7 jun 2018
|
Gezondheid
Journalist: Sylvana Terlage
Je rijdt in de auto en krijgt plotseling een enorme golf van paniek over je heen, het zweet breekt je uit en door heftige hartkloppingen denk je meteen aan een hartaanval. Of je hebt van die dagen dat je simpelweg de energie niet hebt om je bed uit te komen omdat je bang bent dat je dag niet door zult komen zonder af te brokkelen. Als deze gevoelens je bekend voorkomen is het mogelijk dat je worstelt met een angststoornis.
En dan ben je absoluut niet de enige. Bijna 20% van de Nederlanders krijgt te maken met een angststoornis. Dit blijkt uit een onderzoek onder de volwassen Nederlandse bevolking tot 65 jaar. Sander Pronk, directeur van de Angst, Dwang en Fobie stichting bevestigt dit. “Angst zit in ons allemaal en is nuttig. Het wordt pas een stoornis als het je dagelijkse leven negatief beïnvloedt en met name als je bepaalde situaties gaat vermijden”.
“Een angststoornis trekt zich niets aan van afkomst, opleiding, beroep of inkomen, en kan iedereen overkomen”. De vier meest voorkomende vormen van angst in Nederland zijn specifieke fobieën, sociale angst, paniekstoornissen en dan heb je ook nog de gegeneraliseerde angsten, zoals de pieker stoornis. De oorzaken liggen in een mix van factoren stelt Pronk. “Angstwekkende levensgebeurtenissen spelen een factor, net als erfelijkheid en opvoeding. Onze overvolle mailboxen, constante bereikbaarheid en nimmer aflatende sociale media kunnen als katalysator werken. Net als verkeerde leefgewoontes. Het is bijvoorbeeld bekend dat je onrustiger en angstiger kan worden als je te veel cafeïne binnen krijgt. Ik heb daar zelf ook last van, dus ik houd het tegenwoordig bij twee kopjes koffie per dag”.
Pronk: “De schaamte om hulp te vragen is vaak groot. Mensen met angstklachten denken vaak dat ze zullen worden uitgelachen, ontslagen of op een andere manier uitgesloten. De kans is groot dat ze geïsoleerd raken, omdat ze bijvoorbeeld de deur niet meer uit durven. Ze blijven van school weg, melden zich ziek van hun werk, en verzinnen uitvluchten om angst opwekkende situaties te vermijden. Ook artsen zien niet altijd tijdig het probleem omdat mensen niet snel op het spreekuur komen, omdat de klachten divers zijn en moeilijk onder één noemer te plaatsen”.
Het is heel belangrijk om erover te praten en tijdig hulp te zoeken, aldus Pronk. “Als mensen zich vrij voelen om open te zijn over hun angstklachten, ontstaat er een betere preventieve werking en voorkomen we dat mensen in stilte lijden. Als samenleving zouden we net zo open moeten zijn over psychische stoornissen als over fysieke aandoeningen. Want het begin van de oplossing ligt in openheid”.