29 nov 2021
|
Gezondheid
Journalist: Jerry Huinder
Laat het duidelijk zijn: over e-health praat Lucien Engelen niet meer. Want, zo stelt hij, we hebben ook niet meer over internetbankieren. “E-health impliceert dat het een apart hokje is binnen de zorg, maar dat is het allang niet meer. Dat stadium zijn we echt voorbij. Dus praat ik liever over digitale zorg.”
De digitale zorg heeft tijdens de coronacrisis een vlucht genomen. Dat kon ook haast niet anders, want patiënten wilden of mochten niet fysiek komen, dus het móest online. Eindelijk, concludeert Lucien Engelen, expert op het gebied van het gebruik van digitale mogelijkheden binnen de zorg, is de teerling geworpen. “Wij zijn jarenlang zwanger geweest van digitale zorg, en tijdens de pandemie is het met een keizersnede ter wereld gekomen.” Nu is de uitdaging alleen wel om die digitale zorg te borgen. En de tekenen daarvoor zijn volgens Engelen gunstig. “De kennis die we hebben opgedaan zorgt voor onderbouwing: we weten welke vormen van digitale zorg wél, maar ook welke níet werken. Daarnaast heeft de overheid stappen genomen, er is een motie aangenomen in de Tweede Kamer waarin het recht op hybride zorg beschreven staat. En daarnaast zie je dat verzekeraars willen dat er nu doorgepakt wordt. Terecht, want digitale zorg is één van oplossingen voor de uitdagingen die er in de zorg aankomen.”
Welke uitdagingen heb je het dan over?
“Een verdubbeling van de zorgvraag met de kosten die daaraan verbonden zijn en de personeelstekorten die alleen maar groter worden. Want dat is niet iets van corona: dat was voor de corona al zo en zal in de toekomst alleen maar erger worden. En wat ga je nou doen als je twee keer zoveel patiënten hebt met een kwart minder collega’s en hetzelfde geld? Dat kan niet. In die zin hebben we nu door de pandemie een doorkijk gekregen hebben hoe het in 2030 zou zijn. Digitale zorg is een broodnodig puzzelstukje, zo simpel is het.”
Waar staan we nu op het gebied van digitale zorg?
“Mijn meest recente boek (Augmented Health, red) heb ik de ondertitel ‘The end of the beginning’ meegegeven, een quote van Winston Churchill, omdat die de lading goed dekt. Digitale zorg is nu overal aanwezig en ik verwacht een exponentiele groei. De integrale visie ontbreekt nog, maar daar zijn alle partijen nu hard mee bezig. De overheid doet zijn stinkende best om standaarden in te stellen. Zeven jaar geleden werd ik nog zo ongeveer van een het podium afgehaald, omdat ik het had over videoconsulten. Of ik gek geworden was, dat willen patiënten helemaal niet. Die tijd is echt voorbij. Digitale zorg is één van de grootste aandachtspunten van dit moment.”
Waar liggen de uitdagingen van de toekomst?
“Laat ik beginnen te vertellen met waar de uitdagingen niet liggen: op het gebied van geld. Als je iets goed aanpakt, krijg je financiering. Daar ben ik van overtuigd. Ten tweede: veiligheid is ook geen belemmerende factor. Het kan echt veilig. En ja, er zal altijd een hacker slimmer zijn dan het slimste systeem, maar in de Middeleeuwen waren er schurken en in de toekomst ook. Daar moeten we ons niet door laten regeren, we moeten er gewoon voor zorgen dat we systemen robuust en zo veilig mogelijk inrichten. Ethiek is wel echt een uitdaging. Wat gaan we straks doen als we alles digitaal kunnen?”
Beantwoord de vraag zelf eens.
