Deel dit artikel:

25 nov 2022

|

Gezondheid

”We kunnen er komen, het vraagt gewoon een enorme inspanning”

Journalist: Jerry Huinder

|

Foto: Persfoto

Windenergie is de toekomst in de nieuwe energiemix. De Europese Unie is daarvan overtuigd, de inwoners van Europa zijn daarvan overtuigd. Zelfs de grote industrie is ervan overtuigd. Rest de experts alleen de vraag hoe ze aan deze snel toenemende vraag kunnen voldoen. Nu, en in de toekomst. 

Giles Dickson vragen om één ding te noemen dat hem nu nog verbaast over windenergie in Europa, iets dat hij zeven jaar geleden niet had kunnen bedenken toen hij begon als CEO van WindEurope, is een utopie. Natuurlijk komt hij met meer dan slechts één antwoord. Het kenmerkt een man die windenergie belichaamt, een man die zo betrokken is bij de windenergiebeweging dat elke zin die hij erover spreekt, doordrenkt is van enthousiasme. “Hoe de technologie zich heeft ontwikkeld, hoe overheden nog ambitieuzer zijn geworden op het gebied van duurzame energie dan toen. Hoe, specifiek in het afgelopen jaar, de erkenning is gegroeid binnen deze regeringen en het publieke gedachtengoed dat we hernieuwbare energie nodig hebben voor energiezekerheid, om niet afhankelijk te zijn van landen als Rusland. En, last but not least, hoe de vraag naar windenergie is veranderd bij industriële en zakelijke gebruikers. Deze partijen dachten zeven jaar geleden dat we duur waren, dat we het hele energiesysteem in de war brachten en mogelijk zelfs gevaarlijk waren voor dit systeem. Nu kloppen dezelfde mensen op onze deur om te vragen: 'Kunt u ons alstublieft zo snel mogelijk zo veel windmolenparken bouwen als u kunt?'" 

Ziet u deze mindswitch in het denken binnen de grote industrieën vanwege de enorme prijsstijging van fossiele energie? 

"De enorme stijging van de prijzen van fossiele brandstoffen heeft deze mindswitch het afgelopen jaar zeer zeker versneld. Maar het begon vier of vijf jaar geleden al te veranderen, toen ze zagen wat er gebeurde op het gebied van kostenreductie voor windenergie. Toen ze zagen dat we stabieler waren en betrouwbaarder dan ze dachten dat we waren. Dit is een mindswitch die heel erg branche breed is. Zo zit het chemiebedrijf BASF nu in het bestuur van WindEurope, zijn we in gesprek met de staalsector, de aluminiumsector, de raffinaderijen. De industrie als geheel erkent dat wind in de toekomst een belangrijk aspect van hun energiemix zal zijn.” 

‘Met de technologie van vandaag kun je 76 procent van de Europese industrie elektrificeren', zei u in een eerder interview. Waarom gebeurt dit niet, als alle seinen op groen staan? 

"Hier is een vrij direct antwoord op: we kunnen simpelweg niet voldoen aan de vraag van de industriële energiegebruikers om snel over te schakelen van fossiele brandstoffen naar koolstofarme processen, of dat nu door directe elektrificatie is of indirecte elektrificatie met bijvoorbeeld waterstof. Laat me je wat cijfers geven: we zouden op dit moment 39 gigawatt (GW) per jaar aan nieuwe windmolenparken in de Europese Unie moeten bouwen om de REPowerEU-doelstellingen van 2030 te halen. Vorig jaar hebben we er 11 gebouwd. Begin dit jaar, voor de oorlog, hadden we de verwachting dat we de komende vier jaar gemiddeld zo'n 18 gigawatt per jaar konden bouwen, maar door problemen met de toeleveringsketen halen we dat misschien niet eens. En hoe dan ook: nog steeds is dat duidelijk veel minder dan de vereiste 39 gigawatt. De Europese Unie wil dus meer windenergie, maar we worden op dit moment tegengehouden door verschillende knelpunten, waaronder het vergunningenstelsel. Het goede nieuws is dat dit wel steeds beter gaat.” 

Op welke manier? 

"Ten eerste: de EU en de nationale regeringen erkennen tegenwoordig dat er een groot probleem is met vergunningen. Dat is een grote stap. Alle betrokken partijen begrijpen nu dat we de nieuwe energiedoelstellingen van de EU, het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, voornamelijk zon en wind, alleen kunnen bereiken als we de vergunningverlening vereenvoudigen en versnellen. Ten tweede: de EU heeft nu een aantal uitstekende voorstellen ingediend die de vergunningverlening inderdaad zullen versnellen, bijvoorbeeld: ze hebben uitgesproken dat de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen een kwestie van ‘groot openbaar belang’ is. Daarnaast hebben ze het principe verstrekt om een populatie gebaseerde benadering van soortenbescherming te hanteren. Het idee daarbij is dat we niet hoeven te streven naar het beschermen van elke vogel en elk dier, maar in plaats daarvan zorgen we voor een stabiele en gezonde ontwikkeling van de vogelpopulaties als geheel. Ten derde was er onduidelijkheid over de maximale termijn van twee jaar voor het besluiten over een vergunningsaanvraag: het was niet duidelijk wanneer de klok in dat proces van twee jaar begon te tikken. Daarover heeft de EU nu voorgesteld om de klok te laten tikken wanneer de eerste vergunning wordt ingediend, namelijk de milieueffectrapportage. Dat scheelt enorm veel tijd.” 

Gesponsord