Deel dit artikel:

29 mrt 2022

|

Gezondheid

‘Eigenlijk helpen we elkaar met onze ontmoetingen’

Journalist: Féline van der Linde

|

Foto: Persfoto

Om de veertien dagen krijgt Ria Koper-Hoffs bezoek van Abeer Yemany uit Jemen. Ze vertellen elkaar over hun leven, hun cultuur en hun dromen. Het is een uitvloeisel van de samenwerking tussen de organisatie, die alles op alles zet om mensen met een lichamelijke beperking een fijne tijd te bezorgen, en NewBees, een organisatie die nieuwkomers helpt bij hun eerste stappen in Nederland.

Voor het eerste bezoek moest Ria Koper-Hoffs (85) uit Wormerveer even in de atlas opzoeken waar Jemen precies ligt. Driekwart jaar later is ze bijna een kenner van het Arabische land waaruit Abeer vanwege de oorlog is gevlucht. Wat de meeste indruk op haar maakt? Ria: “Je kunt merken dat de mensen uit Jemen heel gastvrij zijn. Abeer neemt graag iets voor me mee, ze vertelt ook heel veel over haar land. Ze is een heel vriendelijke vrouw.”

 


Elke twee weken komt Abeer bij Ria op bezoek. Op donderdagmiddag komt ze vanuit Wormer aangefietst, ze kletsen dan heel wat af. Ria: “Ze vertelt vaak over het werk dat ze in Jemen deed. En de oorlog en de armoede die er heerst. Daarnaast is ze heel nieuwsgierig naar het leven en de gewoonten in Nederland. Het grappige is dat ik na de dood van mijn man ook talen ben gaan leren. Ik ben bezig met Engels en Frans en begrijp hoe moeilijk het voor haar is om vanuit haar Arabische achtergrond Nederlands te leren. Maar ze doet het heel goed. Ze leert heel graag, wil perfect praten. Soms moeten we lachen als we elkaar een keer niet begrijpen. Dan pakt ze haar telefoon erbij en laat ze een woord vertalen. Het is altijd gezellig.”

 


Meestal laat Abeer foto’s zien van haar land, om haar verhalen over cultuur en tradities tastbaar te maken. Af en toe doen ze spelletjes, zoals een kruiswoordpuzzel of een potje Scrabble. Maar heel vaak komt het daar niet van. De tijd vliegt om terwijl ze hun verhalen vertellen. Ze kennen eigenlijk geen geheimen meer voor elkaar. Vragen we aan Abeer hoe ze over Ria denkt, dan antwoordt ze dat ze haar als familie beschouwt. “Na een bezoek voel ik me altijd gelukkig.”

 


Dat is wederzijds, zegt Ria. “Soms ben ik bekaf na een bezoek hoor, maar dat is helemaal niet erg. Ik leer veel van haar. Als de oorlog in Jemen voorbij is, wil ze weer terug. Het schijnt een mooi land te zijn. Dan neemt ze mij een keer mee, zegt ze voor de grap. We hebben echt een goede klik. Voor Abeer is het vervelend dat ze net in de verkeerde tijd vrijwilligster is geworden. Het werk is voor haar een mooie manier om de taal en de gewoonten te leren, maar veel dingen zijn natuurlijk niet doorgegaan. De vergaderingen, de activiteiten, alles lag stil. Eind juni is ze voor het eerst met de afdeling meegegaan, naar Strand Bakkum. Ze vond het leuk.”

 


Abeer denkt nog wel eens terug aan de eerste ontmoeting met Ria. “Ze praatte snel voor mij, mijn Nederlands was nog niet zo goed. Om mij te helpen, ging ze langzamer spreken. Nu gaan onze gesprekken veel beter. Ze vraagt altijd hoe het met mij is, wat ik sinds het vorige bezoek heb gedaan. De taal leren zonder met mensen te praten, is niet voldoende. Eigenlijk helpen we elkaar met onze ontmoetingen. Daar word ik blij van.”

 


Ria heeft drie kinderen. De oudste woont in Alkmaar, toevallig de stad waar de partner van Abeer voorlopig ook verblijft. “Abeer is nu bezig met rijlessen. Ze heeft me al aangeboden om mij af en toe naar mijn dochter te rijden als ze haar rijbewijs heeft. Abeer reikt me echt de helpende hand. Zo is zij. Ik ben blij dat wij vorig jaar aan elkaar zijn gekoppeld.”

Gesponsord