25 feb 2019
|
Maatschappij
‘Slimme steden, slimme regio’s, slimme mobiliteit’, overal waar ‘slim’ voor staat duidt op aandacht voor nieuwe technologie. Volgens de Franse filosoof Christian Lous Lange is ‘technologie een nuttige dienaar, maar ook een gevaarlijke meester’. De vraag is wie de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie sturen. Ten dienste van de samenleving!
In de Achterhoek ben ik betrokken bij een burgerinitiatief onder de naam ‘de slimste weg van Nederland’. Hier wordt het woord ‘slim’ gebruikt om te duiden, dat het om een weg gaat waar omwonenden trots op kunnen zijn. ‘Meer verkeer ok, maar dan ook meer gezondheid, veiligheid en duurzaamheid’ is het motto. Daarmee worden publieke waarden (zoals gezondheid) centraal gezet en niet de technologie.
Toch gaat het bij ‘de slimste weg’ en bij ‘slimme mobiliteit’ zeker ook om technologie. Alleen door technische en sociale innovatie is meer verkeer te verbinden met meer gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Het leuke is dat de technologische ontwikkeling, zoals het internet of things met talking traffic en ook automatische en elektrische of waterstof voertuigen voor personen en vrachtverkeer de goede kant uit werkt. Denk maar aan het gefluister van een elektrisch voertuig vergeleken met het geronk van de diesel. Als we het samen goed doen kan in stad en land de kwaliteit van de openbare ruimte als verblijfsruimte sterk omhoog gaan. Immers minder hinder van en minder ruimte voor het verkeer. Dat vraagt dan wel van de overheid en de samenleving om te anticiperen op die nieuwe technologie.
In 2015 hebben planologen, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten zich gebogen over de grote uitdagingen van onze tijd. Eén van de conclusies van dat Jaar van de Ruimte was, dat het anticiperen op nieuwe technologie één van de (zeven) onvermijdelijke opgaven voor de toekomst van ons land is. In het schaduwkabinet, dat toen werd gevormd is Marleen Stikker van de Waag Society gevraagd minister voor technologie te zijn. Marleen pleitte in haar aflevering van ‘zomergasten’ te blijven kijken onder de motorkap van de nieuwe technologie en vooral te denken in mogelijke toekomsten.
In ‘Den Haag’ en ook in het land is van dat denken in mogelijke toekomsten nog weinig te merken. Oude oplossingen worden steeds weer van stal gehaald, zoals meer asfalt bij toenemende files, nieuwe luchthavens (al dan niet in zee) bij groei van de luchtvaart. Hier in de Achterhoek worden nog steeds wegen verbreed en prachtige eiken gekapt ten behoeve van een betere bereikbaarheid. Dat moet toch slimmer kunnen!
Daarvoor is denkruimte nodig en ook fysieke ruimte om samen te leren en te experimenteren. Nederland kan trots zijn op de Automotive Campus in Eindhoven/Helmond en op onze technische universiteiten waar studenten aan de voertuigen van de toekomst werken. Wij in de Achterhoek hebben daar een nieuwe ruimte aan toegevoegd: het Proeflab voor Leefbaar Verkeer. Ondernemers, onderzoekers, overheden en omwonenden verkennen daar mogelijke transitiepaden op weg naar gezond, veilig en duurzaam verkeer. En zij testen in het Proeflab veelbelovende innovaties. Ten dienste van de samenleving!
Hans Leeflang is stedenbouwkundige, betrokken bij het burgerinitiatief ‘de slimste weg’ en was ooit directeur Kennis en Innovatie van het ministerie van Infrastructuur en (toen) Milieu.