24 aug 2021
|
Levensstijl
Journalist: Féline van der Linde
In 2050 moet Nederland van het aardgas af zijn. Dat betekent dat we de komende dertig jaar flinke stappen moeten zetten en over moeten stappen naar duurzame energiebronnen om huizen en gebouwen van groene stroom en warmte te kunnen voorzien. Een enorme opgave waar hard aan wordt gewerkt.
“Warmtenetten spelen een enorm belangrijke rol in de energietransitie”, vertelt Ernst Japikse, voorzitter Stichting Warmtenetwerk. “Dit omdat het een collectieve oplossing is waarmee warmte van steeds duurzamer wordende energiebronnen naar huizen en gebouwen wordt gebracht, die daar voorzien worden van warm water en een comfortabele binnentemperatuur. Voor de warmtenetten zullen de komende jaren op grote schaal nieuwe duurzame bronnen ontwikkeld worden om aan de vraag te kunnen voldoen.
Waar nu nog veelal warmte uit de industrie en van biomassacentrales wordt ingezet, zal in de toekomst het overgrote deel van de warmte komen van een mix van lokale, duurzame bronnen. Denk aan warmte uit afval- of oppervlaktewater (aquathermie), warmte van de zon en warmte uit de aarde (geothermie). Het warme water wordt via het warmtenet getransporteerd naar een woning of bedrijfspand. Daar zit een afleverset waar de warmte binnenkomt en die de warmte afgeeft aan de verwarming en de warmwatervoorziening.
Gebouwen en huizen die zijn aangesloten op het warmtenet hebben dus geen cv ketel en gasaansluiting meer nodig. Zo kunnen hele straten en wijken aardgasvrij worden gemaakt. De installatie in een woning of gebouw neemt relatief weinig ruimte in beslag en is veiliger dan gas. En er zijn bovendien verder weinig aanpassingen in het pand nodig. De straat moet wel opengebroken worden voor de aanleg van de leidingen voor het warmtenet. In goed overleg kan dit worden gedaan wanneer aan de riolering wordt gewerkt of andere werkzaamheden onder de grond worden uitgevoerd.
Japikse: “Naast het feit dat de warmte van de bronnen op de ‘heenweg’ wordt ingezet voor verwarming , kan ook het verkoelde water op de ‘terugweg’ hergebruikt worden. Zo willen we in de toekomst het voetbalveld van SC Cambuur verwarmen met de ‘verkoelde’ warmte die terugkomt of nieuwbouwwijken die met een lagere temperatuur uit kunnen. Zo wordt de warmte optimaal ingezet. Voor elk warmtenet dat wordt aangelegd, wordt lokaal bekeken wat de beste oplossing is. In Leeuwarden wordt op dit moment geboord naar aardwarmte, maar in Helmond is bekend dat daar geen aardwarmte beschikbaar is en wordt er bekeken of aquathermie toegepast zou kunnen worden.”
Warmtenetten zijn kapitaalintensieve projecten waarvoor leidingen in de grond moeten worden aangelegd. Bij nieuwbouwprojecten is dat vrij eenvoudig te realiseren, maar bij bestaande huizen en wijken is dat lastiger. Zeker in de stad is het niet fijn als straten opengebroken moeten worden. Maar zodra de hoofdinfrastructuur eenmaal ligt kunnen ook bestaande woningen en gebouwen gemakkelijk worden gekoppeld aan het warmtenet.
“De energietransitie moeten we met z’n allen realiseren”, besluit Japikse. “Voor velen is de energietransitie nu nog een ver-van-mijn-bed show. Door gemeentes, woningcorporaties, bedrijven én burgers goed voor te lichten en samen te kijken naar welke keuzes goed zijn voor nu en later zullen steeds meer mensen overtuigd raken van de duurzame oplossingen en de cruciale rol die warmtenetten hebben in de energietransitie.”