
NEPLUVI is een slagvaardige organisatie die sinds 1977 opkomt voor de belangen van aangesloten ondernemers in de Nederlandse pluimvee-verwerkende industrie zowel op nationaal als internationaal niveau. Bij NEPLUVI zijn ondernemers aangesloten die pluimvee slachten en/of pluimveevlees be- en verwerken, alsmede ondernemers die handelen in pluimveevlees en/of levend slachtpluimvee. De bij NEPLUVI aangesloten bedrijven zijn goed voor tenminste 75% van de werkgelegenheid in de pluimvee-verwerkende industrie. Daarnaast vertegenwoordigen de leden tevens belangrijke marktaandelen in de pluimvee-verwerkende industrie. Zo verrichten de aangesloten pluimveeslachtende bedrijven gezamenlijk meer dan 99% van de slachtingen in Nederland. www.nepluvi.nl
Nederland levert een belangrijke bijdrage aan de wereldvoedselproductie en kippenvlees maakt daar zeker onderdeel van uit. Bovendien loopt de Nederlandse pluimveesector voorop qua verduurzaming en dierenwelzijn in de wereld. Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI): “Landbouwakkoord of niet, wij blijven verduurzamen.”
Een sector die intensieve duurzaamheidsplannen heeft, maar het voorlopig zelf moet uitvogelen. Oplaat: “Nederlandse pluimveeslachterijen moeten aan de strengste voorwaarden ter wereld voldoen op het gebied van hygiëne, voedselveiligheid en dierenwelzijn, met permanent toezicht van de Voedsel- en Warenautoriteit. Als pluimveesector denken wij continu na over hoe wij kunnen verbeteren. Al vorig jaar introduceerde wij ons Masterplan dierenwelzijn, met daarin op welzijnsgebied verbeter- en investeringsvoornemens voor de korte, middellange en lange termijn.’’ Daarnaast wordt sinds dit jaar alleen nog maar kip in Nederlandse supermarkten verkocht met minimaal het Beter Leven-keurmerk met 1 ster, wat nog hogere welzijnseisen stelt dan de toekomstige Europese norm. ‘’Nu het Landbouwakkoord niet tot afspraken heeft geleid, nemen wij zelf diverse besproken initiatieven op in een vernieuwde duurzaamheidsagenda.’’
Export tegen foodwaste
De totale vleessector is goed voor een jaarlijkse omzet van 12 miljard euro, waarvan bijna 4,5 miljard euro pluimveevlees. Een kwart van de kipproducten vindt z’n bestemming buiten Europa, waaronder de delen van de kip die in Nederland nauwelijks worden gegeten, zoals looppoten, orgaanvlees en vleugeltips. “Om foodwaste te voorkomen is de export van hier minder populaire delen cruciaal”, verklaart Oplaat. “Producten die voor humane consumptie geschikt zijn, worden daarom geëxporteerd naar delen van de wereld waar ze een delicatesse zijn.”
Grotere vraag
Nederland is door zijn technologie en innovatieve kennis een zeer efficiënte producent. “De verwachting is dat de vraag naar dierlijk eiwit wereldwijd in 2050 met 60% zal toenemen. Van de huidige wereldbevolking hebben zo’n twee miljard mensen nog geen dagelijkse toegang tot vlees. Bij een welvaartstijging zal ook een aanzienlijk percentage van deze bevolkingsgroep zich tot vlees wenden. Doordat kippen weinig voer nodig hebben voor het aanzetten van vlees, heeft het de laagste CO2-voetafdruk en dus de minste impact op het milieu. Daarnaast is het een goede bron van eiwitten, vitamines en mineralen. Het is niet voor niks dat alle vooruitzichten tonen dat de consumptie van kip het hardst zal groeien ten opzichte van andere vleessoorten”, aldus Oplaat.
Keuze voor consument
‘’Wij vinden het enorm belangrijk dat de consument zelf kan kiezen voor welke kip deze kiest. De grootste bedreiging voor Nederlandse pluimveehouders zit vooral in het moeten concurreren met andere landen, die kippenvlees verkopen die niet aan de Europese norm voldoet. Dat ligt gewoon in onze schappen en vaak voor een lagere prijs. Daar moet de overheid wat aan doen.”