21 dec 2021
|
Industrie
Journalist: Marjon Kruize
De maakindustrie is in transitie en de term ‘smart industry’ vliegt ons te pas en te onpas om de oren. Maar wat is nou eigenlijk een slimme industrie? En hoe komen we tot zo’n smart industry?
“Wat ons betreft betekent smart industry simpelweg de digitalisering van de maakindustrie”, vertelt Arnaud de Jong, managing director van TNO Industry. “Letterlijk gezien moet elk bedrijf in Nederland een ‘digitale stekker’ krijgen. Daarmee zijn we al een heel eind op weg. Nederland is op dit gebied geen koploper, maar we lopen ook zeker niet bij de achterhoede. Het is nu dus zaak om goed bij te blijven.”
Want het is niet de vraag of onze industrie gaat digitaliseren, het is een kwestie van moeten, meent De Jong. “Als je niet meegaat in de smart industry ga je het simpelweg niet overleven. De meeste bedrijven zitten ergens in een internationale waardeketen. In die waardeketen krijg je dingen geleverd vanuit het buitenland die je verrijkt en weer doorstuurt, of je levert juist goederen aan het buitenland. Als jij als bedrijf dan steeds een hoge foutenlast hebt, inefficiënt levert of niet snel kunt communiceren met je klant, omdat jij daarvoor de digitale middelen hebt, dan ga je achter lopen en dan zullen bedrijven in het buitenland het van je over gaan nemen.”
En dat betekent dat er in Nederland werk aan de winkel is. “Er ligt nu een overkoepelend programma smart industry en wij zien dat dit een hoop bedrijven aanzet tot actie”, vertelt De Jong. “De voorhoede is nu echt wel doordrongen van het feit dat ze digitaal moeten gaan werken en zijn daar gelukkig hard mee bezig, maar het middenveld moet meer in actie komen. Er zijn zo’n zesduizend bedrijven in Nederland die echt essentieel zijn willen we die transitie goed volbrengen. En dat is dan ook weer nodig om al die andere uitdagingen die de industrie boven het hoofd hangen aan te vliegen. Denk bijvoorbeeld aan de klimaatuitdagingen, ook die kan je alleen aanpakken als je efficiënter te werk kan gaan. Immers, als je efficiënt werkt heb je minder overschotten en produceer je dus minder waste. Digitalisering en circulariteit zijn aan elkaar verbonden en voor deze uitdaging is een ‘digitaal product paspoort’ een belangrijk instrument, Maar om dat te realiseren moet je toch eerst gaan digitaliseren.”
Want met digitalisering leg je een bepaalde standaard vast, stelt De Jong. “stel ik heb als fabrikant een service-maintenance center en de klant wil iets van mij, dan kan je me allerlei getallen door gaan geven, met het risico dat ik iets verkeerd versta en er dus een fout insluipt. Met digitalisering is dat gesprek overbodig, daar wordt standaard veilig gecommuniceerd en wordt de data direct, veilig doorgegeven. Zo kan je fouten voorkomen. Door die standaard te realiseren kan het proces een stuk efficiënter. Daarin is ook een grote rol weggelegd voor de cloud. De data in zo’n gedigitaliseerde fabriek groeit waanzinnig snel en je moet deze veilig kunnen delen. ”
Maar waar moet de gemiddelde fabriek dan beginnen? “Ze moeten zichzelf eerst de vraag stellen of ze die digitale stekker al in hun bedrijf hebben”, vertelt De Jong. “Dat gaat grofweg naar drie kanten, te beginnen bij de leveringen die je als bedrijf ontvangt. Hoe gedigitaliseerd is dat en hoe bestel ik dat het beste ‘just in time’, zodat ik niet teveel voorraden heb? Daarnaast ga je in de fabriek natuurlijk kijken hoe je de foutenlast in de fabriek kunt verlagen. Hoe kan je je productieproces zo flexibel maken dat je altijd aan kunt passen op de wensen van de klant, zonder dat je je proces moet stilleggen. Dat is waar een gemiddeld bedrijf naar moet kijken.”
En dan is er als laatste nog de factor ‘mens’. “Je kunt wel een prachtige machine neerzetten, maar die moet je wel kunnen bedienen. De rol van de medewerker in de fabriek verandert en daar moet je ze toch voor opleiden.”
En als je dat dan op de juiste manier doet, dan liggen er mooie kansen voor de Nederlandse industrie. “Binnen TNO hebben we hiervoor een roadmap opgezet en helpen we bedrijven met behulp van onze kennis bij deze digitaliseringsslag”, vertelt De Jong. “Momenteel worden er veel fieldlabs opgesteld waarin we allerlei digitale oplossingen testen, zodat ze uiteindelijk in de gehele industrie ingezet kunnen worden. Door daar sterk in te standaardiseren kunnen we in de toekomst bijvoorbeeld ook complementair worden aan de smart industry in onze buurlanden, zoals Duitsland. Die relatie is heel essentieel voor de smart industry, want Duitsland is een belangrijk exportland voor Nederland. Daarom is het ook zo belangrijk dat Nederlandse maakindustrie meegaat in deze transitie. Als we achter gaan lopen, dan verliezen we terrein.”