16 apr 2020
|
Economie
Journalist: Marjon Kruize
Nederland circulair in 2050: dat is het streven van de Rijksoverheid. En dat vraagt om een grote omschakeling, ook voor bedrijven.
Er komen steeds meer consumenten bij en daardoor worden grondstoffen om producten te maken steeds schaarser en duurder. Om in de toenemende vraag te voorzien moet er daarom slimmer mee worden omgegaan. Een circulaire economie is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen in de verschillende schakels van de productieketen. Van het winnen van grondstoffen tot het consumeren van het eindproduct, alle processen in de keten worden op een circulaire manier ingericht.
Een circulaire economie gaat dus een stuk verder dan alleen recycling. Al vanaf de tekentafel moet er nagedacht worden over circulariteit. Dat begint bij bedenken of het überhaupt wel nodig is om een bepaald product te maken. En hoe kunnen er minder grondstoffen gebruikt worden bij deze productie? Vervolgens moet er ook anders ontworpen worden, bijvoorbeeld door bij het ontwerp al rekening te houden met hergebruik, reparatie en recycling.
Veel bedrijven begrijpen wel wat circulariteit betekent, maar vinden het nog lastig om dit door te voeren in hun bedrijf, zo blijkt uit een rapport van PwC. Dat komt vooral omdat het overschakelen naar een circulair businessmodel grote veranderingen vraagt en er een andere manier van denken voor nodig is.
Het begint volgens PwC allemaal met een duidelijk uitgedachte strategie. Hierbij moeten bedrijven hun huidige businessmodellen evalueren en de bedrijfsstrategie aanpassen. Dit zal elk onderdeel van de organisatie treffen. Ook betekent het dat de focus niet langer ligt op kortetermijnoplossingen, maar juist kijkt naar de lange termijn. Het vraagt namelijk investeringen die zich zeker terugbetalen, maar je ziet er niet altijd direct de voordelen van.
Circulair werken verandert bedrijven zowel verticaal als horizontaal. Van management tot op de winkelvloer en van materiaal tot productie: bij elke stap moet rekening gehouden worden met circulariteit. Volgens PwC vraagt het echt om transformatie, intern, maar ook in de samenwerking met klanten, leveranciers en stakeholders.
Als laatste moeten bedrijven ook investeren in het monitoren van de stappen die ze nemen. Dat vraagt om toewijding vanuit het management en het rapporteren van processen. Het houdt ook in dat er duidelijke doelen moeten worden gesteld aan de hand waarvan de progressie gemeten kan worden.
De transitie maken naar een circulaire economie is dus een flinke opgave, maar kan Nederland wel een hele hoop opleveren. Zo blijkt uit onderzoek van TNO en het Planbureau voor de Leefomgeving dat een circulaire economie kan leiden tot ruim 50 duizend nieuwe banen, 7 miljard euro voor de Nederlandse economie en 25 procent minder import van primaire grondstoffen. Ook neemt de CO2-uitstoot met 10 procent af en kan er tot wel 20 procent water bespaard worden in de industrie.