Wachten is altijd een optie. Maar Royal Canin, een producent van dierenvoeding met bijna achtduizend vijfhonderd werknemers wereldwijd, wilde niet wachten. Ze ondernamen actie om de logistieke uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Royal Canin en AllChiefs begonnen tweeënhalf jaar geleden samen te werken.

Bonne Goedhart, Co-Lead in de Sustainable Logistics praktijk bij AllChiefs

Bonne Goedhart, Co-Lead in de Sustainable Logistics praktijk bij AllChiefs, en Albin Pawlak, Global Logistics & service Director bij Royal Canin in Aimargues kenden elkaar al van het Smart Freight Centre (SFC). Pawlak woonde een trainingssessie bij die Goedhart bij SFC presenteerde. Het SFC is een internationale non-profitorganisatie die zich richt op het terugdringen van broeikasgassen in het vrachtvervoer. Pawlak wilde de theorieën in praktijk brengen en nam weer contact op met Goedhart, die inmiddels werkzaam was bij Allchiefs.

Albin Pawlak, Global Logistics & service Director bij Royal Canin

Een cultuur kweken
“Albin wilde onmiddellijk beginnen met de transformatie,” zegt Goedhart, “en niet wachten op technische oplossingen. De eerste essentiële acties zijn training en kennisoverdracht. Lokale logistieke teams wereldwijd moeten de kennis hebben om veranderingen door te voeren. Er moet een cultuur worden gecreëerd waarin de laagste uitstoot net zo belangrijk is als kosten. Op die manier kunnen lokale teams de juiste vragen stellen aan hun logistieke dienstverleners om de zaken in beweging te krijgen. Zo kun je je plannen werkelijkheid laten worden.”

Bewustwording, training en herhaling zijn de uitgangspunten, zoals Pawlak beaamt. “Totdat de boodschap volledig is geïnternaliseerd. Hoe je het vervolgens vertaalt in acties hangt af van de regionale mogelijkheden. Verschillende markten hebben verschillende opties. Daarom is deze aanpak inherent bottom-up. Lokale teams moeten hun eigen stappenplannen maken op basis van hun kennis van de lokale omstandigheden.”

Optimalisatie
Emissiereductie begint met het verbeteren van de bestaande operatie. Dit leidt vaak ook tot financiële optimalisatie. Goedhart zegt: “Je kijkt kritisch naar je logistieke netwerk: staat het magazijn op de juiste plaats, of kan de distributie elders plaatsvinden met minder kilometers? Hoe zit het met de laadcapaciteit van de vrachtwagens - vervoeren we producten of lucht? En zijn er alternatieve brandstoffen waar we in kunnen investeren samen met onze vervoeders?” Elke specifieke markt biedt zijn eigen oplossingen, afgestemd op de lokale mogelijkheden.

Elektrisch transport
In Europa en Noord-Amerika zijn er binnenkort meer opties om te kiezen voor emissievrij zwaartransport. De vraag die al jaren boven de markt hangt is: zal het vrachtvervoer kiezen voor elektrische of waterstofaandrijving? Pawlak: “Dat is een complexe vraag. Veel zal afhangen van de keuzes die overheden en consumenten maken op het gebied van investeringen. Als individueel bedrijf heb je weinig invloed op die keuze. Op dit moment is het antwoord nog moeilijk te geven.”

Goedhart voegt hieraan toe: “Elektrische aandrijving lijkt echter een voordeel te hebben. Brandstofcellen vereisen aanzienlijke investeringen en momenteel is 98% van de waterstof nog ‘grijs’ (geproduceerd uit fossiele brandstoffen). Over het algemeen is de efficiëntie van de elektromotor hoger. Een bijkomend argument is dat als groene waterstof beschikbaar komt, het gebruikt zou moeten worden voor toepassingen die niet gemakkelijk te vergroenen zijn: de productie van staal, aluminium en kunstmest. Maar er is ook iets te zeggen voor waterstof in logistieke nichetoepassingen zoals de mijnbouw.”

Doelstellingen
Met een reductie van bijna twintig procent van de wereldwijde CO2e van de logistiek in een paar jaar, heeft Royal Canin al een aanzienlijk deel van de uitstoot geëlimineerd. Pawlak: “Ons doel is om onze emissie intensiteit met ongeveer 25% te verlagen in 2025 ten opzichte van 2020. In de Mars zero roadmap heeft Mars als geheel zich tot doel gesteld om hun totale uitstoot in de waardeketen met 50% te verminderen tot en met 2030 ten opzichte van 2015. Met logistiek willen we nog verder gaan. Jaar voor jaar plannen is een uitdaging omdat technische ontwikkelingen de weg wijzen. Er liggen spannende ontwikkelingen in het verschiet, maar we kunnen niet bepalen wanneer ze beschikbaar zullen zijn. We zijn bereid om daar tot redelijkerwijs in te investeren.”

Goedhart: “Als bedrijven met oplossingen komen voor emissiereductie, is Royal Canin bereid daarvoor te betalen, zoals biobrandstoffen voor de korte termijn en elektrisch voor de toekomst. Het hoeft niet voor 100% van de transportstromen te zijn, 10% is al meer dan niks. Dit is nodig om transporteurs het vertrouwen te geven om te kunnen investeren in duurzamere alternatieven.”

Pawlak benadrukt dat Royal Canin niet geduldig gaat zitten afwachten. “In elk inkoopproces is de vraag: ‘Welke duurzame opties hebben jullie? We hebben een budget.’ Maar we kunnen niet blijven wachten op groene investeringen bij transportbedrijven. Hun marges zijn te laag om dat van ze te verwachten. Ook is het niet eenvoudig om alleen de markt in beweging te krijgen. De beste optie is vraagontwikkeling, samen met andere producenten. Daarom streven we naar consortiumvorming, zodat we in Noord-Amerika en Europa onze krachten kunnen bundelen om de marktintroductie van bijvoorbeeld elektrische trucks te stimuleren. Als fabrikanten weten dat de markt op ze wacht, helpt dat.”

Bonus
Pawlak is verrast door de inzet die teams en werknemers over de hele wereld tonen voor duurzaamheid. “Dat had ik niet verwacht. Maar mensen vinden het gewoon leuk om te werken aan een betere wereld voor huisdieren en mensen, in plaats van de zoveelste kostenbesparende maatregel door te voeren. Sterker nog, als je goed jong talent wilt aantrekken, heb je dit perspectief nodig.”