30 nov 2021
|
Industrie
Journalist: Féline van der Linde
De Nederlandse tuinbouw heeft zich ontwikkeld van open veld kweek naar moderne kassen. Op dit moment staat de Nederlandse tuinbouw voor een volgende ‘revolutie’.
“We zitten momenteel in de revolutie van teeltsystemen waarin mensen werken, naar een teeltsysteem waarin (bijna) geen mensen in de kassen aanwezig zijn”, stelt Art van Rijn, directeur innovatief ingenieursbedrijf, onder andere gespecialiseerd in vertical farming. “De teeltindustrie gaat toe naar een systeem waarbij gewassen zonder menselijke interventie worden geteeld in een klimaatcel.” De wereldbevolking zal van 7 naar 9 miljard groeien in 2040. Dat betekent dat ook de voedselproductie moet gaan toenemen. Tegelijkertijd worden door de klimaatverandering bloeiseizoenen korter, mislukken oogsten en wordt grond onbruikbaar doordat het weer steeds extremer wordt. Steeds vaker hebben we te maken met extreme droogte of wateroverlast, wat de oogst niet ten goede komt.
“Het voordeel van werken in kassen is dat je een goed klimaat voor een gewas kunt nabootsten”, gaat Van Rijn verder. “Maar in kassen heb je het probleem dat de temperatuur heel snel kan oplopen en je dan de ramen moet openzetten. Dat is niet altijd goed voor het gewas. Een klimaatcel biedt dan een uitkomst. In een afgesloten klimaatcel kun je de plant het ideale klimaat geven wat hij nodig heeft. Door het openen van de ramen verlies je CO2 waardoor er extra CO2 moet worden gegeven aan de gewassen. Dat is inefficiënt en door het openen van ramen verlies je ook nog eens water door verdamping. In een klimaatcel kun je de verdamping opvangen en weer hergebruiken. En er kunnen meerdere teeltlagen boven elkaar worden geplaatst.”
In een klimaatcel kun je dus aan vertical farming doen. Steeds vaker komt het inzetten van klimaatcellen en vertical farming voor consumentenproductie voor. Het loont niet alleen om aan vertical farming te doen voor de voedselproductie, je kunt immers heel precies met de juiste technieken efficiënter voedsel produceren, maar het is ook beter voor het milieu. Het is duidelijk dat bedrijven hun CO2-uitstoot drastisch moeten verminderen. Voor een bedrijf dat voedsel produceert in een klimaatcel is het heel goed mogelijk om over een paar jaar, misschien wel eerder, geheel klimaatneutraal te opereren, gaat Van Rijn verder. “In een klimaatcel komt geen zonlicht, maar worden de planten gekweekt op LED-licht. De elektriciteit, die hiervoor nodig is, kan via duurzame bronnen worden geleverd. En zoals eerder genoemd kan het water dat verdampt worden afgevangen, zo wordt er CO2 bespaard doordat ramen niet meer open hoeven worden gezet. Menselijk arbeid in de klimaatcellen is zo niet meer nodig en mogelijk.”
Dat betekent niet dat er helemaal geen mensen meer nodig zijn, besluit Van Rijn. “Integendeel. Vertical farming stelt ons in staat om zo efficiënt mogelijk op een duurzame wijze voedsel te produceren. Maar daar stopt het niet. Continu onderzoek blijven doen naar nieuwe technieken en innovaties is noodzakelijk. Zo kunnen gewassen in de toekomst veel eiwitrijker zijn en dat is hard nodig nu veel meer mensen minder vlees eten en dus op een andere manier eiwitten moeten binnenkrijgen. En er kan ook nog veel meer gedaan worden aan de afvalstromen. In supermarkten wordt dertig procent van het verse voedsel weggegooid omdat het over de datum is. Zorg je ervoor dat sla niet op de grond wordt geteeld, maar vertical, dan voorkom je dat het onderste blad geel wordt, waardoor het dus langer goed blijft. Wat je ook wilt telen, het is het beste om dat middels vertical farming te doen. Het gewas staat centraal, kan optimaal groeien, bevat de juiste bouwstoffen en kan op een duurzame manier worden geteeld voor een gezonde en duurzame toekomst.”