29 dec 2020
|
Economie
Journalist: Féline van der Linde
Een leven lang leren draagt bij aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Dat is altijd al zo geweest, maar door de digitalisering en veranderingen in de maatschappij zijn er ontzettend veel nieuwe banen bijgekomen. En de coronacrisis heeft helaas laten zien dat een aantal banen overbodig zijn, waar dat voorheen niet het geval was. Als gevolg zijn veel mensen uit hun functie gezet en moeten ze iets anders gaan doen.
“Sommige mensen kunnen alles en leren snel en zelfstandig iets bij”, vertelt Tom Bos, directeur NCOI Online Academy. “Maar voor velen is bijscholing noodzakelijk. En door de digitalisering is de mate waarin mensen zich moeten laten bijscholen drastisch toegenomen. Banen veranderen en daar moeten de medewerkers in meebewegen. De coronacrisis heeft laten zien dat het essentieel is om continu te blijven leren. Mensen die bijvoorbeeld werkzaam waren in de horeca moeten nu snel schakelen en degene die toevallig al aan het leren waren zijn als gevolg flexibeler en zekerder van hun kunnen en zullen daardoor ook sneller een volgende baan vinden.”
Online leren biedt hierbij een uitkomst, aldus Bos. “Zo is een online opleiding altijd toegankelijk en de drempels om een online opleiding te beginnen zijn veel lager. Er hoeft niet gekeken worden naar locatie en op welke tijden een cursus wordt gegeven. Maar er kan niet een docent meekijken of ingrijpen wanneer hij of zij ziet dat de student iets niet begrijpt. We hebben kunnen zien dat er online ontzettend veel mogelijk is. Echter, er zijn bedrijven stante pede online gaan werken en er zijn meer online aanbieders van cursussen en opleidingen bij gekomen, met alle gevolgen van dien. Want wordt de kwaliteit wel gewaarborgd? Bij het aanbieden van online opleidingen zijn specifieke didactische kennis en vaardigheden noodzakelijk.”
Daarnaast is het ook de taak van de werkgever om goed te kijken naar wat zijzelf aanbieden aan hun werknemers, gaat Bos verder. “Zo neemt de werkgever ook grenzen weg voor de werknemer. Iemand die niet snel geneigd is te vragen om een opleiding kan op die manier gemakkelijker beginnen. En niet geheel onbelangrijk creëer als werkgever ook tijd en ruimte voor de werknemer. Het gaat erom dat er geen barricades worden opgeworpen, zodat ook de mensen die misschien niet direct staat te springen online willen leren, maar dan moet dat wel gefaciliteerd worden. Iemand die al veertig uur per week werkt, zal veel moeite en motivatie moeten vinden om nog een online opleiding daarnaast te gaan doen. Het opnemen van een online opleiding in de secundaire arbeidsvoorwaarden zal dan helpen. En uit onderzoek van McKinsey is gebleken dat gemiddeld vier uur per werk aan bijscholing moet worden besteed. Dat betekent 32 miljoen uren voor iets minder dan 9 miljoen werkenden. Als die allemaal klassikaal geschoold moeten worden zijn er veels te veel leraren nodig, die er niet zijn. Online leren is dus een uitkomst, maar ook noodzakelijk, willen we allemaal kunnen blijven leren en bijscholen.”
Tegelijkertijd betekent dit niet dat je uren per week moet besteden aan online leren, besluit Bos. “Het gaat erom dat je stapjes zet als medewerker, hoe klein ook, zodat je niet vast komt te zitten in een baan die zich wel verder ontwikkelt. Anders krijg je uiteindelijk werknemers die niet meer matchen met hun baan. De drive om mee te bewegen moet ook door de werkgever worden gestimuleerd en gefaciliteerd door de drempels weg te nemen en uren voor online scholing op te nemen in de secundaire arbeidsvoorwaarden.”