30 nov 2021
|
Industrie
Journalist: Féline van der Linde
In Nederland kennen we 53.920 landbouwbedrijven (2018), waarvan 20.000 bedrijven (mkb) in de tuinbouw actief zijn. De Nederlandse tuinbouw sector zorgt voor 300.000 banen en exporteert jaarlijks voor 24,4 miljard euro naar 150 landen.
“De tuinbouwsector is de derde pijler van onze economie”, vertelt Jaap Bond, boegbeeld topsector Tuinbouw. “Naast het feit dat de tuinbouw een grote economische waarde heeft, draagt de sector via innovaties bij aan gezonde, duurzaam geproduceerde voeding en een groene leefomgeving. De sector levert dus een grote maatschappelijke bijdrage. Dit gebeurt voor een groot deel via een unieke publiek-private samenwerking in het zogenoemde missie gedreven topsectoren en innovatiebeleid. Met investeringen van overheid én bedrijfsleven werken Nederlandse bedrijven en onderzoekers gezamenlijk aan autonome teeltsystemen, biologische bestrijdingsmiddelen waardoor natuurlijke vijanden de gewassen beschermen en het ontwikkeling van planten die weinig water en energie nodig hebben. Door dit unieke kennisecosysteem is Nederland de wereldwijde kraamkamer voor tuinbouw innovaties die bijdragen aan het oplossen van mondiale problemen. Beschikbaarheid van gezond voedsel is een veel landen een probleem, mede door klimaatverandering. Met onze teelsystemen en droogte resistente rassen helpen we landen hun eigen voedsel te verbouwen.
We hebben dus goud in handen met onze triple helix samenwerking tussen bedrijven, overheid en onderzoek/onderwijs. En we zoeken steeds weer naar nieuwe partners. Zo hebben we dit jaar de krachten gebundeld met de topsectoren Life Science & Health en Agri&Food. Met een roadmap Voeding, Gezondheid en Leefomgeving gaan we samen de beschikbare middelen beter inzetten voor ontwikkeling van nieuwe kennis verspreiding van bestaande kennis”.
In verre landen is de Nederlandse wijze van voedselproductie beroemt, maar in Nederland en Europa is onze inzet soms onderbelicht. Bond: “Vooral de EU heeft af en toe onvoldoende in de gaten wat hier al gebeurt en welke mooie bijdrages de sector kan leveren. In de afgelopen jaren is in Nederland enorm veel nieuwe kennis ontwikkeld die elders in Europa toegepast kan worden voor milieuvriendelijk geteelde, gezonde producten. De Nederlandse tuinbouw kan daarmee een mooie bijdrage leveren aan de Green Deal doelen.
Maar dat betekent niet dat we in Nederland op onze lauweren moeten rusten. Juist niet! Uitdagingen zoals ongezonde eet- en leefgewoontes en klimaatverandering zorgen ervoor dat we moeten blijven investeren in innovatie. We hopen dan ook dat er in Nederland voldoende (financiële) middelen beschikbaar blijven om hier mee door te gaan. Uitwisseling van kennis zorgt er ook voor dat iedereen weet wat er in het ‘veld’ speelt. “Maar daar gaat het soms mis. In de 7e Nitraatregeling staat bijvoorbeeld dat gewassen voor 1 oktober elk jaar van het land gehaald moeten zijn. Maar gewassen kun je niet sturen. Gewassen staan bijvoorbeeld dit jaar langer op het land vanwege de natte zomer. En dat kan niet meer door de nieuwe richtlijnen. De kennis van boeren zou hier nog meer bij benut kunnen worden.”
Als boegbeeld voor de sector kan ik knelpunten in de sector aankaarten maar kijk ik ook vooral naar nieuwe kansen waarmee de problemen van morgen opgelost kunnen worden. De innovatieve kracht en samenwerkingsgerichtheid van ondernemers en wetenschappers zorgt ervoor dat ik ontzettend positief gestemd ben over de toekomst. Ik heb veel vertrouwen in alle mooie projecten en samenwerkingen die nog gaan plaatsvinden in de tuinbouw- en uitgangsmaterialensector”.