Deel dit artikel:

28 feb 2018

|

Gezondheid

Erasmus MC introduceert snellere behandeling borstkanker

Journalist: Mark van Seggelen

Erasmus MC Kankerinstituut in Rotterdam gebruikt een nieuwe vorm van bestraling bij borstkanker. Na één behandeling gaat de patiënt naar huis.

Een behandeling van slechts een uur en niet meer wekenlang terugkomen voor verdere bestraling. Dat kan nu in het Erasmus MC met een nieuwe methode waarbij met een holle naald radioactieve ‘zaadjes’ - kleine titanium capsules - in de borst worden geplaatst. Het radioactieve palladium zorgt van binnenuit voor de bestraling. Gedurende drie maanden geven de zaadjes een bestralingsdosis af. “Met deze bestralingstechniek kan veel gerichter bestraald worden. De bestraling vindt dus thuis plaats”, zegt radiotherapeut-oncoloog Gerda Verduijn. Zij voert de behandeling Permanent Breast Seed Implants (PBSI) uit. Met behulp van echobeelden en een CT-scan wordt nauwkeurig vastgelegd waar de bestraling moet plaatsvinden. 


Er zijn een aantal voorwaarden voor deze bestralingsmethode. “De techniek voeren we uit bij vrouwen met een relatief gunstige vorm van borstkanker, waarvan de lymfeklieren kankervrij zijn en de tumor kleiner is dan drie centimeter”, zegt Verduijn. Vrouwen onder de vijftig jaar komen niet in aanmerking. “Zij hebben een bestraling van de hele borst nodig.” Met name vrouwen op hogere leeftijd kunnen er met deze methode voor kiezen om de borst te behouden. “Ze zien het veelal niet zitten om een maand bestraald te worden. Met PBSI is er een goede behandeloptie bij gekomen”, zegt arts-onderzoeker Gerson Struik.


Bij deze vorm van plaatselijke bestraling is de kans op terugkeer van de kanker gelijk aan de kans wanneer je de gehele borst gedurende een aantal weken zou bestralen.  De patiënt is na een eenmalige behandeling van een uur klaar, en kan vrijwel direct naar huis toe. Ze hoeven niet meer wekenlang terug te komen voor bestralingen. “Ze kunnen het gewone leven de volgende dag alweer oppakken. Ook de te verwachten schade aan hart- en longweefsel is kleiner”, merkt Verduijn op.  


In Canada voeren medici deze methode al jaren uit. “De langetermijnresultaten van een grote groep patiënten wijst uit dat de kans op terugkeer binnen vijf jaar in dezelfde borst 1 tot 2 procent is. Dat zijn dezelfde percentages als bij de bestraling van de hele borst”, zegt Struik. “Deze gegevens vormden voor ons de basis om bij het Erasmus MC te starten.” 


Dat de methode in Canada is ontwikkeld is niet zo opmerkelijk. Struik: “De afstanden naar een ziekenhuis kunnen daar enorm groot zijn, en dan is meerdere keren terugkomen naar het ziekenhuis voor een behandeling een belasting. In Nederland zijn de afstanden niet zo groot. Maar het is zeker prettig dat slechts één behandeling voldoende is.”


Een op de vijf behandelde patiënten krijgt huidschade, zoals kleine littekens of kleine bloedvaatjes die door de huid schijnen. Arts-onderzoeker Struik wil de huidschade verminderen. “Alhoewel de schade mild is, is het een blijvende herinnering. We spuiten een vloeistof tussen het te bestralen gebied en de huid op de plek waar de meeste huidschade te verwachten is.” Om een goed beeld te krijgen van de werking en het effect van de vloeistof, is er een controlegroep die geen injectie krijgt. 


Technisch is de behandeling een vrij moeilijke procedure. Radiotherapeuten zijn gewend de ioniserende straling op afstand te geven. Verduijn verwacht dat slechts een aantal centra deze behandeling gaan uitvoeren. “Deze behandeling vindt plaats op de operatiekamer en dat vergt andere vaardigheden en kennis.”

Gesponsord