Deel dit artikel:

9 dec 2022

|

Industrie

Windenergie: drijvende kracht van de Nederlandse energietransitie

Nederland kan en moet veel sneller CO2-neutraal worden dan nu de doelstelling is, maar daarvoor is wel meer visie en leiderschap nodig van bestuurders. Dat zegt Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse Wind-en Energieassociatie (NWEA). De sector die NWEA vertegenwoordigt, is onmisbaar voor het waarmaken van de Nederlandse duurzaamheidsdoelen. 

Jan Vos begon in augustus als voorzitter van NWEA. Voor hij de branchevereniging voor de windsector ging leiden, was hij onder meer vijf jaar (2012 tot 2017) Kamerlid voor de PvdA. Hij stond in die jaren bekend als een vernieuwend politicus, die het toenmalig energieminister Henk Kamp erg lastig maakte. 

Zo vroeg Vos al in 2015 met een motie om uitfasering van de verbrandingsmotor. Kamp wilde de motie eerst niet uitvoeren, maar inmiddels is deze maatregel in de hele EU ingevoerd. Ook stond Vos aan de wieg van het huidige succes van de windsector. Samen met zijn fractievoorzitter Diederik Samsom kreeg hij zeer ambitieuze doelstellingen op gebied van windenergie in het regeerakkoord van 2012. De windparken die nu worden opgeleverd, komen daaruit voort. 

Ook als boegbeeld van de windsector is Vos ambitieus en aanjager van het kabinetsbeleid. “Ik wil met NWEA bijdragen aan een duurzaam energiesysteem in Nederland, dat in 2040 geen CO2 meer uitstoot. Het kabinet wil hetzelfde, maar wel pas in 2050. Dat is echt te ver weg, zeker als je ziet met welke weersextremen we het afgelopen jaar wereldwijd wederom zijn geconfronteerd. We hebben geen 27 jaar meer, maar eerder nog een jaar of 10.” 

Volgens Vos is nu ‘moed, lef en leiderschap’ nodig om noodzakelijke maatregelen te treffen, die voorheen ondenkbaar waren. “Praten op de COP in Sharm-el-Sheikh is belangrijk, maar beter is simpelweg die gigawatts aan duurzame energie opstellen en aansluiten op energienetten. Voor het grootste deel doen we dat met windenergie, de motor van de Nederlandse energietransitie.” 

De roep om visie en leiderschap is ook gericht aan lokale beleidsbepalers. Zij pakken niet door met windenergie uit angst voor kritische inwoners, stelt Vos. Uit onderzoeken blijkt dat veel burgers inderdaad bezwaar hebben tegen een windmolen ‘in de achtertuin’, maar die scepsis lijkt wel af te nemen: uit recent onderzoek van Motivaction blijkt dat 36 procent van de Nederlanders méér windmolens in hun gemeente wil. Voor de oorlog in Oekraïne was dat nog 26 procent. 

Doordat lokale bestuurders nu vaak hun beslissingen baseren op de sceptische burgers, laat Nederland volgens Vos grote kansen liggen. “Turbinebouwers zijn bezorgd, want in Nederland gebeurt nog amper wat. Wethouders denken aan de volgende verkiezingen en weten dat windmolens populair zijn, zolang ze maar niet in de buurt staan. Tegelijkertijd moet de overheid energierekeningen van burgers betalen, terwijl door windmolens opgewekte elektriciteit bijna gratis is. Ook daarom is leiderschap en visie bij bestuurders nodig, zodat we échte stappen gaan zetten.” 

In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat 70 procent van de elektriciteit in 2030 uit wind en zon moet komen. Van de hoeveelheid stroom die we nu gebruiken, komt dan driekwart uit wind. Vos stelt tevreden vast dat Nederland dit in razend tempo realiseert. Het gaat dus goed, maar NWEA denkt dat het nog beter en sneller kan. Het potentieel van windenergie is in Nederland namelijk enorm: in totaal zou 90 gigawatt aan elektriciteit uit wind kunnen koment. Een gigawatt is goed voor de stroomvoorziening van een miljoen huishoudens. 

Vos heeft daarom een boodschap voor huidige Kamerleden. “Wetgeving moet zich richten op snelheid en schaal. Vroegtijdig kavels uitgeven bijvoorbeeld, zodat meerdere partijen tegelijk aan het werk kunnen. Dat bevordert systeemintegratie en vraagontwikkeling. Ook vergunningstrajecten moeten sneller, om als windsector optimaal bij te kunnen dragen aan de kabinetsdoelstellingen van 2030.” 

Voor het waarmaken van de Nederlandse duurzaamheidsambities is windenergie hoe dan ook essentieel. Wat meehelpt, is dat de kosten al jarenlang flink dalen, terwijl eerder regelmatig laatdunkend werd gezegd dat windmolens ‘draaien op subsidie’. Vos: “Windparken worden tegenwoordig zonder subsidie aanbesteed en vaak wordt zelfs geld toegelegd. Hoewel sommige bedrijven in de windsector het moeilijk hebben, functioneert deze markt nu naar behoren. Ik ben daarom wat huiverig voor de overheidsingrepen die sinds de oorlog in Oekraïne zijn gedaan en mogelijk nog komen. Iets wat goed werkt, moet je niet kapot maken.” 

Gesponsord