Deel dit artikel:

9 feb 2018

|

Industrie

‘Nederland is kraamkamer van wereldwijde landbouwinnovaties’

Innovaties tillen de voedselproductie wereldwijd op een hoger plan. Nee, de verkoop van de modernste technologie helpt de concurrentie niet in het zadel, stelt Ruud Huirne, directeur bij de Rabobank. “Onze landbouw is alweer bezig met de volgende vernieuwing.”

De groeiende wereldbevolking en de stijgende welvaart hangen als een zwaard van Damocles boven onze planeet. In 2050 zal de wereldbevolking zijn gegroeid van 7 naar 9 miljard inwoners. Het gemiddeld besteedbaar inkomen ligt tegen die tijd ook een stuk hoger. Om tegemoet te komen aan de vraag naar voedsel van gezondere en welvarender mensen, moet de wereldwijde voedselproductie met minstens 60 procent groeien, heeft de Rabobank berekend. Voor de bank die wereldwijd leidend is in food en agri is dat geen reden om in de stress te schieten. Integendeel. De Rabobank ziet juist volop kansen.


Ruud Huirne heeft niet één toekomstvisie. Wat betreft kansen voor de Nederlandse food- en agrisector houdt hij er maar liefst drie vergezichten op na. Ten eerste is er de efficiëntieslag. Er moet meer worden geproduceerd met minder input. “De productiviteit moet omhoog. Vraag is: hoe halen we meer uit onze grondstoffen en dieren? Hoe kunnen we meer produceren met minder energie, kunstmest en chemische middelen? Hoe kunnen we afval- en reststromen nog beter hergebruiken?” Een tweede lijn is die van de voedselketen. In de ogen van Huirne liggen de plek van productie en die van de toekomstige consument niet per definitie bij elkaar in de buurt. Bij alle schakels tussen grond en mond valt nog veel te verbeteren. Transport, verwerking, opslag en bewaring kunnen allen bijdragen aan deze efficiëntieslag en vooral beter op elkaar aansluiten. Een derde visie betreft het voedsel zelf dat sturend wordt in heel deze keten. “In de toekomst wordt meer gekeken naar de doelen van voedsel. En naar de wensen van verschillende doelgroepen.” Huirne noemt sporters, ouderen, patiënten en mensen met gevoeligheden voor bepaalde ingrediënten. Hij voorziet voor iedereen een persoonlijke Schijf van Vijf.


Sport, gezondheid en leeftijd spelen daarin een belangrijke rol, maar ook kwesties als ondervoeding en obesitas. Want niet alleen telt de wereld bijna een miljard inwoners die vrijwel niks te eten hebben, ook ondervoeding veroorzaakt momenteel nog één op de drie kindersterftes; terwijl slechte voeding ook anderhalf miljard obesitaspatiënten veroorzaakt. Kortom: er liggen plenty uitdagingen. Juist voor Nederlandse food- en agribedrijven. Want als het om innovaties gaat dan is Nederland de kraamkamer. Er zijn wel twintig soorten innovaties, weet Huirne. “Zelf vind ik big data de belangrijkste.”


Met big data kan de hele keten van grond tot mond beter op elkaar inspelen. De specifieke consumentenvraag wordt kortgesloten met de rassenkeuze. Innovaties en startups spelen hier nu al op in. “Trekkers, percelen en stallen zitten vol sensoren. Er komt steeds meer informatie, van weersomstandigheden tot en met de wens van de consument. Computers schrikken niet meer van enorme ladingen gegevens, maar er is nog veel onontgonnen terrein.”


Neem de genenkaarten van planten en dieren. “Daar is ontzettend veel informatie uit te halen over productie en resistentie die uitstekend te gebruiken is voor veredeling. Nog los van een techniek als biotechnologie.” Maar ook dat laboratorium biedt volop kansen. Gentechnologie levert immers niet alleen transgene voordelen, de genenkaarten an sich geven ook veel inzicht over de aanleg van gewassen en dieren en hoe daarop in te spelen met voeding, medicijnen, bemesting en management. “Je kunt groeiprocessen aan alle kanten corrigeren en zelfs aan de voedingswaarde en de houdbaarheid van het product werken.” Want big data kan worden gebruikt in de precisielandbouw waar de nieuwste technische innovaties als drones met gps en voercomputers het volledige groeiproces van plant en dier bewaken. Wat nog niet zo lang geleden sciencefiction leek, ligt binnen handbereik. Huirne voorziet zelfs dat de biotechnologie op niet al te lange termijn producten als vlees en melk kan ontwikkelen, zonder dat daar nog dieren voor nodig zijn.


En niet alleen is Nederland na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld, van hieruit verspreiden zich ook de nieuwste ontwikkelingen. Nederland blijft wat innovaties betreft de kraamkamer voor de rest van de wereld. “We kennen hier traditioneel korte lijnen tussen het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen”, verklaart Huirne. Deze Gouden Driehoek wordt nog eens versterkt door onze open cultuur. “We zitten in dit kleine land dicht op elkaar, kijken telkens over de heg en dat levert een uitstekende voedingsbodem vol kansen.” Dit leidt tot innovaties die zich over de hele wereld verspreiden. De openheid is geenszins een bedreiging. Zelfs niet de openheid richting concurrerende landen.


Nederland bouwt zelfs actief innovatiecentra in opkomende markten in China en Afrika. Huirne noemt het uitstekend dat Nederlandse vindingen worden gekopieerd in het buitenland. Dat is alleen maar gunstig voor de wereldwijde voedselproductie en de internationale agrosector. “Intussen zijn wij in Nederland alweer bezig met de volgende ontwikkeling." Die voorsprong moeten we erin houden, “want op kostprijs kunnen we het internationaal niet winnen.” Als voorbeelden noemt hij de energieleverende kas en de melkrobot. “Jaren geleden werd stellig gezegd: ‘het kan niet’. Nu draait het. En het wordt geëxporteerd.” Zo blijft de Nederlandse landbouw z’n voorsprong behouden.

Gesponsord