1 dec 2023
|
Maatschappij
Journalist: Hugo Schrameyer
Steden staan voor de duale opdracht om de groeiende bevolking en bijkomende mobiliteitswensen te combineren met de huidige duurzaamheidseisen. Apeldoorn en Delft zijn twee voorbeelden van steden die dat evenwicht op een moderne en afgewogen wijze weten in te vullen.
Eerst naar Apeldoorn. De groei naar minimaal 180.000 inwoners in 2040 leidt tot de eis om de binnenstad efficiënter in te richten. Met een nadruk op duurzaamheid en bereikbaarheid ontwikkelt de binnenstad zich tot een groen Stadspark. Het is wel zo: aangezien de ruimte beperkt is, krijgen voetgangers en fietsers de komende jaren steeds meer ruimte in de binnenstad. Wethouder Marco Wenzkowski, verantwoordelijk voor mobiliteit, innovatie en toerisme, vertelt daarbij dat doorgaand autoverkeer wordt teruggedrongen. “Automobilisten worden gestimuleerd om aan de rand van de binnenstad te parkeren in parkeergarages.”
Wethouder Marco Wenzkowski, verantwoordelijk voor mobiliteit, innovatie en toerisme
Andere opvallende ontwikkeling is het streven naar een zero-emissiezone voor stadslogistiek in de binnenstad vanaf 2025. Deze zone wordt gefaseerd ingevoerd tot 2030, waarmee Apeldoorn de uitstoot van schadelijke gassen wil verminderen en geluidsoverlast wil beperken.
Daarnaast worden mobiliteitshubs geïntroduceerd als knooppunten waar verschillende vormen van mobiliteit samenkomen en duurzaam opgeladen kunnen worden. Dit sluit aan bij het bredere streven naar duurzame mobiliteit en deelmobiliteit.
Delft staat eveneens voor de uitdaging van binnenstedelijke transformatie. De stad benadrukt het belang slim ruimtegebrek en het echt slim combineren van functies in een compacte omgeving, waarbij Delft zich wil richten op duurzame alternatieven, zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer. Met andere woorden: net als in Apeldoorn wordt ingezet op het verkleinen van de impact door autoverkeer. De stad heeft ambitieuze plannen om de hele binnenstad in 2025 emissievrij te maken.
Het gemeente bestuur hanteert de visie dat de toekomst van mobiliteit niet alleen draait om het verplaatsen van A naar B, maar ook om het creëren van levendige, ontmoetingsgerichte openbare ruimtes. Martina Huijsmans, wethouder Financiën, Ruimtelijke ordening en Mobiliteit, licht daarbij toe dat deze ambities zich vertalen in concrete maatregelen. “Een belangrijke daarin is het verminderen van de rol van auto’s in gebiedsontwikkelingen en stadsontwerpen. Een duidelijke focus ligt op het stimuleren van fietsen en wandelen en het versterken van het fietsnetwerk, waardoor de fiets een aantrekkelijk alternatief wordt voor autoverplaatsingen.”
Martina Huijsmans, wethouder Financiën, Ruimtelijke ordening en Mobiliteit
In beide steden, zowel in Apeldoorn als in Delft, is er een duidelijke erkenning van de noodzaak om mobiliteitsplanning te integreren in bredere stedelijke ontwikkelingsstrategieën. Het gaat niet alleen om het verplaatsen van mensen, maar ook om het creëren van gezonde, leefbare stedelijke omgevingen. Het streven naar duurzame mobiliteit, emissievrije zones en het bevorderen van actieve vervoerswijzen maken deel uit van een gecoördineerde inspanning om stedelijke gebieden aantrekkelijker, groener en duurzamer te maken.