22 mrt 2022
|
Industrie
Journalist: Marc van der Sterren
Bij industrieel reinigen gaan veiligheid, duurzaamheid, milieu en kostenbesparingen uitstekend samen.
Veiligheid is niet enkel veiligheid des persoons, in de wereld van het industrieel reinigen spelen duurzaamheid en milieu minstens zo’n grote rol. “Maar het moet wel betaalbaar zijn”, relativeert Guus Euwen. “Zonder betaalbaarheid geen duurzaamheid.”
Hans Borgt en Guus Euwen, voorzitter en vicevoorzitter van de werkgroep Chemisch Technisch Reinigen bij de Stichting Industriële Reiniging (SIR), vullen elkaar uitstekend aan. Borgt is bij Dow verantwoordelijk voor de strategische en technische invulling van het industrieel reinigen en is vooral geprofessionaliseerd in alle vormen van mechanisch reinigen. Euwen is binnen de Altena Group eindverantwoordelijke kwaliteit, Arbo en milieu en is binnen SIR expert op het gebied van chemisch technisch reinigen.
Betaalbaarheid van reinigen en duurzaamheid gaan uitstekend samen. Kijk alleen al naar besparingen. Wie minder reinigingsmiddelen en brandstoffen verbruikt, is op dit punt al goedkoper en milieuvriendelijker uit. Maar ook de factor tijd speelt een rol. Reinigen mag niet te lang duren, legt Euwen uit. “Stel dat een groot bedrijf drie dagen stilligt, dan kan dat al een miljoen euro winst kosten.”
Vandaar dat het ook goed is te bedenken: hoe schoon moet het eigenlijk zijn? “Schoon is relatief”, stelt Borgt. “Moet het schoon zijn voor de inspectie, voor je eigen werkzaamheden of voor de levensduur van machines?”
De ontwikkelingen in het industrieel reinigen staan niet stil. Als voorbeeld noemt Euwen het reinigen van een tank. “Vroeger werd er een gat in de tank gemaakt en werd alle rommel uit de tank geschoven, dan was je ervan af. Later gingen schoonmakers met gaspakken de tank in om het afval netjes af te voeren. Nu gaan er steeds minder mensen in een tank, vanwege de persoonlijke veiligheid. Het reinigen wordt volledig overgelaten aan robots, die op afstand bestuurbaar zijn.”
De hoeveelheid afvalstoffen wordt bovendien stukken minder, omdat veel reststoffen te scheiden zijn om geheel of gedeeltelijk opnieuw te gebruiken. Borgt noemt water en olieproducten. “Die producten kun je meestal hergebruiken, water kun je zuiveren zodat het in het riool kan.”
Besparingen die direct wat opleveren voor zowel het milieu als de portemonnee zijn er genoeg. “Vroeger gebruikten ze gewoon een zo groot mogelijke pomp als er gereinigd moest worden met hoge druk”, vertelt Borgt. “Nu wordt er eerst gekeken: hoeveel druk is er nodig? En welke pomp heb je daarvoor nodig? Zo voorkom je dat je te veel water en brandstof verspilt.”
Op het vlak van chemie geldt hetzelfde, zegt Euwen. “Vroeger gebruikte je oplossingen van 3 tot 5 procent. Je had ook maar enkele producten. Nu heb je een hele range van mogelijkheden en oplossingen van 0,5 tot 1 procent. Je gaat eerst kijken wat de vervuiling is, laat labtesten uitvoeren en weet exact wat en hoeveel je nodig hebt.”
Robotisering, digitalisering en vooral moderne meetmethoden hebben veel bijgedragen. “Tegenwoordig kun je al tijdens het stomen meten, dus stoom je nooit te lang.” En haast alles is te meten: “temperatuur, concentratie, druk. Je kunt precies instellen wanneer de alarmbellen af moeten gaan en binnen welke bandbreedte de apparatuur moet werken.” Ook kun je bepalen wat de beste methode en het beste moment is om te reinigen. “Zo kun je voorspellen wat een reiniging oplevert. Want het is lang niet meer alleen een kostenpost. Neem een machine. Als die op het juiste manier en op het juiste moment wordt gereinigd, gaan de onderdelen veel langer mee.”