Deel dit artikel:

29 nov 2021

|

Industrie

De industrie zoals hij nu is, is in de toekomst niet meer levensvatbaar

Journalist: Marjon Kruize

Zonne-energie is misschien wel de snelste groeier op de duurzame energiemarkt in Nederland. In ons land hebben zo’n 1,5 miljoen mensen zonnepanelen op het dak en ook langs snelwegen en op bijvoorbeeld vuilnisbelten worden steeds meer zonnepanelen geplaatst. “Je ziet aan alles dat het een populaire bron is die alleen nog maar meer gaat groeien.”

Zonnepanelen worden, naarmate er meer verkocht worden, steeds goedkoper. En dat biedt een belangrijke kans voor de energietransitie. “Het is goed om je te bedenken dat zonnepanelen nu slechts een bescheiden aandeel hebben in onze energievoorziening”, vertelt Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. “Maar voor de energietransitie in de industrie zijn zonnepanelen wel een belangrijke manier om eigen energie op te kunnen wekken. Sommige bedrijven hebben bijvoorbeeld hele grote daken die zeer geschikt zijn om zonnepanelen op te plaatsen. En dat kan de industrie op twee manieren helpen. Met zonnepanelen kunnen ze natuurlijk voorzien in hun eigen energiebehoeften, maar daarnaast is er in de industrie ook heel veel warmte nodig. Dit wordt momenteel opgewekt met aardgas en steenkolen, maar ook hier zou je kunnen overstappen op een elektroboiler op groene stroom. Dat is echter nog wel een flinke, ingrijpende overstap.”


Dat komt onder andere omdat zonne-energie op dit moment nog duurder is dan aardgas. “Dat moet linksom of rechtsom worden gecorrigeerd, zodat de duurzame keuze goedkoper wordt dan de vervuilende keuze”, stelt Van der Gaag. “Dat kan je bijvoorbeeld bereiken door te zorgen dat het uitstoten van CO2 duurder wordt. Dat is goed voor alle duurzame energieopties. Ook subsidies kunnen een rol spelen in het aantrekkelijker maken van duurzame energie. Maar het wachten is nu op een nieuwe regering die écht keuzes gaat maken.”


De transitie is namelijk niet van de ene op de andere dag volbracht, aldus Van der Gaag. “Het feit dat verduurzaming veel geld kost staat de transitie nu nog in de weg, maar ook de lange doorlooptijden om bijvoorbeeld vergunningen te regelen houden echte verandering tegen. Als je je fabriek wilt laten draaien op elektriciteit duurt het zo acht jaar om dat voor elkaar te krijgen. Dat is de grootste uitdaging na de kosten, we moeten echt zorgen dat we sneller gaan handelen.”


Want dat de energietransitie urgent is, is het afgelopen jaar al meer dan eens duidelijk geworden. “Er zijn natuurlijk altijd redenen waarom het tijd nodig heeft”, stelt Van der Gaag. “Je kan niet klakkeloos gaan bouwen, maar je hoeft ook niet jaren te praten om iets voor elkaar te krijgen. Kijk naar wat er nu bij corona gebeurd is, daar is binnen een jaar op een zorgvuldige manier een vaccin gerealiseerd. Bij het klimaat hebben we ook te maken met een crisis, maar het is een langzame crisis.”


En dus moet er iets gebeuren om de energietransitie op gang te brengen. “We moeten nu ene mix van middelen gaan inzetten om de industrie te verduurzamen”, stelt Van der Gaag. “Zo moet men efficiënter met energie omgaan en is er naast zon natuurlijk ook wind nodig, om gedurende het hele jaar te kunnen voorzien in energie. Ook aardwarmte kan hierin voor de energie een grote rol spelen. Maar de voorkeur van de industrie gaat uit naar de optie die het goedkoopst en het minst disruptief is. Men wil het liefst dat de bedrijfsprocessen zo min mogelijk aangepast hoeven te worden. Echter, een grotere hervorming biedt meer kansen en is hard nodig. Want de industrie zoals hij nu is, is in de toekomst niet meer levensvatbaar.”

Gesponsord