Deel dit artikel:

4 jul 2019

|

Maatschappij

Hoe eerder ontwikkelaar en overheid met elkaar aan tafel zitten om van gedachten te wisselen over een nieuw projectidee, hoe beter dat is voor het ontwikkelings- en uitvoeringsproces

Journalist: Henk Dilling

Hoe eerder ontwikkelaar en overheid met elkaar aan tafel zitten om van gedachten te wisselen over een nieuw projectidee, hoe beter dat is voor het ontwikkelings- en uitvoeringsproces.

Dat zegt ontwikkelaar Jethro van Veen. Hij benadrukt dat gebiedsontwikkeling een goede samenhang vraagt tussen beleving, functionaliteit en duurzaamheid. Met de juiste mix ontstaan aantrekkelijke en duurzame woonwijken. “Waar het om gaat is een harmonieuze verbinding tussen verschillende thema’s en belangen, zoals klimaat en energie, groen, water, mobiliteit, woonruimte, lokale economie, welzijn, gezondheid.” Om deze verbinding te realiseren moeten overheid en ontwikkelaar het ontwikkelproces samen handen en voeten geven, stelt hij. Dat vraagt om gezamenlijke betrokkenheid. Die wordt volgens hem pas echt gestimuleerd wanneer de ontwikkelaar al in de eerste scenariofase om tafel gaat met alle gemeentelijke diensten die een rol spelen bij het project: stedenbouwkundig, infrastructuur, water, geluid, planologie. “Zo zorg je dat een project door alle betrokken disciplines wordt geadopteerd. Dat is essentieel. Het maakt dat je schouder aan schouder staat. Door al heel vroeg met elkaar in gesprek te gaan, gaat een project voor alle partijen leven.”      

 

Is een project eenmaal gestart, dan moet het voortgangsproces worden bewaakt door een kwaliteitsteam (het Q-team). Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeente en de ontwikkelaar en de architect, de stedenbouwkundige en adviseurs/specialisten op diverse vakgebieden. Het team adviseert over de uitwerking van de ruimtelijke ambities en doet voorstellen voor verfijning of verbetering. “Door de compacte organisatie heeft het Q-team korte communicatielijnen”, zegt ontwikkelaar Theo Decnop. “Omdat ontwikkelaar en overheid nauw samenwerken boek je tijdwinst en kun je kwaliteit en duurzaamheid blijven waarborgen. Dat neemt niet weg dat je het af en toe best met elkaar oneens mag zijn. Gezonde wrijving heeft glans.” Ook burgerparticipatie is een succesfactor in het proces. Participatie van toekomstige wijkbewoners kan een project een groot daagvlak bezorgen. “Om dat vast te houden moet je ook tijdens het proces de doelgroep regelmatig om feedback vragen en die respons waar mogelijk in de uitvoering verwerken.”    

 

Duurzaamheid en participatie staan hoog in het vaandel van wethouder en locoburgemeester Hans Krieger (ruimtelijke ontwikkeling) van de gemeente Zaanstad. Hij ziet zijn gemeente de komende jaren groeien van 155.000 naar 200.000 inwoners. Dat betekent dat er veel wordt gebouwd, vooral binnen bestaande wijken. “Prettig wonen, werken en recreëren brengt ook het vraagstuk van duurzaamheid met zich mee”, zegt hij. “Wij willen zo duurzaam mogelijk bouwen en de samenleving de ruimte bieden om de energietransitie zélf vorm te geven. Dat kan een inwoner zijn die zonnepanelen aanschaft of huurt, maar ook een energieleverende nieuwbouwwijk.” Krieger stelt vast dat ontwikkelaars op het gebied van duurzaamheid steeds meer hun verantwoordelijkheid nemen. Zij zien dat woningzoekenden duurzame eisen stellen aan hun nieuwe woning en dat zij zich als ontwikkelaar kunnen onderscheiden in de markt door hier goed op in te spelen. 

 

“Wij hebben als gemeente, zeker bij grote nieuwbouwprojecten, nauw contact met ontwikkelaars. We geven spelregels en ambities over duurzaamheid mee. Die zien we in de praktijk terug in de vorm van nieuwe woningen.”

Gesponsord