Deel dit artikel:

19 dec 2018

|

Gezondheid

Thuiszorg moet met de tijd meegroeien

Journalist: Ger de Gram

De overheid investeert te weinig in goede thuiszorg. “Er is 2,1 miljard uitgetrokken om een verbeterslag bij verpleeghuizen te maken, maar de investering in een gezonde thuissituatie is veel bescheidener.”

En dat is een probleem, dat stelt althans Mark van Barschot, directeur van de BVKZ, de branche-vereniging voor kleinschalige zorg. “Er is nu al een personeelstekort en dat gaat door de sterk vergrijzende bevolking alleen nog maar nijpender worden, want er moet daardoor veel meer zorg aan huis geleverd worden.”


Dat is geen gekke redenatie. Het aantal ouderen neemt fors toe de komende jaren. Momenteel zijn er zo’n 1,3 miljoen 75-plussers in Nederland, in 2030 is dat aantal gestegen tot 2,1 miljoen. “De overheid stuurt daarom aan op langer thuisblijven. Dat snap ik, want dat is deels ook een maatschappelijke wens. Immers: wie wil er nu uit zichzelf in een verpleeghuis wonen? Maar de investering in thuiszorg blijft achter.”


Tegelijkertijd claimt het kabinet wel degelijk de thuiszorg te willen verbeteren. Begin juni presenteerde minister De Jonge en minister Ollongren (BZK) het programma Langer Thuis waarbij wordt ingezet op het verbeteren van de leefkwaliteit van thuiswonende ouderen. Dit project kost zo’n 340 miljoen en be-slaat zaken als het verbeteren van de zelfredzaamheid van ouderen, betere ondersteuning voor mantelzorgers en vrijwilligers en de bouw van zo’n 75000 ouderenwoningen per jaar. 


Grootste probleem zit echter in de structuur van het zorgsysteem, zegt Martijntje van Diesen, algemeen directeur van Stichting Inzet voor Zorg, een club die de verbindende schakel wil zijn tussen cliënten, aanbieders, zzp-ers en instellingen in de zorg. “De huidige infrastructuur is gericht op budgetten. Er wordt eigenlijk niet geredeneerd vanuit de cliënt. Een zorgverlener krijgt een bepaald budget en moet het daar maar mee doen. Als je oma dus een been breekt en ze intensieve zorg nodig heeft, dan kan het zo maar zijn dat ze dat bij haar aanbieder niet kan krijgen, simpelweg omdat een budget op is.”


En dat maakt het ingewikkeld, want, zo zegt Van Barschot: “Als je als aanbieder van zorg je werk goed doet, heb je veel klanten. En dat betekent dat je toegewezen budget sneller op is.” 


Dat zou dus anders moeten. “Eigenlijk moet je zeggen: een cliënt kan iedere zorgaanbieder kiezen die hij wil, zolang die aanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen die we als maatschappij stellen aan zorg. Dat moet losstaan van contracten met verzekeraars.”


“Stel, je bent heel slecht ter been en hebt evenwichtsstoornissen. Dan zijn er natuurlijk vanuit de thuis-zorg heel veel verschillende hulpmiddelen”, geeft Van Diesen als voorbeeld. “Het goed kijken naar wat iemand nodig heeft is dan een noodzakelijk iets. Dat kan zelfs kostenbeparend zijn. Maar nee, je krijgt er gewoon een hulpmiddel. Terwijl: de een wordt blij van een trippelstoel ter ondersteuning, een ander heeft aan een driepikkel wandelstok voldoende.”


Deze vorm van keuzevrijheid is nog ver weg. “Eigenlijk hebben we nu met zijn allen gezegd: ‘Oké, we moeten langer thuiswonen’. Maar punt is: we hebben daar niets om heen geregeld. Denk alleen al aan eenvoudige praktische zaken. We hebben geen postkantoor, geen bank of buurtsuper meer. Dat moet allemaal ‘online’. Is dat goed voor het vraagstuk rondom eenzaamheid? Het gebrek aan intermenselijk contact is een van de grootste problemen bij ouderen. Mensen zijn groepsdieren en hebben behoefte aan samenzijn.”


Daar sluit Van Barschot zich bij aan. “De thuiszorg moet met de tijd meegroeien. De aankomende generatie ouderen zijn van oorsprong babyboomers. Dat is een mondige groep die zelf haar eigen keuzes maakt. Dat doen ze ook als ze oud en bejaard zijn. De zorg moet daarin in ieder geval meebewegen.”


Dat betekent ook dat technologie een steeds grotere rol gaat spelen. Door te investeren in bijvoorbeeld domotica, videocommunicatie en alarmsystemen kunnen ouderen veilig thuis blijven wonen. Deze technische systemen dragen bij aan de veiligheid van de ouderen, maar ook aan hun eigen woongeluk en wooncomfort.

Gesponsord