de coronacrisis op het mobiliteitsgedrag en mobiliteitsbeleving blijkt dat 27 procent van de respondenten heeft aangegeven dit patroon regelmatig blijvend te willen doorzetten. Fysieke aanwezigheid op kantoor is niet altijd nodig en werken en vergaderen kan in de meeste gevallen goed thuis en online. Zo kunnen files worden vermeden, maar ontstaat er ook een betere balans tussen werk en privé. De auto, het openbaar vervoer, flex-workspots en thuiswerken zullen worden afgewisseld om zo individuele mobiliteitswensen in te vullen. De agenda van de week zal gaan bepalen hoe en wanneer men zich gaat verplaatsen. Door dit slim en goed af te stemmen zal de filedruk afnemen en ervoor zorgen dat de eerstkomende jaren onze bereikbaarheid over de hele dag en week genomen gewaarborgd blijft. En minder zakelijke kilometers betekent minder uitstoot en minder files. Kilometers die toch worden gemaakt moeten bij voorkeur groen zijn om bij te dragen aan een groenere en gezondere toekomst.”
De toenemende behoefte aan flexibiliteit, individualiteit en connectiviteit wat betreft de zakelijke mobiliteit zullen in de toekomst verder aan belang winnen, aldus Van Delft. “Hierdoor kan de effectiviteit en concurrentiekracht van de Nederlandse economie worden behouden en versterkt. Deze ontwikkelingen moeten tegelijkertijd in balans zijn met de gestelde milieueisen, maar om de voordelen te behouden die het duurzame karakter van de trends heeft zijn er een aantal zaken in de wet- en regelgeving die zouden moeten veranderen. Zo zou de aanpassing van de bijtelling en andere fiscale wetgeving leiden tot een stimulans van thuiswerken. Werkgevers moeten de digitale infrastructuur van medewerkers thuis en onderweg en op het werk continu verbeteren, uitbreiden en veiliger maken. En traditionele autoregelingen moeten worden vervangen door ‘mobiliteits en e-work regelingen’. Hierdoor verdwijnt de focus op de auto en wordt ruimte gemaakt voor e-working en alle bestaande beschikbare middelen zoals de fiets en het ov. Ten slotte moeten de milieueffecten van ons handelen en onze mobiliteit even belangrijk in de afweging zijn van keuzes als kostenbeheersing, waarbij overheden, werkgevers en investeerders flexibele mobiliteitskeuzes stimuleren en vergemakkelijken. Het inrichten van bijvoorbeeld hubs-uitwisselpunten en flex-werkplekken in en rond economische centra kunnen hier aan bijdragen.”