“Ik zeg altijd: digital first, physical next. Dat betekent dat de digitale voordeur altijd als eerste open staat, maar kun je daar om welke reden dan ook niet doorheen, dan is er altijd nog een de fysieke deur waar je doorheen kan. Dat is een belangrijk ethisch uitgangspunt: het moet niet óf/óf worden. Maar dat is wel een uitdaging: kijk maar naar de banken. Daar is het vrijwel geen óf/óf systeem meer. Dat kan in de gezondheidszorg niet.”
Zijn de mensen in de gezondheidszorg klaar voor digital first?
“Nou, de cultuur binnen de gezondheidszorg is wel een uitdaging. Zijn mensen bereid om iets dat ze zeventien jaar lang geleerd hebben te verlaten? Ik merk nog steeds dat mensen binnen de zorg bang zijn dat door digitale zorg hun baan verloren gaat… Maar met een verdubbeling van de zorgvraag, denk ik dan: ‘Jongens, kom op, we krijgen het gewoon niet voor elkaar. Het gaat je niet overbodig maken, maar juist helpen’. We hebben natuurlijk wel een verplichting om te zorgen dat het zorgpersoneel digitaal mee kan, maar dat geldt eigenlijk voor de hele maatschappij. Ik vind dan ook dat we op de basisschool moeten beginnen met digitale (zorg)vaardigheden. Dat moet al van jongs af aan geborgd worden.”
Moeten artsen ict’ers worden?
“Nee, maar ze moeten de digitale kant wel begrijpen, weten wat er kan, en dat begint ook voorzichtig aan steeds meer te gebeuren. Ik heb mee mogen werken aan de verandering van het curriculum Geneeskunde aan de Radboudumc in 2015 en de eerste dokters van dat curriculum komen volgend jaar beschikbaar. Daarnaast heb je het digicoach opleidingsprogramma waarmee je mensen uit de zorg kan opleiden en bijspijkeren op digitaal gebied. Tenslotte moeten we het ook gaan borgen in andere opleidingen Geneeskunde en Verpleegkunde: daar worden op dit moment stappen gemaakt.”
Waar gaat de zorg naartoe?
“Dat is de million-dollar question. Negentig procent van het budget in de zorg gaat op dit moment naar dingen oplossen, zieke mensen beter maken. Ik denk dat er door de digitalisering een verschuiving zal plaatsvinden meer naar de voorkant, preventie. Daar is wel eigen regie voor nodig, en daarvoor is dan weer informatie nodig. Mensen moeten nu op tot wel zeven verschillende portals kijken voor hun medische informatie, en soms krijgen ze het zelfs niet. Stel je voor dat je bij een bank komt om je saldo op te vragen en de bank zegt: ‘Neuh, neuh, dat krijgt u niet, daar kunt u niet mee omgaan…’ Nou goed, dat gebeurt in de zorg nog steeds.”
En als dat is opgelost?
“Dan vervagen de grenzen tussen preventie, welzijn en zorg. De zorgsector heeft zichzelf in verschillende silo’s gestopt, vanwege financieringsredenen en het afbakenen van verantwoordelijkheden, maar voor de patiënt slaat het nergens op. We gaan naar een systeem toe waar alles samenkomt. Waar een apparaat, je telefoon, een horloge of wat je ook wilt, real-time metingen over je gezondheid combineert met je persoonsgegevens en met, bijvoorbeeld, een analyse van je bacterie-huishouding en op basis van die combinatie een boodschappenlijstje tevoorschijn tovert. Gepersonaliseerd dus, omdat jij dat op basis van je gezondheid nodig hebt. Maar datzelfde apparaat kan ook zeggen dat je nu toch echt moet gaan sporten. Of die vergadering moet afzeggen, omdat je energielevel te laag is. En, tenslotte, als er echt iets mis is, waarschuwt het device de dokter, en krijg je een uitnodiging om online een gesprek te voeren. Of, en nogmaals, dat moet altijd blijven kunnen, een uitnodiging om fysiek langs te komen als je dat prettiger vindt.”