2 mrt 2018
|
Industrie
Journalist: Koos Plegt
Met de toename van automatisering op de industriële werkvloer, zijn ook mensen met andere kennis nodig. Wat gaat er veranderen?
De industriële sector heeft te maken met ingrijpende technologische ontwikkelingen. Machines worden zelfdenkend en robots doen het werk in de fabriekshallen. Maar waar blijven de mensen die deze apparatuur gaan bedienen? Zonder vertaling van nieuwe kennis naar het onderwijs, loopt de sector het gevaar dat er mensen opgeleid worden waarmee het bedrijfsleven niet verder kan. “De gereedschapskist wordt steeds voller, maar er zijn ook vaklui nodig die het gereedschap kunnen gebruiken”, zegt Bert Wessels van TechWise Twente, een regionaal initiatief waarin onderwijs, bedrijfsleven en overheid de krachten bundelen om het opleiden van technisch personeel te verbeteren.
Bij het woord ‘opleiden’ denkt men vaak aan jongeren, maar evengoed moeten bedrijven de groep werknemers van 23 tot 67 jaar niet vergeten. Ook deze groep zal regelmatig onderwijs moeten volgen en een positieve attitude moeten ontwikkelen ten aanzien van een ‘leven lang leren’. Deze bewustwording is niet overal aanwezig. “Veel bedrijven investeren relatief makkelijk in dure installaties, maar ondertussen is het opleiden en bijscholen van medewerkers vaak een sluitpost in de begroting”, signaleert Wessels. “En dat terwijl je medewerkers het belangrijkste kapitaal vormen. Je kunt een dure machine hebben, maar zonder de mensen die ermee overweg kunnen heb je er weinig aan.”
Hoewel soms wordt geroepen dat robots mensen in de toekomst overbodig gaan maken, hoeft het niet zo te gaan. Banen verdwijnen, maar er komen ook banen voor terug. “Ooit dachten we dat de komst van computers voor werkloosheid zou gaan zorgen, maar we hebben er alleen maar meer banen bij gekregen.” Wel is het zo dat er andere soorten banen ontstaan. Een voorbeeld is het beroep van werkvoorbereider. Met het automatiseren van dit takenpakket kan behoefte ontstaan aan procesdeskundigen. Het is daarom zaak om ook zittende werknemers om- en bij te scholen. Het creëren van een cultuur waarin leren vanzelfsprekend is, maar ook het aanbieden van cursussen in een vorm waardoor werknemers naast hun werk kunnen studeren is de sleutel tot succes in de toekomst.
Wat de beste manieren ook mogen zijn om industriële professionals nieuwe skills aan te leren, het lezen van vuistdikke handleidingen hoort daar niet bij. Dat is althans het idee van Ton Kuper, medeoprichter van Serious VR. Sinds vier jaar werkt hij met zijn bedrijf aan een trainingsmethode die effectief is, kostenbesparend en ook leuk voor deelnemers. Virtual Reality (VR) kan een uitkomst zijn voor veel bedrijven, die nu nog vaak trainingsdagen organiseren om personeel met een bepaalde machine te leren werken. “Ons idee is een oneindig gebruik van kapitaalgoederen, zonder fysieke beperkingen. VR maakt het mogelijk handelingen te oefenen, in plaats van ze te zien. Daardoor onthoud je het beter en behaal je betere resultaten op de werkvloer.”
Onder meer toeleveranciers voor de auto-industrie en fabrikanten van consumentengoederen maken al gebruik van de VR-trainingsmethode. “Wat zij met elkaar gemeen hebben is dat zij dure machines hebben staan waarmee zij hun productiecapaciteit moeten halen. Als iemand een verkeerde handeling uitvoert, ontstaan gevaarlijke situaties en stijgen de faalkosten.” Het toepassen van gamification-technologie moet trainingen bovendien leuker maken. Zo kunnen cursisten door middel van een leaderboard zien of zij beter scoren dan hun collega’s. Toch gaat VR niet alles veranderen, waarschuwt Kuper. “Het is een nieuwe methode van trainen, naast de al bestaande methodes. Maar wel eentje die heel goed werkt.”