25 nov 2022
|
Gezondheid
Nederland moet aan de bak om de doelstelling van 1,5 miljoen verduurzaamde huizen in 2030 waar te maken. Een flinke uitdaging, omdat het niet slechts een kwestie is van de cv-ketel vervangen door bijvoorbeeld een waterpomp. Duurzame lage temperatuurbronnen kunnen een oude tochtige woning namelijk niet voldoende verwarmen, dus kunnen alleen goed geïsoleerde huizen van het gas af. Om te voorkomen dat huiseigenaren te laat beginnen met isoleren, moet vanaf een bepaald, slim gekozen moment een isolatienorm voor woningen gaan gelden. Dat zegt Lot van Hooijdonk, energiewethouder in Utrecht en voorzitter van de commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
De gebouwde omgeving is niet de grootste CO2-uitstoter, maar wel de ingewikkeldste sector in deze energietransitie, zegt Van Hooijdonk. “Je hebt te maken met ongelofelijk veel belangen die tegen elkaar moeten worden afgewogen. Huiseigenaren, investeerders, aannemers, veel om rekening mee te houden. Het is daardoor een constante zoektocht naar de beste manier om huizen op een verantwoorde manier van het gas te halen.”
Veel woningen zijn nog niet klaar voor het moment dat ze worden losgekoppeld van de aardgasvoorziening. Dat moet veranderen, want het is niet de bedoeling dat woningeigenaren pas aan de slag gaan als hun buurt al bijna van het gas af gaat. In plaats daarvan moeten woningen ‘spijtvrij’ worden geïsoleerd. Dat wil zeggen: ruim op tijd met isoleren beginnen, zodat geen grote aanpassingen meer nodig zijn als de installateur al voor de deur staat met het alternatief voor aardgas.
De standaard voor woningisolatie is voor eigenaren een belangrijk handvat. Deze norm komt voort uit het Klimaatakkoord en geeft aan wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te kunnen worden. In het akkoord is vastgelegd dat in 2026 wordt bekeken of het een verplichte norm wordt, maar dat zou eigenlijk nu al overwogen moeten worden, vindt van Hooijdonk. “Juist omdat dit zo complex is en zoveel partijen betrokken zijn, vinden wij dat je aan normering zou moeten doen. Als je de norm vanaf een slim moment laat gelden, is daar veel winst mee te behalen.
Het rondmaken van de aankoop van een huis is zo’n natuurlijk en slim moment waar Van Hooijdonk op doelt. “Het is een transactie waarbij mensen hun financiën op een rij zetten en rationaliseren. Nu energielasten heel zwaarwegend zijn, vinden wij trouwens dat die ook mee moeten wegen in de woningwaarde en de hypotheek. Vlak nadat je een huis koopt, is het vaak ook nog leeg, wat het heel logisch en praktisch maakt om te zorgen dat alles klaar is als je erin trekt. Dus ook de isolatie. Als iedereen zo’n moment kiest om ermee aan de slag te gaan, komen de meeste woningen uiteindelijk vanzelf aan de beurt.”
Zeker nu burgers geconfronteerd worden met torenhoge energierekeningen, is het invoeren van een normering voor bestaande bouw een verstandig plan, stelt Van Hooijdonk. “Het draagt namelijk bij aan het verlagen van de energiekosten. Door te normeren, zorg je dat de energiecomponent mee gaat wegen bij het bepalen van de woningwaarde. Op basis daarvan kan de financiële sector ook de hypotheek financieren. Op dat vlak is het dus ook lonend voor eigenaren om dit te gaan doen, net als voor beleggers. De woningvoorraad wordt hier namelijk beter van, dus hun geld gaat naar een duidelijk beter product. Daarom vinden wij normeren een goed plan.”