24 mrt 2021
|
Gezondheid
Journalist: Féline van der Linde
De zorg in de huisartsenpraktijken wordt nog altijd via een klassiek model gegeven. Patiënten trekken een nummertje, zoals in de jaren tachtig bij de bank, moeten lang wachten in de wachtkamer, en worden vervolgens bij het loket doorverwezen naar een ander loket.
“Dat moest anders dacht ik”, vertelt Vladan Ilic, huisarts en oprichter van Westerdokters. “Ik begon mij af te vragen hoe ik dit ouderwetse model naar de huidige moderne tijd kon brengen. Brainstormsessies met de huisartsen van de praktijk volgden. We vergaten alles wat we wisten en van daaruit wilden we de praktijk weer opnieuw gaan beginnen. Al vrij snel werd duidelijk dat we maar twee dingen echt nodig hadden en dat waren de huisarts en de patiënt. De rest was een overbodige luxe.”
De eerste stap werd gezet in de communicatie, gaat Ilic verder. “De toegang via internet voor de patiënt werd gemaximaliseerd en de patiënt kan op deze manier te allen tijde met de huisartsen communiceren via chat en videobellen. De fysieke toegang tot de praktijk hebben we geminimaliseerd tot alleen noodzakelijk. Op deze basis, ‘digital first’, moest de praktijk gaan draaien. Eerst het contact digitaal zoeken met de huisarts. Mocht het probleem niet opgelost kunnen worden dan pas fysiek contact toelaten. Met de coronacrisis was het dan ook gemakkelijk aanpassen, aldus Ilic. “Het was eigenlijk ‘business as usual’ in een ongewone tijd en wij konden gemakkelijk onze online activiteiten opschalen van 50 tot 75 procent online, naar 85 tot 90 procent online.”
Het brede publiek was al lang klaar voor de ‘digital first’ ontwikkeling. Ilic: “Mensen zijn allang gewend om online te communiceren. Het grootste tegengeluid kwam uit de zorg zelf. Andere huisartsen die aangaven dat dit alleen in Amsterdam zou kunnen slagen en in andere delen van Nederland niet. Maar dat pakte anders uit. Op een gegeven moment werden we benaderd door een huisarts uit Wouw in Brabant, die ook graag via het ‘digital first’ principe wilde gaan werken. En wat bleek, ook daar kan het aanslaan. Het succes wordt verklaard omdat de tijd er rijp voor is, maar ook doordat dit model een aantal antwoorden kan geven op brandende vragen waar de zorg voor staat. Zo is er een groot gebrek aan personeel in de zorg en de jonge artsen die er zijn staan niet te springen om te werken op het platteland van bijvoorbeeld Friesland of Drenthe.”
Het belangrijkste om deze transitie naar digitale zorg te kunnen begrijpen en vooral in te kunnen zien waarom deze noodzakelijk is, is de verandering van de rol tussen patiënt en huisarts, besluit Ilic. “De rol van de patiënt is steeds sterker geworden en de huisarts is niet meer de alleswetende sjamaan, maar meer een coach. De meeste mensen googlen eerst hun kwaal en vragen vervolgens aan de huisarts of zij het er mee eens zijn. De crisis waar wij ons nu in bevinden vind ik een mooi moment om de verandering naar ‘digital first’ in te zetten. Zeker in de zorg zullen we niet meer terugkeren naar het oude ‘normaal’. Technologische e-health toepassingen als AI en het stimuleren van zelfmonitoring door de patiënt thuis zal de zorg toegankelijker en beter maken. Waarbij zorg niet alleen voor de ‘happy few’ toegankelijk is, maar waar iedereen gebruik van kan maken.”