Deel dit artikel:

1 mrt 2018

|

Maatschappij

Slimme en Gezonde Stad: uitstoot weren

Journalist: Dennis Mensink

Een betere luchtkwaliteit, weinig geluidsoverlast en een slimme inrichting van de stad hebben een positief effect op de gezondheid van mensen in steden. Om dit te verwezenlijken heeft het ministerie van Infrastructuur & Milieu het programma Slimme en Gezonde Stad (SGS) opgezet. Maar hoe pak je dat nou aan? Op welke manier kunnen we echt winst boeken als het gaat om ‘gezonde steden’?    

De gezondheid van steden is op veel manieren te verbeteren. Onder andere door het aanpassen van de leefomgeving, bijvoorbeeld door een goede milieukwaliteit en voldoende voorzieningen te realiseren. Dat leidt namelijk tot ‘gezond gedrag’, zoals wandelen en fietsen. Inwoners van steden moeten gezond kunnen wonen, werken en ontspannen. Een gezonde stad nodigt bovendien uit tot recreatie, ontmoeting en bedrijvigheid.

Modernisering milieubeleid
Het project SGS, waarbij het ministerie samenwerkt met gemeenten, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties, is belangrijk binnen de modernisering van het milieubeleid. Schoner verkeer en vervoer helpen een stad gezonder te worden. Denk aan fietsen, OV-faciliteiten, elektrische auto’s en scooters. Remco Nieuwenbroek, mobiliteitsjournalist en zelf woonachtig in Rotterdam, denkt niet dat elektrische auto's al op korte termijn kunnen zorgen voor een ommezwaai. “De huidige minister van Infrastructuur en Milieu ziet de elektrische auto als oplossing voor alle problemen, maar voor die gemeengoed is, zijn we echt decennia verder. Terwijl het nú vijf voor twaalf is.” Het programma SGS is volgens hem een ‘mooi proefballonnetje’. “Het is hoog tijd voor actie.” 

Volksgezondheid op spel
Jan Theo Hoefakker, manager operations bij PitPoint, deelt de mening van Nieuwenbroek. “Dergelijke programma’s zijn heel zinvol. De volksgezondheid staat op het spel. Bovendien gaat het om maatschappelijke kosten.” De stad is een bijzonder goed voorbeeld als het gaat om het belang van duurzaamheid. “Men verbruikt veel energie in de stad en tegelijkertijd produceren bewoners van de stad samen veel grondstoffen die nodig zijn voor de circulaire economie.”

Dossier luchtkwaliteit
Hoefakker benadrukt het belang van het dossier luchtkwaliteit. “Luchtkwaliteit is zo belangrijk. Zeker in steden zijn er zoveel mensen die die lucht inademen. We moeten daarom een waarde hangen aan luchtkwaliteit. We moeten het meenemen in de kosten voor mobiliteit. Dat zal versneld voor een adoptie van schonere mobiliteit zorgen. Álle vervoersbewegingen kunnen duurzaam. Of het nu om elektrisch rijden, waterstof of Groengas gaat.” 
Nieuwenbroek ziet zijn woonplaats dagelijks volstromen met uitstotende voertuigen. Het feit dat Rotterdam is begonnen met milieuzones die verboden terrein zijn voor oude diesel- en benzineauto’s en oude vrachtwagens, is volgens hem een stap in de goede richting. “We moeten vervuilende voertuigen echt uit de steden weren. Zowel in Brussel als in Utrecht gingen jaren geleden al ideeën op om tol te heffen voor de binnenstad. Dat plan verdient meer aandacht.” 

Hoefakker is ook van mening dat de milieuzones niet zaligmakend zijn zoals ze nu worden ingezet. “Het is een aardig middel, ook om een signaal af te geven. Maar de effectiviteit kan nog beter. Nieuwe dieselvoertuigen mogen de stad nog gewoon in. Dat is al beter voor de luchtkwaliteit dan oude diesels, maar nog steeds niet goed vanuit duurzaamheidsoogpunt. Ik snap oprecht niet waarom in de stad nog dieselvoertuigen rijden. Hoe kan dat? Technisch zijn er prima oplossingen, terwijl ook de maatschappelijke kosten en baten goed te verantwoorden zijn. Op deze manier zet je de overgang naar schone brandstoffen niet in gang.”

Uitstoot waarderen
Wat moet er dan wel gebeuren? Een waardering hangen aan de uitstoot, “…en deze ook mee laten wegen in de gunning bij aanbestedingen”, stelt Hoefakker. “We krijgen de rekening uiteindelijk toch gepresenteerd. Waarom nemen we die nu niet mee?” De voornaamste uitdaging is volgens Hoefakker dat er te weinig inzicht is in de hoogte van die rekening. “We moeten inzichtelijk maken wat de schaduwkosten van fossiele mobiliteit zijn. Daar slagen we onvoldoende in. Blijkbaar is het nog steeds niet helder hoe ziek je wordt van fossiele brandstoffen, en hoeveel levensjaren het je kost.”

Een andere oplossingsrichting die Nieuwenbroek schetst, al dan niet in combinatie met de genoemde tolheffing, is het aanbieden van meer of betere parkeerfaciliteiten en daarop aansluitende OV-diensten aan de rand van de stad. “Daardoor ben je waarschijnlijk sneller waar je moet zijn, dan wanneer je met je auto naar de plaats van bestemming rijdt. Die tactiek kun je ook voor vrachtverkeer gebruiken. Je zou vrachtwagens aan de rand van de steden kunnen laten parkeren en het laatste stukje – bijvoorbeeld het bevoorraden van winkels – met elektrische voertuigen kunnen doen. Ook dat stimuleert ‘gezonde mobiliteit’.”

Gemeente kan drempel verlagen
Volgens Hoefakker kunnen gemeenten sowieso veel betekenen als het gaat om faciliteiten aanbrengen. “Wanneer de vuilniswagens op waterstof rijden en er een tankstation komt, kunnen andere mensen die ook gebruiken. Dat verlaagt de drempel voor schone mobiliteit. We hebben simpelweg een laadinfrastructuur voor schone brandstoffen nodig. En strategische locaties voor deze faciliteiten. Oftewel: we hebben ander gemeentebeleid nodig, die de beschikbaarheid van voorzieningen stimuleert.”  

Gesponsord