Hoe is jouw liefde voor golf ooit ontstaan?

”Mijn passie voor golf ontdekte ik toen ik op zes-, zevenjarige leeftijd door mijn peetoom werd meegenomen naar een oefengolfcentrum in Rotterdam. Daar werd ik overtuigd. Uiteindelijk wilde ik me rond mijn vijftiende gaan focussen op één sport – ik voetbalde toen ook nog – en dat werd golf. Dat individualistische past veel beter bij mij.”

Je won verschillende toernooien, waaronder twee keer de KLM Open, en deed mee met de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Wat is het geheim van je succes?

”Dat begint wat mij betreft met de wil elke dag beter te willen worden, doorzettingsvermogen speelt daarbij een grote rol. Goed is nooit goed genoeg. Tegenslagen heeft iedereen. Het is de kunst daarbij positief te blijven. Net zoals dat ook geldt in bijvoorbeeld het bedrijfsleven. Toch is het juist heel tegenstrijdig in sport: je wilt een perfecte prestatie afleveren, maar bij golf is dat eigenlijk niet te doen. Het doel is dan ook daar zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. En soms zit ik bij dat perfectionistische mezelf in de weg, dat is echt mijn valkuil en daar werk ik hard aan.”

Wat is voor jou tot nu toe het ultieme hoogtepunt geweest?

”De Olympische Spelen, absoluut. Ondanks dat ik niet met een medaille naar huis ging, was de ervaring zo ongelooflijk bijzonder. Zó’n belevenis. Dat blijft je je hele leven bij.”

En waar kijk je liever niet op terug?

”Vanaf midden 2008 tot en met het eind van 2009 kampte ik met een blessure. Mijn pols was kapot en het duurde maanden voor we wisten wat er aan de hand was. Toen moest ik nog geopereerd worden en vervolgens nog acht maanden revalideren. Dat was wel de moeilijkste periode uit mijn carrière, die toen nog maar kort bestond. Toch heeft het me ook wat gebracht: als je thuis zit, kom je er pas achter hoe leuk je de sport vindt. Je mist het niet, tot het moment dat je het niet kunt uitoefenen.”

Terug naar het positieve. Wat is voor jou de ultieme golflocatie?

”Zuid-Afrika. Zonder twijfel. Ik werd daar in 2006 wereldkampioen met het Nederlands team en kom er zelf al vijftien jaar. De sfeer en golfbanen zelf maken het zo’n bijzonder land.”

Wat zit er allemaal nog aan te komen dit jaar?

”Het doel voor de komende tijd is de magische grens te behalen: de top vijftig van beste spelers van de wereld. Dan kwalificeer je je automatisch voor alle toernooien. Op de lange termijn ga ik voor de top dertig van de wereld. Voor nu focus ik me op het minstens elk jaar winnen van één toernooi. Als je dat als golfprofessional weet te bereiken, doe je het goed.”

Wat doe je om zo ver te komen?

“Zo midden in het golfseizoen is er weinig ruimte voor het ‘bijwerken’ van de spierkracht en gaat het vooral om het spelen van wedstrijden. In de winterperiode werk ik voornamelijk aan het opbouwen van spierkracht in de sportschool.” 

Waar kijk je het meest naar uit?

”De KLM Open is elk jaar een bijzonder toernooi, dat is altijd een gekkenhuis – in positieve zin uiteraard. Komend seizoen ben ik titelverdediger. Dat legt de lat net even wat hoger, in aanloop naar en tijdens het toernooi is er dan meer aandacht voor jou als golfer. Het is dan echt de kunst je te blijven focussen op je eigen spel, ondanks het circus om het toernooi heen. Natuurlijk werk ik ook toe naar de Olympische Spelen in 2020. Daar ben ik heel graag bij.”

Tot slot: hoe kijk je tegen de golfsport in Nederland aan?

”De populariteit van de sport kan nog wel een boost krijgen. Het is belangrijk de kweekvijver te vergroten. Het aantal jeugdleden loopt al een aantal jaar terug – en dus ook de kans op nieuw talent. Daarbij moet het stereotype de wereld uit. Veel mensen zien golf nog als sport voor rijkelui en oude mensen, maar dat beeld klopt van geen kant. Natuurlijk is het geen proces van een week, die ommeslag. Ik probeer in elk geval ook mijn steentje bij te dragen door zo goed mogelijk te spelen en daarmee een uithangbord te worden van de Nederlandse golfsport, zodat ook de jonge doelgroep de sport gaaf gaat vinden.”