24 mrt 2021
|
Gezondheid
Journalist: Marjon Kruize
Tot zo’n twintig à dertig jaar geleden werd alle informatie die zorgverleners vergaarden op papier verzameld. De hele organisatie was daarom ook ingericht op papier om elkaar op de hoogte te brengen en patiënten te informeren. Nu het zorgsysteem steeds complexer wordt en er steeds meer data vergaard wordt, wordt het steeds lastiger het overzicht te behouden.
Daarom is de zorg intussen overgestapt op elektronische dossiers. “Deze zijn beter te ontsluiten en een stuk veiliger”, vertelt Erik Buskens, hoogleraar Health Technology Assessment bij de Rijksuniversiteit Groningen. “Daarnaast werden de dossiers simpelweg te omvangrijk om ze nog op papier bij te houden. Er zijn daarom volledige afdelingen opgezet om al deze gegevens te stroomlijnen, te ontsluiten en digitaal beschikbaar te maken.”
Erik Buskens, Hoogleraar Health Technology Assessment bij de Rijksuniversiteit Groningen
Dat leidde tot een aantal flinke uitdagingen, vertelt Buskens. “Je wilt er altijd voor zorgen dat alle betrokken zorgverleners alle relevante informatie over de patiënt hebben zodat je geen onnodige metingen hoeft uit te voeren, maar dat is niet altijd even gemakkelijk gegaan. Een gebrek aan communicatie en mogelijkheden om informatie uit te wisselen leidde tot inefficiëntie. Uiteindelijk wil je met een digitale transformatie in de zorg toe naar een systeem waarin de patiënt centraal staat en de patiënt wil niet voortdurend hetzelfde verhaal moeten doen. Daarom willen we toe naar een systeem waarin dossiers veilig kunnen worden gedeeld.”
Echter, het privacyvraagstuk stond de doorvoering van deze dossiers lange tijd in de weg. “Inmiddels zijn hier afspraken over gekomen”, stelt Buskens. “Dus de komende vijf tot tien jaar zal dit echt beslecht gaan worden. Alle zorginstellingen zullen via dezelfde standaarden gaan werken en dezelfde codes en dergelijke gaan hanteren. Omdat het een private markt is heeft dit nogal wat voeten in de aarde, maar ik ben ervan overtuigd dat we dit de komende jaren op orde gaan brengen.”
En als dat dan geïmplementeerd is, dan zal er continu gefinetuned moeten worden op de wensen en eisen van ziekenhuizen. “Uiteindelijk wil je namelijk dat die data niet alleen wordt ingezet om de zorg binnen zorginstellingen te verbeteren, maar ook om ziekenhuiszorg te vermijden”, vertelt Buskens. “Problemen zijn zelden alleen van medische aard, maar zijn vaak ook gelinkt aan leefstijlfactoren en zaken als eenzaamheid, schulden, leerachterstanden en dergelijke. Mensen die het in de samenleving minder goed doen, worden vaak eerder ziek. Data zou in de toekomst bijvoorbeeld ingezet kunnen worden om dit soort problemen eerder op te sporen, waardoor ziekte voorkomen kan worden en de zorg ontlast kan worden. Gemeenten zouden hier bijvoorbeeld op in kunnen spelen door in bepaalde dorpen of wijken waar dit veel voorkomt maatregelen te nemen. Maar de vraag is hoe ver je hierin wilt gaan. Daar moeten we nu over na gaan denken, maar dat de overheid iets moet gaan doen is duidelijk.”
Dat het kan heeft het afgelopen jaar echter wel uitgewezen. “COVID-19 heeft een disruptie in de zorg tot gevolg gehad”, vertelt Buskens. “We tastten aan het begin van de crisis volledig in het duister en individuele ziekenhuizen hadden te weinig patiënten om conclusies te trekken over risico’s en kwetsbaarheid. Daarom wordt alle informatie omtrent covid gedeeld en wordt er op nationaal niveau onderzoek gedaan.”
Het kan dus wel, stelt Buskens, en dat gold ook voor andere digitale oplossingen in de zorg. “De reguliere zorg is massaal overgestapt op het beeldbellen omdat patiënten zo min mogelijk moesten reizen. In de toekomst zullen we dat ook blijven zien, in combinatie met face to face zorg. Zowel patiënten als zorgverleners hebben kunnen zien dat je niet altijd naar de zorgverlener toe hoeft. Datzelfde geldt voor patiënten die opgenomen waren en met thuismonitoring eerder naar huis konden om zo bedden vrij te maken. Die bewaking op afstand heeft een hoop efficiëntie gerealiseerd in de zorg, die er uiteindelijk toe zal leiden dat de druk op de zorg in termen van capaciteit en kosten omlaag kan. Het is nu vooral aan de IT-infrastructuur en de organisatie binnen ziekenhuizen om die overstap te maken. Dat het kan is inmiddels duidelijk.”