Deel dit artikel:

22 mrt 2022

|

Economie

Proactief handelen voor duurzame economie

Journalist: Mark van der Heijden

Nu investeren in energietransitie is nodig en we worden er economisch beter van.

Moeten we het nog hebben over de noodzaak van de energietransitie? Nee toch. Waar we het over moeten hebben is de snelheid waarmee Nederland de energietransitie vormgeeft. “We staan nog maar aan het begin. In Nederland is de broeikasemissie nog heel hoog”, zegt André Faaij, director of science bij TNO en tevens hoogleraar aan de universiteit Utrecht.

 

De Europese doelstelling is om in 2030 de uitstoot van CO2 terug te brengen tot 55 procent van het niveau van 1990 – dat is grofweg gelijk aan de uitstoot van 1950. 20 jaar later al moet de uitstoot zelfs nihil zijn. “Het budget dat we ons nog kunnen permitteren qua uitstoot is heel klein, daarom is een snelle reductie nodig.”

 

En we weten ook nog dat de stap daarna complexer wordt, voegt Faaij daaraan toe. “We hebben het over grote veranderingen. Bijvoorbeeld het renoveren van de woningbouw, dat is een operatie van 200.000 tot 300.000 woningen per jaar. Het gaat om grote industrie als Tata Steel. Transport komt daar nog bij.”

 

Toch is Faaij optimistisch over het halen van het doel. Het is economisch het meest verstandige om te doen. “Er zijn veel investeringen nodig, maar daar staat tegenover dat veel duurzame alternatieven soms nu al en zeker op termijn goedkoper zijn dan de huidige fossiele infrastructuur. Bovendien is er geld te verdienen met innovatief zijn. Daarmee kun je een flink graantje meepikken van een groeiende markt.”

 

Bovendien, als je oppervlakkig kijkt, lijkt het tempo te laag. Maar achter de schermen is er al veel verschoven. “Kijk naar de elektriciteitsbedrijven, zij doen nagenoeg geen investeringen meer in fossiel vermogen. Kijk ook naar de effecten van technologische ontwikkelingen. Energie uit zonnepanelen in China of Saoedi-Arabië kost rond 1 cent per kWh, uit aardgas is dat circa 5 cent per kWh.”

 

Hij vervolgt: “Duurzame energie brengt ook grootschalige productie van waterstof in beeld. Dat begint nu zichtbaar te worden in de markt. Bovendien hoeft een transitie niet lineair te verlopen. Er kan ook een versnelling optreden, dat gebeurt vaak bij transities.”

 

De energietransitie kan dus succesvol, vlot en betaalbaar zijn. Maar er is niet één silver bullet. “Alleen kernenergie, alleen zonne-energie; dat is juist niet het verhaal. Elke optie heeft een potentieel werkgebied. Hoe extremer je maar op enkele opties rekent, hoe duurder het wordt. Het moet dus een combinatie zijn van alle opties.”

 

De planning daarvan moet goed gebeuren. Het energienet zit nu al aan zijn maximumcapaciteit, waardoor in delen van het land grootschalige zonneparken op dit moment niet aangelegd kunnen worden. Voor grote industrie als Tata Steel moet voldoende aanbod van waterstof zijn. “Technisch kan het allemaal wel, maar we moeten wel zorgen dat het goed op elkaar aansluit.”

 

Daarvoor moeten ook juridische procedures sneller. “Een windpark kan er zo staan. Het is vaak het traject ervoor, de inspraak, de overleggen, dat 7 tot 10 jaar kan duren. Er is dus ook innovatie nodig in het bestuurssysteem. Meer kundige ambtenaren en het vereenvoudigen van procedures.”

 

Het is bij uitstek de overheid die dat moet regelen. “Het is daarom belangrijk dat de energietransitie tot topprioriteit is gebombardeerd. Rob Jetten als minister voor Klimaat en Energie is daar de vaandeldrager van. We praten ook niet over een tekort aan geld. We weten al wat er gaat spelen, dus we kunnen proactief zijn.”

naamloos-1-kopie-ren(4).jpg

André Faaij, director of science bij TNO en tevens hoogleraar aan de universiteit Utrecht.

Gesponsord