30 nov 2021
|
Industrie
De levensmiddelenindustrie en de bijbehorende land- en tuinbouw is een van de grootste van ons land. De jaarlijkse export vanuit deze sectoren bereikt een omvang van ongeveer 100 miljard euro. Het handelsoverschot is gestegen tot boven de 30 miljard. Maar de levensmiddelenindustrie staat ook voor een aantal flinke uitdagingen.
Zo zien we onder andere een toenemende aandacht voor gezondheid, die zeker onder de druk van covid nog belangrijker geworden is. Mensen zijn steeds meer naar hun voedingspatroon gaan kijken. Misschien willen ze meer plantaardige eiwitten eten, of juist in het geheel wat minder gaan eten. Maar belangrijk blijft voor veel mensen ook het gemak. We willen niet uren in de keuken hoeven staan om een gezonde maaltijd te maken.
Als je kijkt naar de zorgen die de sector daarvan heeft, dan staan de stijgende kosten hoog op het lijstje. De levensmiddelenindustrie gebruikt een hele hoop energie en is daarmee een belangrijke kostenpost. Daarnaast zien we dat het wereldwijde vervoer van levensmiddelen veel aandacht vraagt en dat de sector kampt met arbeidsschaarste. Al met al lijkt het erop dat de prijs van het levensmiddelenpakket daardoor komende winter met tien procent zal gaan stijgen.
Als branche moeten we natuurlijk proberen die kostenstijging weer teniet te doen met de juiste innovaties. In het kader van het Nederlandse groeifonds is er dan ook een grote aanvraag ingediend wat betreft robotisering in de gehele branche. Door middel van robots kan het tekort aan arbeidskrachten overbrugd worden, waardoor de kosten niet te ver de pan uit rijzen. Daarnaast is er ook een versnelde ontwikkeling gaande op het gebied van energiegebruik in de land- en tuinbouw. Zo worden we steeds beter in het isoleren van kassen en worden er steeds vaker zonnepanelen geïntegreerd in de bedrijfspanden. Zo kunnen ook de kosten van energie worden teruggedrongen.
Daarnaast biedt die verschuiving in de energieopbouw ook nog eens een oplossing voor die andere grote uitdaging, namelijk het behalen van de doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs. De sector staat voor een flinke verduurzamingsuitdaging waarbij het productieproces flink opgeschoond moet worden. Zo worden er eisen gesteld aan de uitstoot van fosfaat en stikstof. In de technologie kan er heel veel gedaan worden om die verduurzamingsuitdaging te realiseren, maar daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de land- en tuinbouwers zelf, maar ook naar het kabinet. Vanuit de topsector hopen we dan ook overheden, bedrijven en kennis samen te kunnen brengen, wat ok ondersteund wordt door het groeifonds. Want veranderen om ook in de toekomst deze mooie sector levendig, duurzaam en winstgevend te houden, dat willen we allemaal. Maar we kunnen het alleen samen.