7 feb 2019
|
Industrie
Journalist: Hugo Schrameyer
De weerstand tegen overbodige kunststof verpakkingen is razendsnel toegenomen.
Veel consumenten zullen zich daar niet van bewust zijn, maar de geschiedenis van glas als verpakkingsmateriaal gaat terug tot honderden jaren voor Christus. Glazen opbergpotten waren in het Romeinse rijk breed ingeburgerd. Het meest opvallende aan deze inleiding is dat het nadien tweeduizend jaar heeft geduurd totdat de eerste glasbakken in het straatbeeld verschenen. De eerste (halfopen) glasbak werd in 1972 in Zeist geplaatst. “Kunststof als verpakkingsmateriaal in supermarkten werd pas populair in diezelfde periode. Dus vanaf de jaren zeventig. Dat is nog geen vijftig jaar geleden. Wat dat betreft is het behoorlijk vlot dat we ons druk gaan maken over de milieu-impact van kunststof”, stelt Ariane van Mancius van Now New Next. Haar adviesbureau over food- en packaginginnovation koppelt marketingkansen aan duurzaamheidsdoelstellingen. “Die gaan wat mij betreft hand in hand. Duurzaam verpakte producten moeten ook verkocht worden.”
Wat opvalt aan de huidige publieke opinie omtrent kunststof verpakkingen is dat die in no time is omgeslagen. Drie, vier jaar geleden maakten consumenten zich nog amper druk om de milieu-impact van kunststof. Nu bestaat er een collectieve verontwaardiging over de grote berg plasticafval. Dat heeft volgens Van Mancius alles te maken met afschrikwekkende beelden die gedeeld worden via social media en televisie. Veel mensen zullen zich taferelen voor de geest kunnen halen van dieren die de dood vonden door afgedankt plastic. Bijvoorbeeld omdat ze vast kwamen te zitten in kunststof verpakkingen.
“Duurzaamheid is één van de marketingonderdelen waarop je als merk wordt beoordeeld. Lap je de milieu-impact aan je laars, dan loop je onherroepelijk de kans om te worden afgebrand in de publieke opinie”, stelt Van Mancius, die daarbij een compleet nieuw fenomeen aanstipt: de plastic attack, waarbij actievoerders inkopen doen in de supermarkt en het plastic afval achterlaten. Dat heeft vooral tot doel om winkels te laten nadenken over alternatieven. Die attacks vinden niet alleen plaats in het buitenland, maar ondertussen ook in Nederland.
Overbodig plastic staat dus in een kwaad daglicht. Maar wat nu? Wat Ariane van Mancius constateert, is dat op de eerste plaats ‘Brussel’ en consumenten het voortouw nemen om de plastic afvalberg te verbannen. “Partijen als de levens- en verpakkingsindustrie, en retailers zitten op dit moment in een squeeze. Door regelgeving en de publieke opinie ontstaat er enthousiasme om te komen tot alternatieven, hoewel nog niemand weet hoe dat op te lossen. Het is natuurlijk ook zo dat bestaande verpakkingsmachines niet zonder meer afgedankt kunnen worden. Het vergt een miljoeneninvestering om te komen tot oplossingen met minder milieu-impact.”
Binnen nu en vijf jaar, verwacht Mancius, gaan we kennis maken met een compleet nieuw aanbod versproducten. Dat een enkele wortel of appel straks wordt aangeboden in een kunststof krimpverpakking is volledig uit de tijd. “Straks kopen we vers fruit of groente gewoon weer per stuk, net als vroeger bij de groenteboer.”
De grootste uitdaging waar de industrie voor staat, is niet eens zozeer de omschakeling naar alternatieven, maar heeft meer van doen met het opvoeden van supermarktklanten. Een komkommer bijvoorbeeld heeft een drie keer zo grote milieu-impact als de verpakking. Niemand weet dat eigenlijk. “Plastic staat in een kwaad daglicht, maar wat ook beseft moet worden, is dat groenten in kunststof langer houdbaar zijn. Dat kan op zich ook goed zijn voor het milieu.”