7 apr 2025
|
Gesponsord
Vanwege de beperkte ruimte is Nederland altijd goed geweest in infrastructuur en mobiliteit. Toch lopen we momenteel tegen ruimtelijke en maatschappelijke grenzen aan. Dit dwingt organisaties hun beleidsdoelen en mobiliteitsbehoefte kritisch te evalueren.
Casper Stelling van Bijstelling adviseert al twintig jaar beleidsbepalers bij de overheid en in het bedrijfsleven over bereikbaarheid, brede welvaart en innovatie. Het bedrijf stelt in de pay-off dat het staat “voor beter beleid”. “Dit betekent dat we ons richten op effectief en efficiënt beleid, specifiek binnen het fysieke domein en de mobiliteitsopgave.”
Breed terrein Mobiliteit is heel breed en voor veel organisaties is het een afgeleide functie van de eigenlijke activiteiten. Stelling vertelt dat het voor de overheid betekent dat ze burgers onder andere in staat moeten stellen om te participeren in arbeid, zorg, onderwijs en fysiek winkelen. Bij bedrijven staat het voornamelijk voor het faciliteren van personeel en klanten en het afleveren van goederen en diensten. “Dit brengt veel beleidsvragen met zich mee, en het benadrukt dat mobiliteit zowel een sterke economische als sociale kant heeft. Daarnaast heeft het een ruimtelijke kant, want al die mobiliteitssystemen moeten ingepast worden. Dit wordt steeds moeilijker in zowel drukke steden als landelijke gebieden.”
Bijstelling kijkt naar de volle breedte van vraagstukken. “Als strategisch adviseur kijk ik naar de vraag achter de vraag rondom de mobiliteitsproblemen, en de oplossingen die daarbij passen. En wie is de klant achter de klant? Daarbij proberen we terug te redeneren naar het grotere doel”, vertelt Stelling.
Haarscheurtjes Volgens hem heeft Nederland een mobiliteitssysteem waar het trots op mag zijn, maar het begint wel haarscheurtjes te tonen. Het systeem loopt niet alleen vol, we hebben ook nog te maken met de grootste vervangingsopgave in de geschiedenis. “Veel wegen moeten vervangen worden, terwijl ook publieke voorzieningen als het openbaar en doelgroepenvervoer onder druk staan door kostenstijgingen. Bovendien zijn de gemiddelde mobiliteitskosten per inwoner in tien jaar tijd verdubbeld, wat de toegang tot mobiliteit verder onder druk zet.”
Aanpak Het bestaande beleid komt regelmatig voort uit aannames over welke behoeften bepaalde doelgroepen hebben. “Maar we hebben eigenlijk weinig zicht op de mobiliteitsbehoefte van de medewerker, klant of burger. Vaak weten we niet welke problemen, knelpunten of toekomstzorgen deze heeft”, zegt Stelling. “Daarnaast merk ik steeds vaker bij uitgevoerde projecten dat er onvoldoende aandacht is voor de kwetsbaren in de samenleving.” Bijstelling werkt met een op maat gemaakte aanpak: “We beginnen met een fase van divergeren. Vanuit de klantvraag bekijken we daarbij wat er allemaal mee te maken heeft in het fysieke en sociale domein. Vervolgens haal je daar de belangrijkste aspecten uit, om te kunnen convergeren en oplossingen te bieden.”