27 mrt 2020
|
Levensstijl
Journalist: Merel de Bruijn
Lief voor de koeien, goed voor de natuur én ook nog eens heel lekker. Ga je voor biologische kaas, dan weet je precies wat voor product je op de kaasplank of paastafel serveert!
De consumptie van biologische kaas zit al jaren in de lift. De consumptie groeit met vier tot vijf procent per jaar. Niet gek als je het proces onder de loep neemt. Het grootste verschil met ‘gewone’ kaas? De koe heeft een ander en vriendelijker leven. In tijden waarin de koe als productiemiddel wordt gezien, gaat dat er in de biologische sector heel anders aan toe.
Biologische koeien lopen een groot deel van het jaar in de wei. Minimaal 120 dagen per jaar en ten minste zes uur per dag. Naast veel weidedagen moet ook de stal aan vereisten voldoen: er moet genoeg daglicht en frisse lucht aanwezig zijn. En de koe moet minimaal zes vierkante meter ruimte hebben, met een zacht en droog ligbed.
Veel biologische boeren hanteren de term ‘biologische bedrijfsvoering’. Dat betekent simpelweg dat zij geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken. De grond waarop de koeien grazen, wordt gezond en vruchtbaar gehouden met onder andere de mest van die dieren zelf en biologische compost.
Voor de dieren betekent biologische bedrijfsvoering, naast veel ruimte, dat er geen preventieve geneesmiddelen worden gebruikt. Dus geen overmatig gebruik van antibiotica of andere geneesmiddelen. Kalveren worden gevoed met pure melk van de koe. De koeien zelf worden alleen gevoed met biologisch voedsel.
En dat pure en natuurlijke proef je ook terug in de kazen. Deze worden van zuivere en rauwe melk gemaakt. Zonder conserveringsmiddelen en toegevoegde smaak- en kleurstoffen. De smaak ontwikkelt zich gedurende een langere periode door natuurlijke rijping. Een belegen kaas, bijvoorbeeld, ontwikkelt zich in alle rust. De smaken van biologische kazen veranderen naar gelang het seizoen en het weer onder deze omstandigheden. Puur natuur dus!