9 mei 2019
|
Levensstijl
Journalist: Sylvana Terlage
Musea zijn hot. Vooral onder millennials die graag op een modernere manier in aanraking komen met de cultuursector. Zoals tijdens een drie-gangen ontbijt op een vroege zondag ochtend in het Stedelijk Museum met als aanvulling poëzie, performance en film op het programma. Of omdat ze graag met cocktailglazen klinken tussen de kunstwerken van Vincent in het Van Gogh museum.
Maar misschien wel het allerbelangrijkste: omdat millennials graag in een visueel aantrekkelijke setting de cultuurbeleving ‘Instagrammable’ maken. Ofwel, ze willen erg graag selfies schieten met een achtergrond in waanzinnige ruimtes, zoals de kamer van Roy Lichtenstein in het Moco Museum of tijdens de kleurexplosie voor de kawaii-installatie van expo Cool Japan in het Tropenmuseum.
Daarom wordt er binnen de kunst en cultuursector met een open blik en veel creativiteit over de grens van de eigen discipline gekeken om een uitdagende sfeer neer te zetten en een aanvullend aanbod van evenementen te programmeren. Allemaal om een breder en inclusiever publiek te trekken. “Dat klopt”, aldus Annemarie den Dekker, directeur van Rijksmuseum Muiderslot. “Er waait een nieuwe wind in de kunst en cultuursector in vergelijking met tien jaar geleden. De blik is veel meer naar buiten gericht. Het besef begint bij zowel tentoonstelling makers als beleidsmakers in te dalen dat je echt meer divers moet worden in de breedste zin van het woord en voor alle interesses. Qua culturele en etnische diversiteit, maar ook qua leeftijd en fysieke toegankelijkheid. Dat leek een lange tijd een soort spagaat. Maar dat is helemaal niet zo, je moet gewoon op een andere manier leren kijken. Niet meer achteroverleunen en alleen beleidsplannen schrijven, maar voelen wat er speelt, je verhouden tot de maatschappij en maatschappelijke ontwikkelingen die er spelen. En tegelijkertijd trouw blijven aan de kern en welke collectie je in huis hebt.”
Binnen de sector leidt dit besef tot veel nieuwe programmeringen en evenementen rondom de klassieke manieren van het tentoonstellen. Zo zijn co-creaties enorm in opkomst. “Je kan wel voor de doelgroepen iets gaan verzinnen maar je moet het ‘met’ de doelgroepen realiseren. Er is niet één geschiedenis maar een meerstemmige geschiedenis. Dus verschillende invalshoeken invliegen met al die perspectieven is van belang. Bij ons kan dat bijvoorbeeld door na te denken over de positie van vrouwen in de middeleeuwen, of het slavernijverleden en seksuele diversiteit in het verleden. Je moet je onderwerpen aanscherpen, overgaan op actie en in gesprek met elkaar. Ruimte creëren in je organisatie, binnen je team en programmering is belangrijk. Niet meer wat vinden wij dat het publiek moet zien, maar wat zijn haakjes aan actuele thema’s en hoe kunnen we het verleden samen actueel maken. Dat is een verrijking van het palet wat je kunt bieden als culturele sector.”
En die positieve tendens is ook te terug te zien in de cijfers. Vorig jaar kwamen er bijna 700.000 bezoekers meer naar de musea dan het jaar ervoor. De 435 musea die aangesloten zijn bij de Museumvereniging trokken zo'n 31 miljoen bezoekers. Volgens het jaaroverzicht van de Museumvereniging is het aantal museumbezoeken de afgelopen vier jaar met 30 procent gestegen en verdienen musea voor het eerst zelf meer dan zij aan subsidies ontvangen. Voor een terugval van bezoekers tijdens de warmere zomermaanden hoeven musea niet bang te zijn denkt Den Dekker. “Met buitenactiviteiten en evenementen rondom verkoeling sla je een goede richting in.” In de zomer trekken veel toeristen en dagjes mensen er met de fiets op uit. Het ligt voor de hand om uit te waaien en toch te genieten van kunst en cultuur. Musea met een grote tuin of een ruim park voor de deur kunnen volop gebruik maken van de verkoeling in de natuur. “The fear of missing out zal omslaan naar the joy of missing out, meer mensen zijn op zoek naar rust momenten door drukke agenda’s en cultuur zal daar een belangrijke rol in gaan spelen”, aldus Den Dekker.