Deel dit artikel:

1 mrt 2018

|

Industrie

Nederland wordt langzaam maar zeker circulair

Journalist: Erzsó Alföldy

Om Nederland in 2050 circulair te maken, moeten er flink wat meters worden gemaakt. Maar het proces is inmiddels in gang gezet. “De techniek is niet het hoofdprobleem, het gaat vooral om de sociale innovatie.”

Onlangs is een rijksbreed programma Circulaire Economie 2050 geïntroduceerd, gevolgd door een Grondstoffenakkoord. Daarin beloven 200 partijen om de Nederlandse economie circulair te maken. Einde aan het fossiele tijdperk, leve hergebruik en recycling. Althans, dat is het idee. Dit jaar moeten de 200 partijen hun respectievelijke transitie-agenda’s op de rit hebben. En in 2030 moet een tussendoelstelling zijn gerealiseerd, namelijk 50% minder gebruik van primaire grondstoffen. 


Jacqueline Cramer, emeritus hoogleraar Duurzaam innoveren en voormalig minister van Milieu, was namens de Amsterdam Economic Board één van de ondertekenaars van het akkoord. “Wij hebben ingetekend op alle vijf transitieagenda’s, namelijk Biomassa en voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. Die thema’s krijgen prioriteit in de Metropoolregio Amsterdam vanwege hun producthergebruik en hoogwaardige recycling van grondstofstromen.” Bij de transitie naar circulaire economie vormt de technologie volgens Cramer overigens niet het grootste struikelblok. “Er is in de loop der jaren een hoop geld geïnvesteerd in de techniek. Wat wij nu vooral nodig hebben is sociale innovatie: veranderingsprocessen waarbij partijen gaan samenwerken.”


Daarnaast moet de overheid de hand in eigen boezem steken. Door de doelen te expliciteren, de overgang naar circulaire economie te faciliteren en door sneller en duidelijker te handelen. Zo is bij de toepassing van biomassa volgens Cramer niet altijd helder waaróm iets niet mag. Dus blijft het voor marktpartijen onduidelijk: mogen we een bepaald product nou wel of niet in de markt zetten? Cramer: “De Nederlandse regelgeving kan duurzame innovatie remmen, zoals in de bouwsector. Daar moet dringend verandering in komen. Zorg dat mensen binnen een maand antwoord krijgen op hun vraag. En creëer meer regelvrije zones binnen regio’s, waar bedrijven vrij mogen experimenteren.”


Om de circulaire economie op gang te krijgen zijn volgens Aglaia Fischer, onderzoeker bij het Sustainable Finance Lab en Circle Economy, financiële prikkels een doeltreffend middel. “Denk aan extra belasting op CO2-uitstoot en het gebruik van nieuwe grondstoffen of aan belastingverlaging voor hergebruik. Dan gaat de markt vanzelf mee. En wij moeten slimmer met producten om leren gaan, door ze als service aan te bieden. Zo werkt een bedrijf als MUDjeans met een concept waarbij je een jeans koopt en een borg betaalt die je terugkrijgt zodra je de broek weer inlevert. Of je kan een jeans leasen tegen een maandelijkse lease fee. Daarvoor kun je, als je een gat in je broek hebt, die laten repareren. 


Ook binnen de bankwereld ziet Fischer een geleidelijke kentering. “Daar begint een andere, circulaire manier van denken bij de voorhoede: de duurzaamheidsafdeling. En de accountmanagers, die daadwerkelijk de kredieten verlenen. Die krijgen te maken met circulaire ondernemers, die bijvoorbeeld een service-model willen opzetten rond hun product. Daar kunnen ze simpelweg niet omheen.” 


Binnen de transitie naar een circulaire samenleving is echter ook voor de consument een rol weggelegd. Die wil volgens Fischer overigens best meebewegen. Zo vinden nieuwe generaties het prima om te betalen voor gebruik en service in plaats van een product, of het nu gaat om een auto of een broek. Mensen willen volgens Cramer “graag het goede doen”. Als voorbeeld noemt zij het inzamelen van plastic, wat zij als minister had ingevoerd en wat een doorslaand succes werd. “Ik zie de laatste jaar of tien een beweging, waarbij mensen allerlei initiatieven van onderaf ontwikkelen. Mensen met idealen, die het heft in eigen hand nemen en die bereid zijn daar heel hard voor te werken.”

Gesponsord