Deel dit artikel:

7 dec 2021

|

Gezondheid

Obesitas, er is meer aan de hand

Wanneer iemand kampt met overgewicht wordt al gauw gesteld dat deze persoon gewoon minder moet eten of meer zou moeten sporten. We vinden zo iemand al gauw ‘lui’ of ‘zwak’. Echter, voor veel mensen is afvallen helemaal niet zo gemakkelijk. Bij het zwaarder worden spelen onze hersenen ook een belangrijke, maar deels nog onbekende rol. De mechanismen in hun hersenen zetten hen aan tot het eten van meer voedsel dan nodig, en daar kunnen ze zelf weinig aan doen. Om deze invloeden beter te begrijpen doet Het Nederlands Herseninstituut, een onderzoeksinstituut speciaal voor hersenonderzoek, onderzoek naar de verschillende mechanismen in onze hersenen die van invloed zijn op obesitas.

Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn we een stuk zwaarder geworden. “En dat terwijl onze hersenen niet zo gek veel veranderd zijn”, vertelt Susanne la Fleur, die bij het Herseninstituut onderzoek doet naar de rol die onze hersenen spelen bij obesitas. “Dat betekent dat we ook goed moeten kijken naar de omgeving en de manier waarop het eten van suiker en vet ons stimuleert.” 


Immers, sinds de jaren vijftig is er ook steeds meer voedsel beschikbaar gekomen. Maar waarom willen we dat dan ook zo graag opeten? “Ons lichaam is ingesteld op overleven en slaat om die reden heel efficiënt vet op”, vertelt la Fleur. “Daarnaast zet suiker bepaalde gebieden in de hersenen ‘aan’ die je aansporen om te eten. Die combinatie levert obese mensen op. We zagen dit ook in onderzoek bij proefdieren. Als we die vette maaltijden voorzetten vinden ze dat in het begin heel lekker, maar ze raken er al snel op uitgekeken. Voeg echter suiker toe, en het vet wordt een stuk aantrekkelijker.” Een soort natuurlijke smaakversterker waar onze hersenen graag meer van willen. Door dat effect voelt het alsof je moet blijven eten en wordt je uiteindelijk dus te dik. Iets waar, blijkt uit hersenonderzoek, de hersenen een grote rol in spelen. 


Maar ondanks dat dit voedsel voor iedereen beschikbaar is, wordt niet iedereen obees. En dat verschil zit hem dus in de hersenen. “Mensen die niet obees worden, hebben waarschijnlijk een heel goed ontwikkeldcontrole centrum in hun hersenen. Zij kunnen al die verleidingen daardoor beter weerstaan”, legt la Fleur uit. “Obese mensen kunnen dit controle centrum in hun brein niet zo succesvol inzetten. Simpelweg zeggen dat zij minder moeten eten is dus te kort door de bocht, want hun hersenen sporen hen juist aan meer te eten. We moeten daarom de effecten van vet-suiker-interactie op de hersenen onderzoeken om zo te kunnen verklaren waarom afvallen voor hen bijna onmogelijk is, en waarom ze dit niet kunnen volhouden. Daarom doen wij dit onderzoek”


Door verder onderzoek te doen naar de rol van de hersenen bij obesitas, kunnen ook de risico’s op aan overgewicht gerelateerde ziektes als diabetes type 2 flink afnemen. “Die ziekte wordt gekenmerkt door een verminderde insulinegevoeligheid”, stelt la Fleur. Zij moeten dus insuline bijspuiten, wat weer  voor gewichtstoename kan zorgen “Bij toeval is echter ontdekt dat het stimuleren van iemands dopaminesysteem – waardoor dopamine in de hersenen toeneemt – een grotere insulinegevoeligheid veroorzaakt. Er is dus minder insuline nodig voor hetzelfde effect, waardoor de vetafbraak beter werkt.”


Dat soort bevindingen zouden kunnen leiden tot nieuwe medicatie of therapieën om obesitas tegen te gaan. “Op dit moment zijn ernstig obese mensen het beste geholpen met een maagverkleining”, vertelt la Fleur. “Drie kwart van de geopereerde mensen heeft daarna blijvend gewichtsverlies. In de eerste zes weken na deze ingreep zijn mensen vaak flink afgevallen, maar we zien nog geen veranderingen in hun dopaminesysteem. Leggen we ze drie jaar later onder de scan, dan zien we die veranderingen wel. Door langere tijd minder te eten neemt ook de zin in eten af.”


Volhouden dus, maar laat dat nou net weer makkelijker gezegd dan gedaan. “De vraag is hoe dat werkt in de hersenen”, stelt la Fleur. “Momenteel onderzoeken we bij het Herseninstituut hoe we dat dopaminesysteem kunnen sturen. Bijvoorbeeld door te kijken of het uitmaakt op welk tijdstip mensen eten, en hoeveel ze dan precies op dat moment eten. Bij een dieet waarbij iemand maar vijftig procent van een gewone inname eet,  valt iedereen af, ongeacht het tijdstip, maar we zien wel dat het brein verschillend reageert op verschillende eetpatronen. Misschien kunnen we op termijn een medicijn ontwikkelen dat dit hersengebied kan beïnvloeden, en zo de zin in eten kan beteugelen. Als duidelijk is op welke manier vet en suiker het brein aanzetten tot (over)consumptie, wordt het op termijn ook mogelijk om die mechanismen te beïnvloeden.”


Willen we de obesitaspandemie echt bestrijden, dan moeten deze mechanismen nog veel grondiger onderzocht worden. En daarvoor is geld nodig. Door vriend te worden van het Herseninstituut of te doneren aan Stichting Vrienden van het Herseninstituut maak je baanbrekend onderzoek naar obesitas en onze hersenen mogelijk. En dat is van het grootste belang, want obesitas is een grote bedreiging voor onze algehele gezondheid.

Gesponsord