Deel dit artikel:

2 mrt 2018

|

Industrie

Nederlandse landbouw niet groen genoeg

Journalist: Annette Hoeksema

Waar Duitsland al voor een derde op groene stroom draait, doet Nederland dit slechts voor tien procent. Ook in een van de meest innovatieve sectoren in ons land, de landbouw, wordt er nog onvoldoende gebruik gemaakt van zonne- en windenergie. Hoe zou de agrarische sector duurzame energiebronnen beter in kunnen zetten?

In 2008 sloten de overheid en de agrosector het convenant ‘Schone en Zuinige agrosectoren’. In het convenant staan afspraken over verduurzaming van de agrosectoren, waarbij energiebesparing, duurzame energie en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen centraal staan. Voor 2020 moet twintig procent van de energie duurzaam zijn opgewekt. We zijn in 2017 pas op de helft van het doel. 

Zonne- en windenergie raken, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen, nooit op en zijn ook nog eens veiliger voor mens en milieu. Beide bronnen kunnen worden gebruikt om (groene) stroom op te wekken. In Nederland gebruikt men zonnecollectoren, zonnepanelen en windmolens of -turbines om duurzame stroom te genereren. Niet alleen zou een grotere inzet op duurzame energie bijdragen aan het milieu, ook zou het financieel rendabel kunnen zijn. Teveel opgewekte elektriciteit kan namelijk aan het elektriciteitsnet worden geleverd. Windmolens leveren jaarlijks per geïnstalleerde Megawatt gemiddeld 37.400 euro op (bron: Groene Rekenkamer). 

De Correspondent berekende dat windmolens een gemiddelde terugverdientijd hebben van ruim 23 weken. Omdat er in de onderzoeken die de journalist gebruikte doorgaans van een levensduur van twintig jaar wordt uitgegaan, levert een windmolen zeker negentien jaar energiewinst op.

Het feit dat Duitsland zo ver voorop loopt in groene stroom en vergelijking met Nederland komt volgens Machiel Mulder,
 Hoogleraar Regulering van Energiemarkten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), onder andere door de minder riante subsidieregelingen die Nederland hanteert voor groene energie. “Bovendien heeft Duitsland veel meer lege, open ruimten voor de plaatsing van windmolens.” De weinige plekken in Nederland die nog wijd en open zijn, moeten vooral op zee gezocht worden, waar de komende jaren dan ook nieuwe parken zullen worden aangelegd. Zonne-energie heeft hier een voordeel ten opzichte van windenergie. Want waar windmolens erg veel ruimte innemen en het landschap op een manier beïnvloeden die niet door iedereen op prijs wordt gesteld, is dat niet het geval voor zonnepanelen die op daken van gebouwen bevestigd kunnen worden. Mulder: “Zonnepanelen worden bovendien steeds goedkoper en efficiënter in productie.” 

Gesponsord