Deel dit artikel:

26 aug 2020

|

Maatschappij

Multidisciplinaire inzet van technologie vereist aangepaste wet- en regelgeving

Journalist: Féline van der Linde

Door COVID-19 zijn de technologische ontwikkelingen in een versnelling geraakt. Niet alleen voor de mensen thuis, waar duidelijk is geworden dat op kantoor werken in de meeste gevallen niet meer nodig is, maar ook in de stad. Zo kan het gebruik van camera’s als sensoren niet alleen bijdragen aan de veiligheid van de stad, maar ook aan het tellen van het aantal mensen dat op een bepaalde plek in de stad aanwezig is en de onderlinge afstanden in onze 1,5 metermaatschappij. Met de huidige coronamaatregelen en de grotere vraag naar crowd management een belangrijke ontwikkeling.  

Zo vinden er in Almere al veel innovaties plaats, vertelt Epko van Nisselrooij, expert op het gebied van Smart Cities. “De veiligheidscamera’s zijn uitgerust om ook het verkeer te monitoren, maar kunnen ook het aantal mensen meten en ondersteuning bieden bij veiligheid in de stad. De camera’s worden hier dus al voor meerdere functies gebruikt en multidisciplinair ingezet. Niet alleen camera’s, maar ook verlichting kan multidisciplinair ingezet worden. Bij een vechtpartij in de stad kun je bijvoorbeeld door het meten van het geluid de vechtpartij detecteren en vervolgens het licht daarbij aanpassen zodat de politie snel weet waar ze moeten zijn en tevens de hulpdienst hun werk optimaal kan uitvoeren.” 


In de praktijk gebeurt het al mondjesmaat. Helaas heerst er veel koudwatervrees bij gemeenten, vertelt Van Nisselrooij. “Door de wet- en regelgeving worden vooral steden geremd door de nieuwigheid hiervan. Mijn advies is dan ook: communiceer helder en transparant over het multidisciplinair gebruik van camera’s en verlichting in het verkeer. Zodat het niet alleen sneller kan worden toegepast, maar ook de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) respecteert. Doordat het nog een grijs gebied is voor velen, is men nog angstig voor het gebruik van multidisciplinaire camera’s en slimme verlichtingsmasten” 


De Gemeentewet 151c schrijft voor dat alle opgenomen videodata, onder regierol van de politie valt waardoor de Wet Politieregisters van kracht is. Deze opzet biedt nog zeker wel mogelijkheden, aldus Van Nisselrooij. “Puur de data die wordt gegenereerd met videocamera’s, zoals bijvoorbeeld teldata van personen, kun je dus goed scheiden van de daadwerkelijke camerabeelden en daarmee kun je er ook voor zorgen dat de beelden, zowel live als opgenomen bij de politie terechtkomen en dat alleen data zonder video in een dashboard kan worden aangeboden aan andere afdelingen.” 


Autoriteit Persoonsgegevens moet vanuit de AVG op dit onderwerp meer helderheid scheppen zodat de overheid en het bedrijfsleven dit beter kunnen toepassen in de praktijk. Dit gaat dan met name over het multidisciplinair gebruiken van sensoren en het scheiden van deze data en daarmee de bescherming van onze privacy zodat er meer ruimte voor steden gecreëerd worden om stappen te maken, aldus Van Nisselrooij. Gelukkig heeft Autoriteit Persoongegevens deze bal opgepakt en werken ze momenteel aan een onderzoek om uiteindelijk te komen met een advies hoe om te gaan met Smart City-toepassingen in relatie tot privacy. “De privacy is een gemeengoed waar we zuinig op moeten zijn en moet daarom te allen tijde gewaarborgd blijven. De discussie zal een andere wending krijgen als bewoners en ondernemers weten en ook ervaren dat het gebruik van data leidt tot een veiligere, slimmere en bovenal leefbaardere stad. Zodra dat duidelijker wordt voor de mensen, zal de discussie ook een andere, minder felle dimensie krijgen.” 


Het koppelen van meerdere functies, aan bijvoorbeeld camera’s in de stad, zorgt voor meer data en daarmee ook mogelijkheden voor verdergaande smart city-ontwikkelingen. Daarvoor is een ruimere wet- en regelgeving nodig, mits deze goed afgeschermd kan worden, besluit Van Nisselrooij. “Het ontwikkelen van een standaard, met meerdere partijen, om data te generen vanuit de stad voor meerdere toepassingen is een ‘ongoing process’. We lopen qua technologie voor op de wet- en regelgeving en daar moeten stappen in gezet worden.”

Gesponsord