“In Nederland is het water meestal van goede kwaliteit en beschikbaar tegen een redelijke prijs”, vertelt Roy Tummers, directeur Water bij Koninklijke VEMW. “Tegelijkertijd doen zich steeds vaker situaties voor die voor een serieus watertekort kunnen zorgen. En die situaties zullen door de klimaatverandering steeds vaker voor gaan komen. We zullen steeds vaker geconfronteerd worden met lange perioden van droogte en korte, maar hevige hoosbuien zullen voor problemen zorgen. Zo kende Limburg afgelopen zomer in een korte tijd zeer hevige regenval, wat leidde tot overstromingen.”

De waterafhankelijke industrie in Nederland gebruikt zowel grond-, leiding- als oppervlaktewater. Grote industriële bedrijven verbruiken betrekkelijk veel water, om bijvoorbeeld te kunnen koelen, en steeds meer bedrijven maken concrete plannen om water te besparen en duurzamer in te zetten. Veel bedrijven kunnen niet opereren zonder water en daarop moeten risico’s worden afgestemd. Tummers: “Bedrijven die met een verduurzamingsstrategie bezig zijn houden niet alleen rekening met duurzame energiebronnen, maar ook met het duurzaam inzetten en verbruiken van water. Maar waar begin je als bedrijf? Hoe gebruik je en loos je water op een duurzame manier? Het is zinvol om een waterprofiel op te stellen. Waar koopt het bedrijf zijn water in? Sommige bedrijven pompen zelf water uit de grond en anderen kopen het in bij hun drinkwaterbedrijf. Die verschillende waterstromen moeten eerst in kaart worden gebracht. Weet je als bedrijf waar je water vandaan komt en vooral ook waar het naartoe gaat, dan kun je pas gaan beoordelen hoe besparingen gerealiseerd kunnen worden. Wil je je waterverbruik verduurzamen dan is inzicht noodzakelijk.”

En wat levert het in kaart brengen van waterstromen door bedrijven vervolgens op? Voor veel bedrijven behoort water niet tot het primaire bedrijfsproces, maar is er geen water beschikbaar, dan kunnen veel bedrijven niet opereren. Water krijgt in bedrijven niet altijd topprioriteit, maar zou dat wel moeten krijgen. Aan de slag gaan met het verduurzamen van het watergebruik betekent voor bedrijven investeren. Investeren in installaties die water nog schoner maken en zuiniger inzetten. Zo zijn bedrijven in staat om te reageren op bedrijfsrisco’s. Ook al duurt het soms lang voordat een investering zich terug heeft betaald, je geeft hier wel een signaal mee af naar de maatschappij. Je laat zien dat je water ziet als een kostbaar bezit wat je duurzaam moet inzetten.”

De wetten die worden opgelegd met betrekking tot de kwaliteit van het water worden steeds strenger. Tummers: “En die wetten zijn belangrijk. Zo gaat de kwaliteit van het water er op vooruit. Sommige bedrijven hebben nu al last van nieuwe stoffen, zoals nieuwe drugs- en medicijnresten die in het water terecht komen en steeds moeilijker te zuiveren zijn door waterbedrijven. In sommige gevallen zijn dit zogenaamde Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) die uiteindelijk ook in het grond- en leidingwater terecht kunnen komen. Strenge wetten zijn goed, maar bedrijven moeten wel ruimte behouden om verantwoord te kunnen lozen. Het is vooralsnog onmogelijk water te lozen dat gevrijwaard is van stoffen. En we moeten niet vergeten dat onze buurlanden ook (vervuild) water lozen in de Rijn en Maas en op die manier komt het vervuilde water ook in Nederland terecht.”

Het is dan ook de taak van de Europese Unie om hier meer aandacht aan te besteden. “Wanneer andere landen niet minstens dezelfde regels hanteren kunnen wij in Nederland nog zulke strenge regels hanteren, maar dan heeft dat uiteindelijk weinig zin. Bovendien creëer je zo een concurrentienadeel voor de Nederlandse industrie. Door betere samenwerking tussen de landen en eenduidige regels vanuit de EU zal de waterkwaliteit verder verbeteren. Met het oog op de toekomst waarin perioden van droogte en hevige hoosbuien vaker zullen gaan voorkomen is het belangrijk dat bedrijven gaan inzien hoe zij van water kunnen worden voorzien, van welke kwaliteit dit is en wat zij nu precies lozen. Op die manier worden bedrijven zich bewust van het belang van waterbeschikbaarheid en van de impact die zij zelf hebben op het water en de natuur zodat vervolgens een duurzaam plan voor de toekomst kan worden gemaakt waarin voldoende en schoon water beschikbaar is, voor iedereen.”