Deel dit artikel:

19 mrt 2020

|

Gezondheid

Investeren in gezondheid: meedoen en ertoe doen

Journalist: Nico van Meeteren

In de gezondheidszorg ligt de nadruk meestal sterk op het tweede deel van het woord: ‘zorg’. Persoonlijk zie ik liever minimaal evenredigheid: ‘behoud van gezondheid’ en ‘zorg’. Zorg is immers ‘slechts’ een beperkt middel om de gezondheid in stand te houden. Ik heb het dan ook liever over investeren in gezondheid: de zorg verbeteren, evenredig investeren in de omslag naar gezondheid en gedrag. 

In de afgelopen 140 à 150 jaar zijn we als samenleving heel succesvol geweest. We zijn allemaal steeds gezonder geworden en worden gemiddeld veel ouder: collectief zijn we zo’n veertig jaar ouder geworden. Als je de grafiek over het bestaan van de mensheid bekijkt zie je een soort ‘hockeystick-effect’, waarbij de laatste 150 jaar de punt van de stick zijn. Van de 40 extra levensjaren is 35 jaar toe te schrijven aan de verbeterde leefomstandigheden, waaronder (beter) onderwijs, schoon drinkwater, betere voeding en een sociaal vangnet. De overige vijf jaar is toe te schrijven aan de verbeteringen in de zorg. 


Digitalisering zou daarom volgens mij vooral moeten gaan om technologie, breed opgevat, die helpt om je gezondheid in stand te houden, passend bij ieders talent en sociale context. Technologie die eraan bijdraagt gezond te blijven of worden en tegelijkertijd er aan bijdraagt  dat je kunt blijven meedoen naar believen en vermogen in de samenleving. Er zijn meer dan 100.000 apps die zorg bieden, maar de meeste ervan richten zich op zorg voor een ziekte, meestal aan slechts enkele aspecten daarvan. Bovendien is het merendeel van deze apps nu gemiddeld afgestemd op en gevalideerd bij de ‘43-jarige hoog opgeleide’. Techniek, ook eventueel apps, moet afgestemd zijn op het talent van de persoon én context en gezondheid. Daar mankeert het nu nog aan en daardoor zijn zowel de maatschappelijke als economische rendementen van vaak gecombineerde publieke en private investeringen beperkt.


Een voorbeeld uit de praktijk. Een vrouw met zeer instabiele diabetes werd al dertig jaar lang constant in de gaten gehouden door haar man. Immers: haar bloedsuikerspiegel was zo instabiel, dat ze ieder moment in een hypo kon schieten. Het paar vormde als gevolg van haar ziekte als het ware een siamese tweeling. Sinds enige tijd maakt de vrouw gebruik van een kunstmatige alvleesklier, technologie ontwikkeld door Inreda Diabetic van Robin Koops. Robin heeft zelf diabetes en ontwikkelde dit ingenieuze apparaat dat gepersonaliseerd en op maat  de bloedsuikerspiegel 24/7 reguleert door middel van fijnmazige insuline- en/of glucagonmonitoring door afgifte direct in het bloed. De vrouw, of liever gezegd het paar, heeft na een gewenningsperiode een toenemende kennis van en vertrouwen in deze technologie: de vrouw én man gaan er inmiddels ook weer alleen op uit. Ook het bedrijf kan zich hierdoor verheugen op maatschappelijke en economische voorspoed van de publiek-private investeringen.  


Dergelijke technologie, afgestemd op hun talent, helpt mensen hun gezondheid te regelen en tevens weer mee te doen en ertoe te doen. En juist dát is volgens mij het doel van – digitale – technologie: technologie niét voor ín de zorg, maar technologie voor ín het leven! 

Gesponsord